Podium

Met platformen sturen op maatschappelijke doelen

Overheden willen graag met data en digitale platformen sturen op maatschappelijke doelen, zoals verduurzaming. Realiseer je dat digitalisering geen quick fix is voor verduurzaming en dat beide ontwikkelingen een grote impact gaan hebben op hoe de overheid zelf werkt en (be)stuurt. Ze zullen op nieuwe manieren moeten leren samenwerken en ‘samen sturen’ met bedrijven, andere overheden en burgers en maatschappelijke organisaties.

Beeld: Shutterstock

Overheden, van Europa, Rijk en provincies tot aan gemeentes verkennen de mogelijkheden om met platformen meer te gaan sturen op het realiseren van maatschappelijke doelen, zoals de energietransitie. De ‘samenwerking’ verloopt hierbij door het uitwisselen van data en het gebruik van een gemeenschappelijke datacollecties, normen en standaarden bijvoorbeeld ten aanzien van emissies of energieprestaties.
De afgelopen jaren zijn er diverse adviesrapporten uitgebracht hoe de overheden dit zouden kunnen aanpakken, zoals Digitaal Duurzaam, Regie op data uit de stad, Dataplatforms: voedingsbodem voor morgen en Meer grip op de leefomgeving.
In bepaalde rapporten wordt er zelfs voor gepleit om regelgeving en beleidskaders om sturing op maatschappelijke doelen mogelijk te maken. Hiermee samenhangend bekijken overheden ook hoe ze samenwerking door het delen van data tussen meerdere partijen kunnen afdwingen of als voorwaarde kunnen stellen. De provincies hebben richtlijnen ontwikkeld voor het verminderen van stikstofdepositie in de leefomgeving.

Leiderschap gevraagd en een andere (kijk op) platformen

De grote uitdaging is om een balans te vinden tussen de uiteenlopende belangen van alle stakeholders, die niet altijd te verenigen zijn.
Soms moet de overheid vanuit het langeretermijnperspectief een hogere ambitie durven stellen of daartoe uitdagen, dan de samenleving of de markt op dat moment al comfortabel vindt.
We zien ook dat de partijen (overheden, bedrijven) tijd nodig hebben om gezamenlijk tot overeenstemming te komen over de koers, over de gestelde doelen en hoe deze gemeten worden. Dit alles vraagt om een andere kijk op sturing via platformen.

Bedrijven geven aan dat ze meer betrokken willen worden bij belangrijke transitievraagstukken. Ze willen niet alleen normen opgelegd krijgen rond bijvoorbeeld stikstof- en CO2-emissies.

Coöperatief en participatief: inclusief

Bij maatschappelijke doelen horen platformen met een meer coöperatieve en open structuur. Platformen die lokaal partijen bij elkaar brengen rondom gedeelde maatschappelijke waarden en ze helpen om hun onderlinge inspanningen te coördineren.
Dit in plaats van marktplaatsen zijn waar vraag en aanbod transparant bij elkaar gebracht worden op grote schaal en partijen met elkaar concurreren.
Je zou een multimodaal vervoersysteem van meerdere partijen kunnen zien als een lokale, coöperatieve, open tegenhanger van het platform dat Uber in zijn eentje probeert te bouwen en besturen. En waarmee het in harde concurrentie is met enkele andere spelers hier hetzelfde beogen. De data en digitale infrastructuur van platformen zijn daaraan ondersteunend.
In een coöperatief platform past het dat de informatie over vraag en aanbod naar mobiliteit gedeeld wordt met andere aanbieders en andere partijen zoals overheden en burgers. En dat deze partijen hetzelfde doen. Dit vanuit de gedachte dat alle gecombineerde data meer waarde heeft dan de data die een individuele speler kan verzamelen en het besef dat partijen elkaar nodig hebben om succesvol diensten uit te rollen.
Daarnaast past het bij een coöperatief platform dat alle partijen gezamenlijk standaarden en normen ontwikkelen. Dus dat overheden dit samen met bedrijven en burgers oppakken. Bedrijven geven aan dat ze meer betrokken willen worden bij belangrijke transitievraagstukken. En ze willen niet alleen normen opgelegd krijgen rond bijvoorbeeld stikstof- en CO2-emissies maar ruimte krijgen om met creatieve oplossingen te komen vanuit een bredere en meer genuanceerde blik op de maatschappelijke opgaven. Dit betekent dat ze dus ook meer betrokken willen zijn bij de discussie over de te verzamelen data en de interpretatie ervan, de gebruikte modellen en het stellen van normen.

Voldoende open

Verder is het belangrijk dat de platformen voldoende open zijn. Dit zorgt ervoor dat nieuwe partijen gemakkelijk kunnen aanhaken en het ecosysteem rond een platform rijker kan worden. Het betekent ook dat de verzamelde en gedeelde data gemakkelijk kan stromen tussen de verschillende partijen en er minimale toegangsdrempels zijn. Partijen kunnen met deze data hun eigen diensten ontwikkelen of activiteiten starten.
Hiervoor zijn interoperabiliteit van data en koppelbaarheid van databestanden een belangrijke voorwaarde. Dit naast de kwaliteit van de data en goede afspraken over in hoeverre datasets mogen worden gebruikt voor welke (andere) doelen.

Publiek en privaat

Een belangrijke uitdaging is de samenwerking tussen publieke en private partijen. Beiden spelen immers een belangrijke rol bij het realiseren maatschappelijke opgaven. De markt komt voortdurend met nieuwe en innovatieve ideeën en heeft doorgaans veel oog voor gebruikersgemak en goede dienstverlening.
Bedrijven hebben om commerciële redenen vaak de neiging om hun platform te sluiten en data voor zichzelf te houden. Er is toenemende kritiek hierop doordat bepaalde platformaanbieders uiterst machtig zijn geworden en lastig zijn aan te pakken. Hierbij groeit de roep publieke, alternatieve platformen en diensten te bouwen voor commerciële diensten. Toch hebben veel van deze open initiatieven een slechte track record.
Wanneer bedrijven ‘gedwongen’ worden om data te delen, zullen zij andere verdienmodellen moeten ontwikkelen en kunnen zij niet volledig worden opgezadeld worden met de kosten en exploitatie van een platform, zoals veel overheden graag zien.
Overheden zullen van tevoren moeten werken aan kaders op dit vlak om zo aan bedrijven duidelijkheid en zekerheid te geven bij het verder onzekere transitiepad van verduurzaming. Hierbij kunnen overheden andere partijen met positieve prikkels uitdagen om de lat hoger te leggen dan zij uit zichzelf geneigd zijn te doen.

Hoog tijd dat overheden de ‘twin challenge’ van digitalisering en verduurzaming met beide handen gaan aanpakken.

Evoluerend: voortdurend leren en bijsturen

De energietransitie is geen recht-toe-recht-aan implementatie van een oplossing maar een gezamenlijke zoektocht, die vraagt om voortdurende afstemming, bijsturen en evolueren van het platform en het gezamenlijk dragen van verantwoordelijkheid, tussen bedrijven, burgers en overheden.
Dit betekent dat de platformen zich voortdurend moeten aanpassen aan de veranderende omgeving, net als commerciële platforms dat doen, door meer of minder open te worden, of door meer of minder concurrentie toe te staan, of door normen gaandeweg bij te stellen. Dit maakt het werken met platformen een adaptieve en wendbare strategie.

Oude wijn in nieuwe zakken?

Kortom, een complexe opgave voor overheden die aan de energietransitie willen gaan werken met digitale platformen. Toch kun je je afvragen of de geschetste uitdagingen echt nieuw zijn.
Zijn het niet dezelfde uitdagingen waar overheden al jaren voor aan de lat staan en die we kennen uit talloze beleidsagenda’s zoals de Omgevingswet, open overheid, burgerparticipatie, smart cities en de overheid als platform? Agenda’s die vaak nog ingegeven waren door wensdenken of technologie-optimisme? Het lijkt erop dat de puzzelstukken van deze agenda’s nu eindelijk in elkaar beginnen te vallen. Omdat ze richting en zingeving krijgen door de energietransitie en andere maatschappelijke opgaven. Zo bezien is het inderdaad hoog tijd dat overheden deze ‘twin challenge’ van digitalisering en verduurzaming, met beide handen te gaan aanpakken.

Maurits Kreijveld is futuroloog

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren