De man die ooit de term computervirus bedacht (Fred Cohen, 1985), verdient hulde. De beste korte definitie van een virus die ik de afgelopen weken heb opgepikt: een pakketje erfelijke informatie dat zich reproduceert zonder toestemming van de gastheer. De coronacrisis wordt niet alleen veroorzaakt door het overspringen van informatie, ze leidt ook tot tal van informatievraagstukken. "Het is fantastisch wat er mogelijk is, maar aan de andere kant: wat is het nog behelpen!"
Direct na de uitbraak van het coronavirus ontstond een uitbraak van computervirussen en andere malware. Zowel cybercriminelen als cybersecurityspecialisten hebben overuren gemaakt alsof ze zelf op de intensive care stonden, zij het met minder persoonlijk risico. Het is te vroeg om de balans op te maken en te bezien of deze periode blijvende veranderingen tot gevolg heeft. Een ding is zeker: er is nu al een bibliotheek te vullen met beschouwingen, artikelen, webinars en boeken over de pandemie en haar gevreesde of gehoopte gevolgen.
Precies zo is er een compleet archief te vullen met besluiten en beleidsmaatregelen die tot stand zijn gekomen, de adviezen die daartoe geleid hebben en de discussies die daarop volgden. De archiefsector en informatiemanagers in Nederland zijn direct in actie gekomen. Het verzamelen van coronagerelateerd materiaal is direct aangemerkt als zogenaamde Hotspot. Dat betekent dat ook materiaal dat anders niet voor bewaring in aanmerking zou komen, nu verzameld wordt. Daarmee wordt een primaire taak van archivering gediend, namelijk het mogelijk maken van reconstructie en verantwoording van overheidshandelen. Dit is des te belangrijker omdat tijdens een crisis openbaarheid en transparantie snel onder druk staan. De parallel van de coronacrisis met oorlog wordt vaak getrokken en, zoals iedereen weet, is waarheid het eerste oorlogsslachtoffer. Minder gechargeerd kun je zeggen dat openbaarheid van bestuur en informatiebeheer niet beschouwd worden als prioriteit, wanneer het hele land zit te springen om extra ic-bedden, mondkapjes of slimme apps. Toch zijn die zaken essentieel voor rechtstaat en democratie, en later voor geschiedschrijvers.
De crisis heeft ook effect op informatie-uitwisseling of connectiviteit. Voor het eerst zijn we massaal op afstand gaan werken. Het is fantastisch wat er mogelijk is, maar aan de andere kant: wat is het nog behelpen! Als je ervaart hoe verbluffend virtual reality kan zijn, dan zijn Webex of Zoom nog maar kleitabletten. De waarschuwingen van cybersecurity-experts buitelen over elkaar heen, en worden massaal genegeerd. Er is een hele vergaderetiquette aan het ontstaan rond aanmeldproblemen, uitvallend beeld, krakende echo’s en rondzingende microfoons.
Wat zou het rustig zijn als we echt maar een of twee dagen per week hoeven te forensen. Wat zou het goed zijn als we echt minder gaan vliegen voor al die internationale werkbezoeken en conferenties. Maar wat is er dan nog veel voor nodig om net zo effectief (en plezierig) met elkaar te videoconferencen als rond de traditionele vergadertafel. Net als velen heb ook ik mijn verlanglijstje van gehoopte gevolgen van deze crisis: 1) een stimulans voor een digitaal duurzame informatiehuishouding ten behoeve van transparantie en verantwoording 2) minder mobiliteit en meer connectiviteit!
Marens Engelhard is Algemeen rijksarchivaris
Deze column staat ook in iBestuur magazine 35