Middenin de digitale storm is het tijd voor een pas op de plaats. Het is tijd voor vertraging, voor rust, wijsheid en ruimte.
In het enkele jaren na de val van de Berlijnse muur verschenen boek ‘Het einde van de geschiedenis en de laatste mens’ (1992) voorspelde de destijds nog onbekende schrijver Francis Fukuyama het einde van de voortdurende rivaliteit tussen politieke en ideologische systemen. De toekomst was aan de liberale democratie en de vrije markt. Het was de juiste boodschap op het juiste moment, het boek werd een wereldhit, de auteur een wereldster.
Maar het bleek een te optimistische boodschap. We kregen de Twin Towers en IS, we zien de opmars van de staatsgeleide Chinese economie, hoe EU-landen als Polen en Hongarije openlijk knabbelen aan de pijler onder de liberale democratie, de rechtsstaat en een groeiend onbehagen over de in de ogen van menigeen doorgeslagen liberalisering van de markten. Wat is ons antwoord? Wat brengt de toekomst ons? Het zijn vragen die per dag aan urgentie winnen. Niet alleen vanwege de bedreigingen van de liberale democratie, maar vooral door de voortrazende technologische revolutie, die veel van wat tot voor kort vanzelfsprekend was op losse schroeven zet. Net zoals in 1989 lijken we aan de vooravond te staan van ingrijpende maatschappelijke veranderingen. De onzekerheid is groot en daarmee ook de behoefte aan analyse en duiding van wat op ons afkomt. In die behoefte voorziet een nieuwe ster aan het firmament: de filosoof en historicus Yuval Noach Harari, die wereldroem vergaarde met zijn boeken ‘Homo Deus’, ‘Sapiens’ en ’21 lessen voor de 21ste eeuw’. ‘Door technologische ontwikkelingen wordt de kernidee van het liberale wereldbeeld ontmaskerd als een fictie. Liberalisme is gebaseerd op een sterk geloof in de vrije wil en het individualisme.
Dat werkte prima in de 20ste eeuw. Maar nu verandert de technologische realiteit’, zei hij in een toelichting op zijn laatste boek. Niemand weet hoe de wereld er in 2040 uit zal zien, ook Harari waagt zich niet aan een voorspelling, anders dan dat er veel, heel veel op het spel staat – van banen en zorg tot aan het voortbestaan van de liberale democratie aan toe. Maar, voegde hij daaraan toe, de technologische revolutie is geen natuurverschijnsel, we kunnen er wel degelijk invloed op uitoefenen.
Kunstmatige intelligentie, wat de dominante technologie van deze eeuw zal worden, kan worden ingezet om burgers te onderdrukken, maar ook om ze gezonder en onafhankelijker te maken. Veel zal afhangen van de keuzes die we maken, keuzes die we als Europa beter niet kunnen overlaten aan een paar grote Amerikaanse techbedrijven of Chinese staatsbedrijven, zoals nu dreigt. We zullen de ruimte en de tijd moeten creëren om zelf diepgaand na te denken over waar we met onze samenleving naar toe willen. Over de toekomst van werk, zorg, privacy, over een herverdeling van taken tussen landsbestuur en de met uitvoerende taken overladen gemeenten, zoals onlangs door Douwe Jan Elzinga werd bepleit in de Volkskrant, maar over de wijze waarop we ons onderwijsstelsel hebben georganiseerd.
Aardig in dit verband was een congres van Kennisnet, met als centrale vraag: waarom is het onderwijs georganiseerd zoals het is georganiseerd? Met andere woorden, waarom doen we nog steeds alsof we in de 20ste eeuw leven, terwijl de samenleving van de 21ste eeuw heel andere eisen stelt aan de manier waarop we het onderwijs organiseren?
Een nieuwe tijd vraagt om nieuwe, frisse ideeën, die bij voorkeur tot stand komen in een open uitwisseling van inzichten en ervaringen tussen wetenschap, samenleving en filosofie. Tijdens een leergang aan de Filosofische School Nederland heb ik mogen ervaren hoe inzichtelijk en vruchtbaar die confrontatie van de verschillende werelden is. Mede op basis van de inzichten die ik daar heb opgedaan wil ik deze column graag benutten om een pleidooi te houden voor vertraging, voor rust, wijsheid en ruimte. Het is misschien een wat ongewoon voorstel om middenin de digitale storm te pleiten voor een time-out, maar het is mijns inziens hard nodig. Waar staan we, wat zijn de effecten van de technologische revolutie, waar willen we als samenleving naar toe en hoe komen we daar? Het zou mooi zijn als politici het komende verkiezingsjaar hierop ingaan in plaats van op inkomensplaatjes en groeicijfers.
Larissa Zegveld is algemeen directeur van Wigo4it, de coöperatie van de sociale diensten van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht op het gebied van informatievoorziening. Begin 2019 werd zij benoemd tot voorzitter Forum Standaardisatie, ingesteld door de Nederlandse overheid met als doel het gebruik van open standaarden in de publieke sector te stimuleren.