Het laatste woord
Heel vervelend als je hard gewerkt hebt aan iets, de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht hebt, de nuance gezocht en gevonden hebt voor een afgewogen advies. En vervolgens is de reactie van een andere planeet met diametrale interpretatie. Waar is het fout gegaan?
Zo was er ooit een advies dat de toenmalige Rijks-CIO samenvatte als: Verhoef zei dat het goed was. Terwijl de commissie Elias dit ervan maakte: “Het rapport van dat onderzoek heeft de commissie ontvangen maar met de (overigens even nuttige als onomfloerste) aanbevelingen van de heer Verhoef is tot op heden niets gedaan.” Geen journalist die wakker werd van het fake news.
Een recent BIT-advies overkwam hetzelfde: het was verre van positief over een project van het RIVM. En dat terwijl de door hen ingehuurde externe adviesbureaus wel positief waren (volgens het RIVM dan). Een uiterst vreemde zinsnede viel iBestuur op: “Met het BIT is overeengekomen om te bezien op welke wijze tegenstrijdigheid bij ICT-systeemonderzoeken, tussen externe partijen en het BIT, in de toekomst voorkomen kan worden. Uiteraard zonder daarbij de onafhankelijke rol van het BIT in te perken.”
Wat zou de lezer hiervan maken? vroeg iBestuur zich af. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Het BIT reageerde onmiddellijk: “Deze zin [is] onjuist, want wij zijn niets met VWS overeengekomen. Het BIT voert – als enige partij – strikt onafhankelijk onderzoek uit naar IT-projecten. Daarbij komt het met regelmaat voor dat onze bevindingen afwijken van die van andere onderzoeksbureaus. Wij hebben VWS verzocht deze zin richting de Tweede Kamer te corrigeren.”
Ik pleitte zeer onlangs in de Tweede Kamer voor het recht op naschrift door het BIT op beleidsreacties op BIT-adviezen. Blijkbaar is dat een goed idee! Tot het zover is, heeft men het heft alvast in handen genomen. Heel verfrissend, in een cultuur waar men elkaar moedwillig mis mag begrijpen: eigen waarheid eerst.
Maar wat echt intrigeert is: hoe komt zo’n totaal fout zinnetje in een Kamerbrief? Het doet denken aan het potjeslatijn op de colonnade aan het Amsterdamse Max Euweplein dat destijds door de architect als gebbetje was neergezet: Homo sapiens non urinat in ventum. VWS had blijkbaar de pest in, en dat heeft het tot de brief gehaald. Als het er dik opgelegen had, zoals bij het Max Euweplein, was het leuk geweest, nu versterkt het alleen maar het recht op naschrift voor het BIT.
Chris Verhoef is hoogleraar informatica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en wetenschappelijk adviseur voor overheid en bedrijfsleven
Deze bijdrage is te vinden in iBestuur magazine 30
Tja. Een van de mindere kanten van onze neiging tot polderen vrees ik. Het niet eens zijn voelt immers zo vervelend.
Dit stuk deed me denken aan een eerste rapport van het BIT over het BRP van een aantal jaar terug. In mijn ogen was dat een vernietigend oordeel maar ook opbouwend en constructief. Uiteindelijk was het Plasterk die in de kamer verklaart, het gaat prima met het BRP en het BIT is ook zeer tevreden. Heb me daar toen over verwonderd, dat was niet wat er in het rapport stond. Dit zijn standaard reflexen in dit soort grote organisaties met veel politiek. Het gaat over overleven, belangen, posities, ambities en een uitereaard de apenrots. Het niet willen toegeven dat er iets niet goed gaat of men iets verkeerd gedaan heeft. Dat laatste is zeldzaam. Daar had een laatste woord van het BIT ook op zijn plaats geweest.
Ik denk ook dat het BIT geen bevoegdheden of doorzettingsvermogen zou moeten krijgen. Nu is het BIT een organisatie aan de zijlijn die, hoop ik, in alle onafhankelijkheid zijn mening geeft. Word je onderdeel van, dan zal ook het BIT ten prooi aan dezelfde reflexen.
Maar goed is het natuurlijk niet dat lopende projecten waar al veel tijd en geld in zit zomaar de prullenbak in gaan. Dat moment zou je voor willen zijn. Dat is een hele andere discussie waar al heel erg veel over gezegd is. Hoe dan ook, het BIT is een mooi erfenis van de commissie Elias.