De elektronische overheid is niet eens een thema voor de politieke partijen. Terwijl we toch in de richting zullen moeten van een systeemverandering.
Niemand kan het ontgaan zijn: het verkiezingsseizoen is weer begonnen. Verschillende partijen hebben inmiddels hun kroonjuwelen gepresenteerd, variërend van één compact A4-tje tot een lijvig boekwerk van meer dan 200 pagina’s. Anderen hebben de publiciteit gezocht door zich te verontschuldigen, of omdat ze te veel als solist hadden geacteerd of de gemaakte beloftes helaas moesten bijschrijven in het bekende afdeling ‘overpromise and underdeliver’.
Interessant hoe wij als simpele burgers – en daarmee onderdeel van die veel bejubelde participatiemaatschappij – invloed kunnen uitoefenen op het regeerakkoord van de ploeg die straks in charge is om ons land te besturen naar 2020. Iets in mij zegt bij het lezen van de frequente blogs van onze digicommissaris Bas Eenhoorn dat hier alle reden voor is. Maar de recente bijdrage van Willem Pieterson slaat werkelijk alles! Want het is natuurlijk ronduit gênant te constateren dat, zoals hij concludeert, ‘elektronische overheid geen thema is voor de politieke partijen’. Huh? Vraag me werkelijk af onder welke steen onze politici hebben geleefd in de afgelopen periode. Zeker als we beseffen dat we aan de vooravond staan van de vierde industriële revolutie. Met werkelijk een ongeëvenaarde tsunami aan technologische veranderingen: robots, kunstmatige intelligentie, geavanceerde hersenwetenschap, genetica, nanotechnologie, quantumcomputers et cetera.
Anders dan Willem Pieterson zou ik daarom een stap verder willen gaan. Niet zozeer een discussie over e-overheid en de consequenties van een op handen zijnd digitaliseringsprogramma voor het publieke domein, maar het schetsen van inspirerende toekomstbeelden in verschillende segmenten van onze maatschappij. In de wereld van bijvoorbeeld zorg en welzijn, onderwijs, veiligheid, sociaal domein, milieu en mobiliteit. Dat ontbrekende hoofdstuk in het veelbesproken Elias-rapport van najaar 2014: welke toepassingen in deze domeinen zijn straks mogelijk als we nú vol gas geven op ICT en andere technologische investeringen? Waarbij we ons verbinden aan hele concrete doelen – uitgedrukt in klantwaarde – die we met elkaar in 2020 of 2025 gaan realiseren. Zonder dat traditionele getut over structuren, budgetten of bevoegdheden. Kijk maar eens hoeveel energie Tesla’s CEO Elon Musk weet te genereren met zijn masterplan part deux waarmee hij zich committeert aan drie doelen die over tien jaar zijn bereikt: zonnepanelen én accu’s zijn geïntegreerd, waarmee zijn auto’s energie genereren (1), het is tien keer veiliger dan de mens (2) en er wordt een boost gegeven aan sharen (3).
Want één ding staat vast: als we ons welvaartsniveau in de ‘BV Nederland’ op termijn willen vasthouden dan moeten we de toekomstige oplossingen niet benaderen vanuit de traditionele grenzen ‘publiek’ of ‘privaat’. Ingewikkelde vraagstukken laten zich alleen maar oplossen door het maatschappelijke issue centraal te stellen – en niet het instituut of het organogram! Dus vanuit een ‘triple helix’-benadering: een hecht samenwerkingsverband tussen partijen uit de wereld van overheid, markt en kennisinstellingen. Waarbij het gaat om het realiseren van een geïntegreerde performance: geen lamp, maar licht; geen hr-ketel, maar warmte; geen voertuig, maar mobiliteit. Allemaal redenerend vanuit de burger, consument, patiënt of reiziger. Maar wel duurzaam, veilig en bedrijfseconomisch levensvatbaar.
Ingewikkeld? Absoluut. Onmogelijk? Dacht het niet. Laat ik een voorbeeld geven vanuit mijn huidige rol bij De Innovatiecentrale. Driekwart van wat we vervoeren gaat via de weg; wereldwijd gaat dat jaarlijks om zo’n 8 miljard ton aan goederen. Het equivalent van een miljoen Eiffeltorens per jaar! Jawel. En dan te bedenken dat er niet alleen een geweldige groei wordt verwacht – deskundigen voorspellen dat de twaalf miljoen containers die nu jaarlijks in Rotterdam aandoen voor vervoer naar het achterland in een decennium zijn verdubbeld – maar dat het ook aanzienlijk duurzamer moet. Eind 2015 hebben we immers met elkaar een klimaatakkoord afgesloten. Iedereen kan bedenken dat deze opgaves niet te realiseren zijn met een aanpak ‘waarbij je de moertjes en schroefjes wat aandraait en her en der een plankje bijschaaft met de gedachte dat het dan wel weer jaren mee kan’. Dit vraagt dus om een systeemverandering die je alleen kan bereiken als iedereen daar z’n schouders onder zet. Niet alleen beleidsmakers, wegbeheerders of voertuigtoelatingsautoriteiten. Ook vervoerders, verladers, autofabrikanten, data- en softwareleveranciers enzovoort. Alle reden om hen eens uit te nodigen om van hen te horen hoe zij hierin zitten. Wat hun agenda is. In de vorm van een of meerdere 24-uurssessies, die we gaan organiseren. Om zo met elkaar in de geest van Covey (‘begin met het eind voor ogen: wat staat er straks als we nú optimaal gebruik gaan maken van nieuwe smart mobility-toepassingen’) zicht te krijgen op de patronen die we met elkaar moeten doorbreken om straks de bereikbaarheid en leefbaarheid te kunnen garanderen.
Het zou mijns inziens een schitterende uitdaging zijn voor de iBestuur-community om dat op te pakken. Om in de komende periode partijen uit de wereld van zorg en welzijn, onderwijs, veiligheid et cetera bij elkaar te brengen om na te denken over hoe dat wenkende perspectief eruit kan zien. Met een heldere en duidelijke stip op de horizon. Klinkt toch net wat anders dan concrete politieke standpunten over onderwerpen als statiegeld, zilvervlootsparen, jacht, de rol van de koning, de Europese Vlag, rijksmonumenten en bijen …
Dirk-Jan de Bruijn is directeur De Innovatiecentrale. Hij heeft zijn eigen veranderervaringen recent verpakt in Vastgeroeste Patronen doorbreken (Scriptum 2016).