Mondiale top in Spanje: open overheid is geen luxe, maar de basis
Als je het aan de Nederlandse kiezer vraagt, is transparantie van de politiek een van de belangrijkste onderwerpen. Maar het onderwerp kwam niet duidelijk naar voren tijdens de afgelopen verkiezingscampagne. Dat was wel anders eerder deze maand in Vitoria-Gasteiz, in Spaans Baskenland. Daar kwamen meer dan 2.000 mensen uit 75 landen bij elkaar om het belang van een open overheid te onderstrepen. Wie waren dat en waar hadden ze het over? Serv Wiemers was erbij en constateert op basis van de debatten: open overheid is geen luxe, het is de basis.
Van 6 t/m10 oktober vond in het Spaanse Vitoria-Gasteiz de Global Summit van het Open Government Partnership plaats. In een deelsessie over transparante inzet van algoritmes vond ik mijzelf terug tussen collega’s uit Chili, Nigeria en Georgië. Mensen vanuit overheid, wetenschap en maatschappelijk middenveld deelden hun visie en ervaringen. Ze bleken tegen dezelfde uitdagingen op te lopen. Hoe maak je een algoritme begrijpelijk voor de burger? Wie is verantwoordelijk voor een register? Hoe kun je samenwerking tussen overheid en maatschappij goed inrichten?
Ook de plenaire sessie was een feest der herkenning, ondanks dat de panelleden uit alle hoeken van de wereld kwamen. ‘Democratie staat onder druk.’ ‘Vertrouwen in politiek en overheid daalt. Transparantie is het antwoord.’ ‘Informatie is niet van de overheid, maar wordt slechts beheerd door de overheid.’
Onderwerpen waar ik hier dagelijks mee bezig ben, blijken over de hele wereld te spelen.
Beeld: Serv Wiemers
Obama
Het Open Government Partnership (OGP) werd in 2011 opgericht op initiatief van de toenmalige Amerikaanse president Obama om ‘transparent, participatory, inclusive and accountable governance’ te bevorderen. Uitgangspunt is co-creatie met het maatschappelijk middenveld om te komen tot een open overheid. Op dit moment zijn 74 nationale en ruim 150 lokale overheden lid van OGP. Nederland is vanaf de oprichting lid. Er zijn geen Nederlandse lokale overheden bij OGP aangesloten.
Doelstelling was het versterken van de democratie door het keren van het dalende vertrouwen in de politiek. Bijna 15 jaar later kunnen we constateren dat democratie en vertrouwen nog meer onder druk staan dan destijds. Dat brengt OGP enerzijds in een identiteitscrisis. Anderzijds gaf het de deelnemers in Spanje juist extra energie om zich in te zetten voor een open overheid. ‘Any illness of democracy can be cured by more democracy.’
Men verwacht dat de VS onder Trump uit OGP stapt. Dat is een tegenslag. Tegelijkertijd zijn er nieuwe leden: vier landen en 55 lokale overheden, waaronder New York en Kiev. Veel OGP-leden stuurden hoge vertegenwoordigers naar de top; vanuit het gastland zelfs de koning en de premier. Nederland was vertegenwoordigd door Eva Heijblom, DG Digitalisering en Overheidsorganisatie van het ministerie van BZK. Ook Paul Suijkerbuijk van de Maatschappelijke Coalitie Over Informatie Gesproken, het ministerie van I&W en ondergetekende namen deel.
Vertrouwen
Het ging dus veel over vertrouwen, het hart van een succesvolle democratie. Dat vertrouwen is terug te winnen door goede dienstverlening aan de burger en vooral luisteren naar die burger.
- Open overheid is geen managementtool, maar een morele standaard voor de overleving van de democratie.
- Openheid is niet een gunst verleend door leiders, maar een recht van iedereen.
- Burgers vragen niet om gered te worden; zij willen zelf onderdeel zijn van de oplossing.
- Politiek is niet van politici, maar van burgers.
Dit is moeilijk in tijden van social media. Er is sprake van corruptie van het informatie-ecosysteem. Fake nieuws verspreid zich zes keer sneller dan feiten. In alle OESO-landen daalt het vertrouwen, maar in Nederland sterker: -5 procent tegenover -2 procent gemiddeld. OESO beveelt aan een open overheidsstrategie te ontwikkelen. Deze moet open overheid onderdeel van het DNA van besturen maken. Het gaat om systemische verandering: standaarden en cultuurverandering.
OESO vindt het betrekken van het maatschappelijk middenveld essentieel. Dat maakt overheden succesvoller; het legitimeert en verkleint polarisatie. Participatie zorgt ervoor dat de juiste oplossing sneller wordt gevonden. De kosten van opereren zonder participatie zijn hoger dan participatie organiseren.
AI en algoritmes
Participatie kwam ook naar voren bij sessies over AI en algoritmes. AI geeft nu vorm aan de maatschappij, maar grip daarop is onvoldoende. Het betrekken van burgers is niet eenvoudig, maar wel mogelijk en noodzakelijk. Gebruik heldere taal, en burgerpanels. Steeds meer nationale en lokale overheden hebben een algoritmeregister. Overigens werd Nederland genoemd als voorbeeld van hoe het helemaal mis kan lopen met algoritmes.
Deelnemers riepen op tot regulering én verantwoorde innovatie. Digitale rechten zijn universele mensenrechten. Regulering van AI moet dus multilateraal worden aangepakt. Toezichthouden werkt; ook Big Tech moet zich aan regels houden. DSA is een positief voorbeeld. Nog beter is het als overheden zich ontwikkelen van regulator naar responsible innovator. Public tech moet safe by design zijn; met publieke waarden in de technologie ingebakken. Zo kan technologie bijdragen aan het bouwen van publiek vertrouwen – in plaats van dat vertrouwen afbreken.
Emissiedata
In Nederland hebben we een minister die emissiedata van veehouderijen niet wil openbaren. Speelt dat ook elders? Ja, bevestigt de deelnemer uit Nieuw-Zeeland, waar de vele koeien milieuschade veroorzaken. Maar daar is het probleem dat Nieuw-Zeeland geen lid is van de Aarhus-conventie, die openbaarmaking van milieudata verplicht.
Het speelt ook in Brazilië, door de grootschalige landbouwbedrijven. Volgens de Braziliaanse expert is een huis privé, maar een boerderij onderdeel van het collectief. Een gezond milieu is een maatschappelijk belang, dus alle data moeten openbaar. Alleen persoonlijke informatie zoals de naam van de eigenaar valt onder privacybescherming. In Schotland is een vergelijkbare zaak nog niet voorgekomen. Maar de Schotse informatiecommissaris is duidelijk: ‘Je woont bij je boerderij; je boert niet bij je woning.’ Privacy-zaken kun je afschermen; de rest is een bedrijf en moet open.
Lobby en recht op informatie
Ook ging het over transparante lobby, een ander onderwerp waar Nederland mee worstelt. Steeds meer landen nemen wetten aan en verplichten lobbyregisters. In die registers moeten alle lobbyisten (niet alleen bedrijven, maar ook NGO’s) en alle ontvangende partijen: parlement en uitvoerende macht. Ook ambtenaren, afhankelijk van waar de beslissingen worden voorbereid en genomen.
Meerdere sessies behandelden het recht op informatie. De right to know leidt tot de power to influence. Veel landen hebben toezichthouders: informatiecommissaris, of zoals in Nederland een adviescollege (ACOI). Zo’n toezichthouder is neutraal, maar moet ook het recht op informatie beschermen. Een best practice was het opzetten van een burgerpanel. Informatiecommissarissen zijn vaak afhankelijk van klachten, maar de meeste burgers dienen geen klacht in; dat is veel gedoe. Dus informatie moet je direct uit de maatschappij krijgen.
In sommige landen moet bij een informatieverzoek naam en ID worden opgegeven, maar dat werd afgewezen. Fundamenteel voor het recht op informatie is het ‘applicant blind principle’. En met het concept misbruik moet je oppassen. Er moet een antimisbruikbepaling in de wet zitten, maar deze mag het recht op informatie niet aantasten. Het echte antwoord is proactieve openbaarmaking.
Tot slot
Op de OGP-top kregen de Oekraïense deelnemers veel bijval. Naast bommen en drones wordt Oekraïne door Rusland bestookt met desinformatie en cyberaanvallen. Oekraïne verweert zich door te kiezen voor transparantie. Overheden maken data digitaal openbaar en werken samen met maatschappelijke organisaties. ‘We vechten voor overleving, maar vooral voor democratie en transparantie. In deze oorlog sluiten we dus niet, maar openen we juist.’
Serv Wiemers schreef dit artikel als lid van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding
Lees ook: