Ideologie en informatiehuishouding, deel 3: Toekomstscenario’s
De afgelopen tien jaar is er vooral op de winkel gepast; voor elk probleem moest zo snel mogelijk een praktische oplossing worden gevonden. Dat heeft een zekere waarde gehad. Het nu tijd om fundamenteel na te denken over de informatiehuishouding van de toekomst. Daarbij spelen bij uitstek politieke vragen als de trade-off tussen veiligheid en privacy en tussen het voorzorgsprincipe en het belang van innovatie. Ook zal er nagedacht moeten worden over nieuwe standaarden.
Bij het op orde brengen van de informatiehuishouding wordt vooral gedacht aan technologische innovaties en organisatorische aanpassingen. Veel minder aandacht is er voor de rol van ideologie en politiek. Eerder publiceerde iBestuur een het eerste deel dat over kernwaarden ging. Het tweede deel ging over de ambities van politieke partijen op het gebied van digitalisering. In dit laatste deel van deze serie wordt ingegaan op verschillende toekomstscenario’s.
Noodzaak van een wenkend toekomstperspectief
De informatiehuishouding van de overheid kan gezien worden als een historisch gegroeide archipel van eilandjes die soms via bruggetjes of onderaardse gangen met elkaar verbonden zijn. Sommige eilandjes dreigen langzaam onder water te zakken, terwijl op andere plaatsen de bruggetjes hoognodig aan vervanging toe zijn. Zij vormen met elkaar de systeemwereld die wordt geregeerd door protocollen en procedures. De systemen zijn veelal gebouwd door het automatiseren van bestaande werkprocessen. Inmiddels is er een lappendeken ontstaan van aan elkaar geschakelde systemen (legacy), waarbij sommige onderdelen nog alleen met kunst en vliegwerk in de lucht kunnen worden gehouden door programmeurs die nog uit de voeten kunnen met COBOL, een programmeertaal uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. De manier waarop de overheid haar informatie heeft georganiseerd, vraagt om een nieuwe benaderingswijze. Er zal de komende jaren nagedacht moeten worden over een robuuste en toekomstbestendige informatiehuishouding.
Uit dit onderzoek blijkt dat de geïnterviewde Kamerleden en wetenschappers de oude ideologieën niet als achterhaald en obsoleet beschouwen. Juist ook in deze digitale wereld zijn kernwaarden als vrijheid en solidariteit en verantwoordelijkheid opnieuw relevant. Wel is het belangrijk om in deze tijd deze kernwaarden te doordenken. Hoe kunnen burgerlijke vrijheden en privacy in het digitale tijdperk gewaarborgd blijven? Solidariteit is geen gegeven in een wereld waarin verzekeraars straks veel preciezer de kans op ziekte kunnen voorspellen. En hoe geven we verantwoordelijkheid opnieuw vorm in een tijd waarin door algoritmes gestuurde besluitvorming steeds belangrijker wordt?
Digitalisme als nieuwe ideologie?
De ontwikkelingen op het gebied van digitalisering hebben grote maatschappelijke gevolgen op uiteenlopende terreinen. Het is denkbaar dat we nu aan de vooravond staan van een nieuwe ideologie, waarin digitale technologie de basis vormt van de samenleving. In deze benadering is technologie de primaire kracht die de maatschappij vormgeeft en transformeert. Technologische ontwikkelingen dicteren de structuur, cultuur en ontwikkeling van de samenleving en de digitale wereld en het internet vormen hier de belangrijkste pijlers van. Het digitalisme omarmt de kracht van technologie en ziet de digitale revolutie als de drijvende kracht achter economische, sociale en politieke vooruitgang. Hierin is een centrale rol weggelegd voor data en data-analyse. Er zijn techno-optimisten die geloven dat de voortdurende innovatie en ontwikkeling van digitale technologieën zal leiden tot verbeteringen in het dagelijks leven, de economie, de gezondheidszorg en andere aspecten van de samenleving. Digitale technologieën kunnen een platform bieden voor innovatie en creativiteit, waardoor nieuwe ideeën en bedrijven kunnen ontstaan. Het zou in deze visie ook leiden tot een democratisering van informatie en de mogelijkheden vergroten voor een bredere participatie in besluitvorming.
In zekere zin sluit dit aan bij het oorspronkelijke ideologiebegrip als ‘wetenschap der ideeën’. In de internationale concurrentiestrijd worden ideeën, kennis, digitale kennisinfrastructuur en vooral het creatief omgaan met en verbinden van kennis steeds belangrijker. Of het nu gaat om het domein van de overheid, de wetenschap, de markt of de samenleving; het draait steeds meer om het slim combineren en recombineren van ideeën.
De Nederlandse overheid zou launching customer kunnen worden van een nieuwe publieke informatiehuishouding in 2030. Voor een bedrag van 10 miljard euro per jaar kan er een buitengewoon krachtig quadruple helix consortium ontstaan – met overheid, markt, wetenschap en civil society – dat ook in Europees verband een voortrekkersrol kan spelen.
Systeemdenken als nieuwe ideologie?
Er zijn ook mensen die pleiten voor systeemdenken en holisme als nieuwe ideologie. Het holisme gaat ervan uit dat alles met elkaar verbonden is. In een systemische benadering van organisaties, wordt elk onderdeel en elk proces binnen de organisatie gezien als een deel van een groter geheel. Veranderingen in een onderdeel hebben invloed op dat geheel. Daarbij is er dus sprake van een onderlinge afhankelijkheid is tussen verschillende onderdelen. Het is een set van (complexe) processen die zich aan elkaar aanpassen, op elkaar reageren en elkaar beïnvloeden. Systeemdenken is daarmee het tegenovergestelde van mechanistisch denken. Bij mechanistisch denken gaat men ervan uit dat een organisatie bestaat uit de som der delen. In een mechanistische visie geldt dat, als iedere afdeling de eigen verantwoordelijkheden zo goed mogelijk uitvoert, we een goed functionerende organisatie creëren.
Overheidsorganisaties zijn tot dusver vooral ingericht op een mechanistische handelswijze. Afdelingsstructuren, managementlagen, leiderschap en meet- en verantwoordingsinformatie, het is vooral ingericht volgens mechanistische principes. De informatiehuishouding van de toekomst zal niet alleen gebaseerd moeten zijn op nieuwe ICT-systemen, maar zal ook gebaseerd moeten worden op natuurlijke principes van organisch besturen. We kunnen hierbij leren van de natuur. Principes als bottom-up signaalverwerking, feedbackmechanismen en netwerkorganisatie dragen bij aan het overleven, balans en groei van een ecosysteem of organisme. Het menselijk lichaam kan gezien worden als een complexe mini-samenleving waarin continu informatie wordt uitgewisseld en verwerkt. Met de opkomst van de systeembiologie hebben we beter inzicht gekregen in het lerend vermogen van organismen. De overheid kan leren van de natuur met haar regulerende structuren waarin sensitiviteit en responsiviteit als overlevingsmechanisme functioneert. op signalen centraal staan, vormen een inspiratiebron voor een responsieve overheid. Zie ook het essay ‘Organisch besturen’ van Irene Nooren c.s.
De menselijke maat als nieuwe ideologie?
Bijna alle partijen betogen dat de mens weer centraal moet komen te staan. Daarbij gaat het zowel om de burger als cliënt of gebruiker van een systeem, maar ook van de ambtenaar in de frontlinie van de uitvoering die met deze systemen moet werken. Een centraal uitgangspunt is daarmee de kanteling van een oriëntatie op de systeemwereld van protocollen en procedures naar de leefwereld van mensen van vlees en bloed. ICT-trajecten van de overheid moeten beginnen bij de uitvoerders en de burgers. Uiteindelijk gaat het om de vraag of burgers daadwerkelijk geholpen worden. Kies het perspectief van de professionals in de uitvoering en van de eindgebruiker en bouw systemen – met kleine stapjes – samen met hen. De georganiseerde civil society – met organisaties als de Waag, Open State Foundation en VVOJ – kan de overheid daarbij scherp houden. Daarbij is het belangrijk om multidisciplinair te werken en ontwerpers, psychologen, gedragsdeskundigen en biologen te bevragen wat de menselijke maat volgens hun vakgebied betekent. Pas deze inzichten vervolgens toe bij de ontwikkeling van de informatiehuishouding.
Ten slotte
De informatiehuishouding van de overheid is geen thema dat grote groepen mensen in vervoering brengt. Het thema werd nauwelijks besproken in verkiezingsprogramma’s en al helemaal niet in de politieke debatten in de aanloop naar verkiezingen. Het thema lijkt saai, bij uitstek ‘managerial’, en mag zich eigenlijk alleen in de belangstelling verheugen van een kleine groep professionals. Misschien is dat ook wel het grootste probleem. Ondanks het feit dat de maatschappelijke kosten jaarlijks meer dan 10 miljard euro bedragen (€ 10.000.000.000,-), wordt het thema in zekere zin door politiek en bestuur ‘over de schutting gegooid’ en overgelaten aan ambtenaren, IT-bedrijven en grote consultants. Dat is wellicht voor de betrokken bedrijven prettig, maar vanuit maatschappelijk perspectief zijn daar grote vraagtekens bij te zetten. Het gaat hier immers om de informatie infrastructuur van de toekomst, om een infrastructuur die bepalend is voor een adequate dienstverlening aan bewoners, een effectieve en efficiënte werkomgeving voor ambtenaren en een hoogwaardige informatievoorziening en verantwoording aan Kamerleden, journalisten en burgers.
De afgelopen tien jaar is er vooral op de winkel gepast; voor elk probleem moest zo snel mogelijk een praktische oplossing worden gevonden. Dat heeft een zekere waarde gehad. Het nu tijd om fundamenteel na te denken over de informatiehuishouding van de toekomst. Daarbij spelen bij uitstek politieke vragen als de trade-off tussen veiligheid en privacy. Tussen het voorzorgsprincipe en het belang van innovatie. Ook zal er nagedacht moeten worden over nieuwe standaarden. Zoals de Comptabiliteitswet nodig was voor het op orde krijgen van de begroting, zo zal er ook in het domein van de informatiehuishouding nagedacht moeten worden over de standaarden die gaan gelden voor de toekomst. Welke waarden willen we daarin tot uitdrukking brengen? Hoe ziet die eruit? Gaan we vertrekken vanuit een digitalistische visie waarbij de mogelijkheden van de digitale wereld leidend zijn? Wordt de huidige marktgedreven ontwikkeling – waarbij bedrijfsbelangen mede leidend zijn – verder doorgezet? Wordt het een systemische benadering, waarbij we digitalisering in samenhang met organisatie en cultuur opnieuw gaan doordenken? Of vertrekken we vanuit de menselijke maat – en de relatie tussen burger en overheid – als centraal referentiepunt? Iedere benadering heeft voordelen, maar ook nadelen. Deze vraagstukken zijn in ieder geval te belangrijk om alleen aan deskundigen over te laten.
Onderzoek
De Regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond verzocht aan Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI) een onderzoek te doen naar het thema ‘Ideologie en informatiehuishouding’.
De belangrijkste vragen van het onderzoek zijn:
- Wat zijn de kernwaarden in de belangrijkste politiek-ideologische stromingen in het Nederlandse politieke landschap?
- Wat is hun visie op de rol van de overheid vanuit deze verschillende politiek-ideologische stromingen?
- Wat is hun visie op hoofdlijnen op het gebied van digitalisering, transparantie en informatiehuishouding?
Voor het analyseren van het gedachtegoed van politieke partijen zijn bronnen gebruikt als beginselprogramma’s, verkiezingsprogramma’s, websites, publicaties en interviews met Kamerleden of directeuren van wetenschappelijke bureaus.
Lees ook:
- Ideologie en informatiehuishouding, deel 1: Kernwaarden – iBestuur
- Ideologie en informatiehuishouding, deel 2: Politiek ambities – iBestuur
Feitelijk praten we hier over het zoeken van een balans tussen humanisme en digitalisme, twee ogenschijnlijk tegengestelde benaderingen die in werkelijkheid echter complementair kunnen zijn wanneer ze strategisch worden ingezet. Vanuit de menselijke maat kijken we naar de toegankelijkheid en ethiek van de informatiesystemen, waarbij we rekening houden met diversiteit in behoeften en het waarborgen van kernwaarden als vrijheid, solidariteit en verantwoordelijkheid. Als we hier alleen te strak op focussen, vertraagt dat innovatie en vergroot dit complexiteit , wat de schaalbaarheid en efficiëntie van systemen kan beperken, waarmee we ons doel – waardevolle collectieve goederen en diensten realiseren – voorbij schieten. Systemisch denken vanuit digitalisme biedt juist een kader voor integratie en connectiviteit, waarbij data en technologie worden ingezet als de primaire drijfveren voor maatschappelijke en organisatorische verandering, waarbinnen je – dankzij Legal Engineering en Policy Enforcement de aspecten van de menselijke maat juist prima kunt meeprogrammeren. Data Spaces zijn al prima voorbeelden van hoe interoperabiliteit, privacybescherming en stimulatie van een innovatief ecosysteem kunnen samengaan, zelfs binnen de complexe structuren van de overheid.
Het is dus niet OF/OF, maar EN/EN: de menselijke maat garandeert dat technologieën inclusief en rechtvaardig blijven, terwijl digitalisme zorgt voor de noodzakelijke efficiëntie, schaalbaarheid en vooruitgang. Laten we uitkijken dat ‘menselijke maat’ geen vage wens van digibeten blijft. Maak het expliciet! Wat is een recht, wat is een plicht, welke ethische norm bedoelen we en van welke versie of variant? Welke ontologie? Taxonomie? Semantiek? Jurisdictie? Niet voor niets draait Nederland hartstikke goed mee in de top van bijvoorbeeld Linked Data, iShare.eu en https://www.w3.org/community/htmlvoc/