Help, de overheid heeft te weinig ICT’ers! Net als "iedere werkgever":https://nos.nl/artikel/2205872-in-2022-groot-personeelstekort-in-techniek-zorg-en-onderwijs.html in Nederland trouwens. Zeven manieren om een groter deel van de schaarse en gewilde ICT’ers naar de overheid te lokken, zoals het meer uitventen van digitaal succes, het meer opleiden van nieuwe ICT'ers, het opzetten van een overheids-ICT-flexpool of meer aandacht voor professioneel opdrachtgeverschap. Omdat alle beetjes helpen.
Beeld: Dreamstime
De Nederlandse overheid heeft een lange digitale to-do-list, maar beschikt niet over genoeg mensen om die ambities waar te maken. Dat leidt tot problemen in de bedrijfsvoering. De Algemene Rekenkamer signaleerde in Staat van de Rijksverantwoording 2016 een tekort aan ICT-personeel in specialistische functies – zoals ethical hacker, security specialist en informatieanalist – plus achterstanden in de vernieuwing van oude ICT-systemen (legacy) en in systeemonderhoud. Dat is niet alleen riskant voor de beveiliging en continuïteit van bestaande systemen en voor het ontwikkelen van een betere en veilige digitale dienstverlening. Het maakt het ook lastig om de bedrijfsvoering van de overheid op orde te krijgen, zo waarschuwt de Rekenkamer.
1. Inhuren dan maar?
Omdat het digitaliseren van publieke taken en diensten en het onderhoud van de digitale infrastructuur gewoon door moeten gaan, betekent dat in de praktijk: ICT’ers inhuren. En dat is eigenlijk niet de bedoeling, want de overheid moet ook bezuinigen. Het inhuren van ICT’ers tegen marktconforme tarieven is duurder dan ze volgens de ambtenarenschaal in dienst nemen. En inhuren heeft nog een nadeel: ingehuurde mensen vertrekken weer en nemen die vitale kennis – plus alles wat ze tijdens hun periode bij de overheid bijgeleerd hebben – mee. Dat is kapitaal- en kennisvernietiging.
“Ten eerste wil je vitale ICT-kennis in huis hebben in plaats van inhuren”, zegt Hans Schutte, directeur-generaal DUO bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “Inhuur is prima als je kort, bijvoorbeeld een half jaar, iemand met hele specialistische kennis nodig hebt. Als je een nieuw systeem gaat invoeren, dan kun je een conversiespecialist inhuren. Maar de mensen die dat nieuwe systeem structureel moeten gaan onderhouden en managen, die neem je natuurlijk liever in dienst.”
2. Een overheids-ICT-flexpool
Ja, logisch. Helaas staan de ICT’ers zelf niet massaal te popelen om zich vast te leggen in een ambtenarenbaan. Dat ligt niet alleen aan het bijpassende ambtenarensalaris terwijl ze op de vrije markt zoveel meer kunnen krijgen, al is het verschil soms wel erg groot. Veel ICT’ers zijn gehecht geraakt aan de afwisseling in werk die ingehuurd worden hun biedt. Ze moeten er niet aan denken voortaan altijd bij hetzelfde overheidsbedrijf te werken. Mo Jaber, directeur van UBR|I-Interim Rijk, heeft daar wat op gevonden. Hij beheert een flexpool van tweehonderd ICT’ers op het niveau van projectleider en IT-architect, die tot ieders tevredenheid van departement naar departement hoppen. Met een ambtenarencontract tussen schaal 12 en 16, compleet met eindejaarsuitkering, 13e maand, vakantiegeld, studiefaciliteiten en een reiskostenvergoeding. En nog belangrijker: variatie, horizontale ontwikkeling en perspectief.
Voor de overheid zelf is het ook goed, de I-Interimmers zorgen voor kennisuitwisseling tussen de departementen. Van de beloningsstructuur, het functiegebouw van de overheid zegt hij nog niet veel last te hebben, behalve voor specialistische functies. Mensen met kennis van data engineering of cybersecurity zijn onbetaalbaar geworden. Ook voor UBR|I-Interim Rijk. “Mensen die het alleen voor het geld doen wil ik niet hebben. Ik zoek mensen die impact willen maken.” Alleen: tweehonderd zijn er natuurlijk veel te weinig. ”Omdat we ook een gezonde mobiliteit hebben van 20 procent”, maakt Jaber duidelijk. “Ik zoek op dit moment nog veertig projectleiders.” Het probleem is natuurlijk dat andere werkgevers dat probleem ook hebben. Er is in Nederland gewoon een schreeuwend tekort aan HBO en academisch geschoolde IT’ers.
3. Werven aan de bron
Je moet er dus snel bij zijn. Om op het netvlies van de nieuwe lichtingen automatiseerders te komen, sponsort de overheid die verenigingen van informaticastudenten. Een rondje bellen leert dat de bedragen volgens de verenigingen eerder bij een middelgroot bedrijf passen dan bij de grootste ICT-werkgever van Nederland. Met de sponsoring wordt getracht het bij studenten kennelijk nog steeds heersende suffe overheidsimago te verhippen. Ook wordt het traineeship voor pas-afgestudeerde ICT’ers gepromoot. Het Rijks ICT Traineeprogramma (RITP) valt ook onder Jabers verantwoordelijkheid – en dat werkt. “Daarmee halen we jaarlijks dertig tot veertig mensen binnen”, zegt Jaber verheugd.
Daar gaan echter wel heel wat persoonlijke inspanningen aan vooraf. Om meer in the picture te komen bij de studenten en ze te interesseren voor een traineeship bij de overheid in plaats van direct na de studie het bedrijfsleven in te stromen, geeft Jaber colleges aan de Haagse Hogeschool en de VU. Jaber is wat dat betreft een trendsetter. Ook Hans Schutte van DUO gaat college geven, want ook hij heeft een overheids-ICT-flexpool in oprichting; het Rijks ICT Gilde. Het Gilde is voorlopig een samenwerkingsproject van onder andere DUO, CJIB en RDW. Het streven is om aan het eind van 2017 de eerste vijftig mensen in de pool opgenomen te hebben. De Gildepool is er voor de uitvoerende ICT’ers, want ook daar is bij de overheid gebrek aan en ook die wil Schutte structureel in huis hebben. “Java-programmeurs bijvoorbeeld. Dat lukt nu nog niet zo heel goed.”
4. PR en reclame voor werken bij de overheid
Misschien dat de overheid nog onvoldoende bekend is als interessante werkgever in de ICT. Daar is een oplossing voor: reclame maken. In 2016 startten vijf overheidsorganisaties een reclamecampagne om het Rijk als ICT-werkgever te promoten bij de doelgroep latent zoekende hogeropgeleide ICT’ers. De nadruk werd gelegd op de diversiteit van de projecten en de impact ervan op de maatschappij. De twee video’s en twee radiospots werden maar liefst vijf weken lang ingezet. Dat lijkt vruchten af te werpen. Na de campagne had het Rijk bij 38 procent van de doelgroep een sterke voorkeur. “Alleen Google scoorde nog hoger,” aldus Stephan Koster, campagnemanager ICT-overheid in een interview in maart 2017 met Werf&. “In de campagneperiode zijn ruim 3.600 acties gemeten, die mogelijk tot sollicitaties kunnen leiden.”
Kennelijk ziet de politiek digitalisering als een probleem, niet als een kans en zeker niet als een topprioriteit
Lotte de Bruijn, directeur bij brancheorganisatie Nederland ICT, vindt dat er nog wel een tandje bij kan. “Ik weet wel degelijk dat de overheid ICT’ers zoekt, maar merkt de werkzoekende daar iets van? Bij de overheid kun je als ICT’er helpen om Nederland veiliger, duurzamer en gezonder te maken. Dat moet je toch een beetje sexy kunnen presenteren?”
5. Sneller meer nieuwe ICT’ers opleiden
Maar adverteren en een sexy imago creëren lossen het gebrek aan ICT’ers niet op. Er zijn namelijk ook heel veel onvervulde ICT-vacatures bij de overheid die niet zo sexy zijn. Dat komt omdat er simpelweg niet genoeg geschikte ICT’ers zijn om alle vacatures te vervullen. Niet alleen bij de overheid, ook in het bedrijfsleven. Er moeten dus ICT’ers bijkomen. De Bruijn ziet ook daar graag wat meer actie vanuit het Rijk. “Niet alleen op de universiteit of het HBO maar al vanaf het primair onderwijs zou er veel meer aandacht moeten zijn voor digitalisering! Gooi het curriculum om!” zegt ze. “En wie kan dat beter doen dan de overheid? Ja, er is een motie digitale geletterdheid aangenomen. Maar dan verandert er pas iets in 2020 of 2021. Dan zijn er alweer één miljoen kinderen van school af zonder de
juiste basisvaardigheden.”
6. Digitaal succes meer uitventen
De user experience, oftewel: wat de gebruiker merkt van het al dan niet functioneren van overheids-ICT, bepaalt mede de aantrekkelijkheid van de werkgever. Want dat we meestal succesvol online belastingaangifte kunnen doen of zorg-, huur- en kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen, vergeten we zodra het systeem een keer vastloopt. Recent publiceerde de Nationale Ombudsman bijvoorbeeld ‘Hoezo MijnOverheid?’, een kritisch rapport over de knelpunten bij het gebruik van de Berichtenbox van MijnOverheid. Bepaald geen goede reclame voor een overheid die getransformeerd zegt te zijn tot een informatieverwerkende organisatie.
Binnen Europa scoren we nog helemaal niet zo slecht, en dat digitale succes mag de overheid best wat meer uitventen. In de jaarlijks door de Europese Commissie gepubliceerde ‘Digital Economy and Society Index’ (DESI) van 2017 staat de ‘digitale overheidsdienstverlening’ in Nederland binnen Europa op de derde plaats. “Op het vlak van digitalisering van overheidsdiensten behoort Nederland tot de meest gevorderde EU-landen. De zeer goede resultaten worden behaald voor alle indicatoren, van kwaliteit van de openbare dienstverlening tot het verstrekken van open gegevens (…) Nu moet het gebruik van technologie door bedrijven nog worden verbeterd – hoewel dat niveau ook al boven het EU-gemiddelde ligt,” aldus de DESI-factsheet.
7. Professioneel opdrachtgeverschap
De studiegroep Informatiesamenleving en Overheid roept in haar analyse ‘Maak Waar!’ de overheid op tot professioneel opdrachtgeverschap en een radicaal andere werkwijze. Die komt neer op ‘permanent beta’ in plaats van ‘first time right’. Helder opdrachtgeverschap is cruciaal voor het succes van grote ICT-projecten. Regelmatig gaat daarbij achter de schermen veel mis en dat kost de belastingbetaler tientallen tot honderden miljoenen. Dat helpt het imago van de overheid als ICT-werkgever niet. Maar de automatiseerders willen ook niet als zakkenvullers gezien worden. Nederland ICT heeft in 2016 haar gedragscode uitgebreid en een model-klokkenluidersregeling gemaakt om integer handelen te bevorderen. De Bruijn: “We willen dat bedrijven niet meer inschrijven op misbaksels van aanbestedingen.” Gaat dat lukken? “Dit is pas het begin van de krapte”, denkt Mo Jaber. “En binnenhouden is nog moeilijker dan binnenhalen.”
Lotte de Bruijn maakt zich vooral zorgen over het gebrek aan urgentie dat de Nederlandse overheid op ICT-gebied uitstraalt. “Dat CDA-leider Buma in zijn H.J. Schoo-lezing digitalisering in één adem noemt met de vastlopende verzorgingsstaat, immigratie en opkomend radicalisme, is daarvan een voorbeeld. Kennelijk ziet de politiek digitalisering als een probleem, niet als een kans en zeker niet als een topprioriteit.”
Je kunt het ook positief zien: Nederland functioneert. Misschien niet altijd dankzij, maar dan in ieder geval ondanks de overheids-ICT. Voorlopig blijft het schuiven met en concurreren om de schaarse ICT’ers. Binnen de overheid en daarbuiten. Er is geen sprake van één structurele oplossing, maar bij de pakken neerzitten is ook geen optie. “We moeten reëel zijn”, zegt Hans Schutte opgewekt. “We gaan het probleem niet helemaal tackelen. Er is nu eenmaal een tekort.”