Podium

I als onderdeel van het beleid?

De toenemende aandacht voor ICT in het sociale domein heeft ervoor gezorgd dat dit een relevant onderwerp is geworden voor uitvoering, beleid en bestuur. Toch zijn er nog genoeg uitdagingen waarbij ICT een belemmerende factor is, of juist kansen biedt. Het efficiënt en effectief inrichten van het berichtenverkeer tussen gemeente en aanbieder is één van die uitdagingen.

Beeld: Randall Bruder/Unsplash

Om ervoor te zorgen dat niet iedere gemeente in 2015 zelf het wiel uit hoefde te vinden zijn er door het programma iSociaal Domein drie uitvoeringsvarianten ontwikkeld. Het interessante aan een uitvoeringsvariant is dat deze de relatie legt tussen de door gemeente bewust gekozen uitgangspunten voor inkoop en uitvoering en de daarbij behorende uit te wisselen gegevens, zoals bijvoorbeeld toewijzing van zorg, facturatie en verantwoordingsinformatie.

Allereerst kan er gekozen worden voor de inspanningsgerichte variant (ook wel PxQ financiering). Dit betekent dat er gecontracteerd is op basis van product of dienst en dit administratief de meeste impact heeft. Ten tweede is er de zogenoemde outputgerichte variant. Hierbij zijn afspraken gemaakt over de te behalen output en wordt er gecontracteerd op basis van een traject of arrangement. Hierbij zijn het aantal uren niet relevant, maar staat de output voorop. Theoretisch heeft dit een minder grote impact op de administratie dan wanneer er per product of dienst wordt gecontracteerd. Tot slot is er de zogenoemde taakgerichte uitvoeringsvariant (ook wel lumpsum). Hierbij heeft de gemeente een aanbieder een taak voor een (deel)populatie gegeven en heeft de aanbieder de vrijheid om de invulling van deze taak vorm te geven. Het idee hierbij is dat bij deze variant er sprake is van minimaal berichtenverkeer tussen de gemeenten en de jeugdhulpaanbieder en de (vermijdbare) administratieve lasten ook het laagst zijn. Ook zal in theorie de verantwoording, naarmate er meer op basis van resultaat wordt gecontracteerd, minder frequent zijn als bij het contracteren op basis van PxQ.

Standaardisatie

Voor het berichtenverkeer is de iJeugdwet (alsook de iWmo) ontwikkeld om zodoende te borgen dat er sprake is van een zeker niveau van standaardisatie. Wanneer iedere gemeente een eigen werkwijze en standaard hanteert heeft dit een grote impact op de processen bij de jeugdhulpaanbieders en zorgt dit voor een onnodige stijging van de administratieve lasten. Door aan de voorkant bij het beleid en de contractering bepaalde keuzes te maken, zoals het geven van een taak aan een jeugdhulpaanbieder in plaats van het inkopen van een product, heeft dit een positieve invloed op de frequentie van gegevensuitwisseling en de impact op ICT-systemen. Interessant om te zien wat de samenhang is tussen beleidskeuzes en de inrichting van de administratieve organisatie.

Ook al zijn er standaarden bedacht voor het sociale domein, toch is er nog sprake van diversiteit. Hier kan gedacht worden aan het combineren van financieringsvormen. Een vast bedrag om een voorziening in stand te houden en een variabel bedrag voor het gebruik van deze voorziening. Ook kunnen bijvoorbeeld productcodes worden gebruikt om de verschillende jeugdhulpaanbieders in het berichtenverkeer van elkaar te onderscheiden. Ook waar wordt gepretendeerd dat er met een taakgerichte financiering gecontracteerd wordt, bestaat er nog wel een wens om het berichtenverkeer op individueel cliëntniveau in te regelen. Dit laat zien dat het domein nog volop in ontwikkeling is en standaarden op diverse manieren worden geïnterpreteerd.

Het gebruik van de standaarden wordt ook bepaald door de historie die een organisatie heeft met administratieve processen en de planning en control cyclus. Systeemtechnisch zijn de standaarden goed in te regelen, maar vanwege moverende redenen blijven uitzonderingen op de regel bestaan.

Gezamenlijk doorontwikkelen

Van belang is dat de standaarden gezamenlijk omarmd en doorontwikkeld moeten worden. Uiteindelijk zal dit besef in heel de keten aanwezig moeten zijn. Nieuwe manieren van financieren kunnen bijvoorbeeld zorgen voor een gewijzigde informatiebehoefte. Het mag niet zo zijn dat er bij een beleidsafdeling iets wordt bedacht waardoor professionals te maken krijgen met extra administratieve lasten die vermeden hadden kunnen worden. Het Ketenbureau i-Sociaal Domein, opvolger van het programma, heeft veel goede voorbeelden gedeeld via haar website.

Vooral de doorontwikkeling naar meer resultaat bekostigde financiering zal in de toekomst aandacht vragen. Wanneer iedere gemeente hiervoor een eigen model ontwikkelt zal dit veel variatie opleveren. Door gezamenlijk het landschap vorm te geven waarbij aan de voorkant van het beleid al wordt nagedacht over de informatiebehoefte, kunnen processen efficiënter en effectiever worden ingericht. Hierdoor blijft er meer tijd over voor de zorg voor de jeugdige wat uiteindelijk het doel is.

Wim de Jong is Rijks ICT Trainee bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en schreef dit artikel in het kader van zijn werkplek bij de Directie Jeugd

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren