Sinds de opkomst van de computer, in het midden van de vorige eeuw en het internet, is ons leven steeds meer aan het ‘digitaliseren’. We ontwikkelen ons richting een slimme en efficiënte informatiesamenleving, waarin alles wordt gemeten, data worden uitgewisseld en geanalyseerd met slimme computers. Hoe kan technologie ons als individu en als samenleving verbeteren?
Digitalisering is tot nu toe sterk gedreven geweest door ‘industriële’ principes zoals consumptie, concurrentie, efficiency en winst. Met als exponent een winner-takes all-gedreven platformeconomie en een verregaande robotisering waarbij we op het punt staan om de mens als zwakste schakel te elimineren en te vervangen door kunstmatige intelligentie. Tegelijkertijd hebben we systemen gecreëerd waarin de menselijke maat zoek lijkt en de aarde verder uitgeput. We zijn tot het gaatje gegaan.
Verandering van tijdperk
Er is een groeiend besef dat dit niet langer houdbaar is. We zullen de volgende stap moeten maken: naar een samenleving waarin de mens en diens omgeving en de menselijke maat weer centraal staan. Dat betekent onder andere dat digitalisering en andere technologische ontwikkelingen nog meer ondersteunend moeten worden aan de mens; en dat deze ingezet moeten worden om de maatschappij beter te maken: gezond, veilig, duurzaam, veerkrachtig en inclusief.
Samenleving 5.0
Dit besef vertaalt zich in het opkomende begrip Society 5.0, om onderscheid te maken met Society 4.0, waarbij de technologie nog centraal stond: rekenkracht, computers en mobiele communicatie- en informatienetwerken.
Samenleving 5.0 wordt onder andere door de Japanse overheid, die het begrip introduceerde in 2018, en Capgemini (2020) aangeduid als “een samenleving waarin de grens tussen mens en computer steeds vager wordt en de fysieke en digitale wereld meer dan ooit met elkaar verknoopt raken”. Hierbij wordt gedoeld op onder andere cloud computing, kunstmatige intelligentie, Big Data en Virtual (VR) and Augmented Reality (AR).
Een “superslimme samenleving” waarin de mens centraal staat en die economische vooruitgang balanceert met het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Met in het kielzog hiervan Industry 5.0: de manier waarop we onze organisaties digitaliseren en automatiseren.
De Europese Commissie heeft dit begrip eveneens omarmd en streeft in het werkplan van haar nieuwe stimuleringsprogramma (Horizon Europe) naar een Industry 5.0: innovatie moet bijdragen aan weerbaarheid (indachtig COVID), inclusiviteit, gender-gelijkheid, diversiteit en duurzaamheid. Hoe die Industry 5.0 en Society 5.0 er precies uit moeten gaan zien wordt overgelaten aan de indieners van voorstellen.
De boodschap is feitelijk hetzelfde: de technologie zal de mensheid en onze planeet redden.
Er wordt veel verwacht van het trainen en herscholen van personeel, ze nieuwe vaardigheden leren om beter om te gaan met digitale technologieën. Een andere populaire term is user-centric design, systemen ontworpen met de mens centraal. CapGemini schetst het voorbeeld van een nog betere klantervaring doordat de overheid één gezicht heeft (een ‘interface’) en de ‘burgerreis’ centraal stelt: dus haar dienstverlening koppelt aan belangrijke levensgebeurtenissen (zoals geboorte, wonen, trouwen, sterven); een concept dat ook in de zorg en financiële dienstverlening in opkomst is. Bedrijven willen zo een langdurige relatie aangaan met klanten en op het juiste moment met diensten inspelen op gebeurtenissen.
Een zelfrijdende rolstoel moet de samenleving inclusiever maken. En in Japan droomt men van zorgrobots die ouderen meer aandacht geven zodat ze gelukkiger oud worden en een slim energienetwerk met een stabiele energielevering ondanks een hele diverse, lokale klein- en grootschalige energieproductie.
Zijn dit eigenlijk niet dezelfde verhalen die we al jaren horen, onder de noemer smart cities (Samenleving 4.0) en smart industry (Industry 4.0)? De boodschap is feitelijk hetzelfde: de technologie zal de mensheid en onze planeet redden.
Symbiose
Was het maar zo eenvoudig! Goed dat het bewustzijn is toegenomen dat er dingen moeten veranderen; goed dat grote organisaties en overheden zich realiseren dat ze vaak gefragmenteerd werken en slecht naar klanten luisteren; goed dat we beseffen dat onze technologische systemen niet neutraal zijn maar waardengedreven. Maar daarmee staan we pas aan het begin van een echte verandering van tijdperk.
We zijn op een punt in de geschiedenis gekomen dat we bijna alles kunnen ‘programmeren’ en ‘ontwerpen’ naar onze wensen. De informatierevolutie brengt ons als samenleving dus terug naar de fundamentele vraag wat voor samenleving we willen zijn en wat een menswaardig bestaan is. De echte grote uitdaging voor deze nieuwe tijd, dit nieuwe tijdperk, is dus niet de technologie maar de fundamentele en morele vragen: wat vinden we eerlijk en rechtvaardig? Hoe genereren en (her)verdelen we welvaart? Welke rol speelt de economie binnen een breder welvaartsgebegrip? Wat is moreel goed of verstandig om te doen – ook als we ons niet kunnen verschuilen achter de ‘gemakkelijke’ economische principes als rendabel, efficiënt en eigenbelang?
Vervolgens kan dan de vraag aan de orde komen: Wat voor technologie hebben we daarvoor nodig? Is dat technologie die zuiver gericht is op het versterken van ons cognitieve vermogen (met nog meer data, informatie, ‘feiten’ en kennis)? Hoe moet de kunstmatige intelligentie eruitzien die ons daarbij kan helpen? Die menselijke kwaliteiten als creativiteit en empathie kan versterken en aanvullen, die complementair is, die mensen helpt om verbanden te ontdekken in schijnbaar ondoorgrondelijke hoeveelheden data, die helpt om scenario’s te maken en de gevolgen van keuzes door te rekenen, zodat wij als samenleving daarmee betere keuzes kunnen maken?
Zijn we in staat zulke technologie te ontwikkelen? Zal de artificiële intelligentie, door mensen en naar menselijk voorbeeld geschapen, een exponent zijn van onze menselijke ‘beperkingen’, een echo van wat we graag willen horen, ‘satisficing’ zoals Google’s zoekmachine? Of gaat AI ons een spiegel voorhouden en confronteren met onze beperkingen, ons uitdagen om de volgende stap te zetten in onze beschaving? En accepteren we dat of verwerpen we zulke technologie? De COVID-pandemie laat zien hoe we onze toevlucht zoeken in alternatieve waarheden die aansluiten bij onze overtuigingen of ons wantrouwen jegens anderen.
Ambitieus doel
Kortom, laat Society 5.0 een ambitieus doel zijn voor onszelf als mensen en samenleving zijn,. En niet een aan inflatie onderhevige term voor de op een maatschappelijke doorbraak wachtende informatisering en automatisering, gepusht door IT-bedrijven en gesteund door overheden die in de technologie ‘eenvoudige’ oplossingen hopen te vinden voor een complexe wereld. Het is mijn wens voor 2022 dat we hier echt werk van gaan maken.
Maurits Kreijveld is futuroloog