Markt en overheid kunnen samenwerken onder ‘geregisseerde liberalisering’

‘De overheid heeft een publieke taak om een goedwerkend informatiesysteem te maken. Dat is een randvoorwaardelijke taak van de rijksoverheid.’ Alleen dan kan goed samengewerkt worden met maatschappelijke en private partijen, stelt Romke van der Veen, emeritus hoogleraar aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences.
In zijn afscheidsrede, vastgelegd in het boek ‘Onbemind en overvraagd?’ gebruikt Van der Veen de term ‘geregisseerde liberalisering’ voor de manier waarop markt en overheid kunnen samenwerken.
Wat verstaat u onder ‘geregisseerde liberalisering’?
‘Geregisseerde liberalisering is een contradictio in terminus, die soms kan werken, bijvoorbeeld bij de Zorgverzekeringswet. Private zorgverzekeraars hebben een acceptatieplicht. Ze moeten iedereen aannemen als klant. Mensen hebben een verzekeringsplicht, wij moeten ons verzekeren. En dan hebben we nog de zorgplicht en het basispakket. Zorgverzekeraars zijn aan strikte regels onderworpen en het is een mooi voorbeeld van bij elkaar brengen van markt en publieke sturing. Het voordeel van de markt en het voordeel van collectieve voorzieningen. Het is ingewikkeld, maar voor de Zorgverzekeringswet werkt het. Natuurlijk zitten er haken en ogen aan, zoals wachtlijsten, maar het is een voorbeeld van het systeem dat redelijk werkt. Het wordt ingewikkelder wanneer concurrenten moeten samenwerken. Dat zien we bijvoorbeeld in de zorg voor ouderen.’
Kan dit ook toegepast worden op de samenwerking tussen softwareleveranciers en de overheid?
‘Als we de discussie verleggen naar de rol van de markt en de overheid op het terrein van informatisering, dan vind ik dat de overheid de verantwoordelijkheid moet nemen voor de informatiearchitectuur. Door de decentralisatie bijvoorbeeld hebben gemeenten een omvangrijke taak op het sociaal domein, maar vervolgens laat de overheid ze werken met verschillende informatiesystemen waardoor gegevensuitwisseling, noodzakelijk voor samenwerking, lastig wordt. Vergelijk het met het spoor: als je de trein privatiseert moet je de rails publiek houden. De roep om een beter informatiesysteem voor gemeenten horen we al 25 jaar, maar de centrale overheid heeft die in mijn ogen randvoorwaardelijke taak niet opgepakt.’

Hoe kan digitalisering bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening?
‘Door met technologie informatie beter te organiseren en zo toegankelijker te maken voor de uitvoering. Let wel, aan het eind van het proces moet altijd een menselijke uitvoerder zitten die de besluiten neemt. Juist door de onvermijdelijke complexiteit van de wet- en regelgeving kan een algoritme niet alle uitzonderingen afdekken. Ik vraag me af of dat überhaupt mogelijk is. Ook moet er een menselijk contactpersoon zijn om de burger te helpen, want iedereen moet mee kunnen doen. Maar probeer die maar eens te bereiken. Steeds vaker wordt het bijna onmogelijk de robot te passeren en een echt mens te pakken te krijgen.’
Beeld: Christiaan Krouwels
‘Je hoort het niet vaak meer, maar de Belastingdienst won meer dan 10 jaar geleden de prijs voor beste uitvoerende overheidsorganisatie. Het jaar erop won de Sociale Verzekeringsbank. Sindsdien zijn beide organisaties door diepe dalen gegaan, mede door de complexiteit van nieuwe taken, zoals bijvoorbeeld de toeslagen. Het vooringevulde formulier voor de inkomstenbelasting heeft veel levens makkelijker gemaakt. Dat was een succesvolle manier van ICT inzetten, maar het is geen wondermiddel. Je hebt altijd het oog nodig van de ambtenaar. Hoe eenvoudiger de regels, hoe makkelijker uitvoerbaar en hoe beter te digitaliseren, maar een zekere mate van complexiteit blijft. Zeker zodra de politiek zich ermee gaat bemoeien.’
Voor burgers is de wet- en regelgeving, zeker in het sociaal domein, erg ingewikkeld geworden. Kan het niet eenvoudiger?
‘Het is te makkelijk om te roepen dat alles eenvoudiger moet. Beleid is altijd een compromis, een evenwicht tussen tegenstrijdige doelen en verschillende belangen. Een zekere mate van complexiteit is daarom onvermijdelijk. We kennen universele regelingen zoals bijvoorbeeld de AOW en de kinderbijslag. Daartussen verwachten wij veel van mensen en stellen we voorwaarden gesteld aan wat zij krijgen. Dat resulteert in meer selectieve regelingen en die zijn altijd complex om uit te voeren. De roep om vereenvoudiging blijft, maar de politieke dynamiek die tot complexiteit leidt ook. En dat wordt verder gestimuleerd door een gebrek aan vertrouwen.’
‘De complexiteit van regelingen speelt een belangrijke rol in uitvoeringsproblemen. Dat burgers de weg niet vinden of fouten maken kan niet verbazen. De overheid zou de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering en handhaving meer naar zichzelf moeten toetrekken en de verantwoordelijkheid niet vooral bij de burger moeten leggen zoals nu gebeurt. Dit kan door bijvoorbeeld in de ouderenzorg met één loket te gaan werken over meerdere regelingen heen. Dat vraagt echter om vertrouwen in de uitvoering en om breed inzetbare ambtenaren en die ontbreken beide.’
Denkt u dat beleidsmakers klaar zijn om het anders te gaan doen?
Ik zie zeker een veranderend sentiment rondom uitvoerings- en handhavingsproblemen. Tegelijkertijd zie ik ook een autonome dynamiek die complexiteit en een gebrek aan vertrouwen stimuleert. Door meer inzicht te geven in de oorzaken daarvan hoop ik bij te dragen aan een realistischer visie op de uitvoering van beleid en aan een meer responsieve publieke dienstverlening.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in iBestuur Magazine #55 van juni 2025
Nog geen gratis abonnement? Klik HIER
Lees ook: