‘Nederland moet internationaal richting geven bij inzet AI’

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) maakt zich zorgen over de gevolgen van kunstmatige intelligentie (AI) voor publieke waarden, maatschappelijke ruimte en het functioneren van de democratische rechtsorde. In een ongevraagd advies stelt de raad dat Nederland een richtinggevende internationale rol moet pakken bij de ontwikkeling en toepassing van AI.
Invloed op democratische rechtsstaat
We beginnen pas net te voelen hoe AI invloed heeft op de democratische rechtsstaat, zo wordt beschreven in het advies AI: technologie, macht en democratische waarden in het Nederlandse buitenlandbeleid’. In Roemenië werd de eerste ronde van de presidentiële verkiezingen, gehouden op 24 november 2024, ongeldig verklaard nadat bleek dat een sprake was van manipulatie van kiezers op sociale media met behulp van AI. Subtieler: algoritmes bepalen wat iemand te zien krijgt en dat kan leiden tot systematische onzichtbaarheid van specifieke groepen, of juist een overmatige belangstelling van de staat voor bepaalde groepen. De informatie-omgeving verandert door AI, bijvoorbeeld doordat mensen terechtkomen in wat door Arjen Lubach de fabeltjesfuik is gaan heten. Het gebruik van AI kan invloed hebben op het sociaal vertrouwen, bijvoorbeeld doordat mensen sneller aannemen dat informatie wel ‘nep’ zal zijn.
Publieke grip kwijt
In dit kader is het zorgelijk dat de spelregels over AI steeds meer worden bepaal door ‘dominante staten’ en techbedrijven die het private belang boven het publieke belang stellen. Nederland kan het zich niet permitteren om aan de zijlijn te blijven staan, waarschuwt de AIV. Terwijl AI-systemen in snel tempo allerlei domeinen veroveren, van diplomatie tot defensie, economie en informatievoorziening, dreigen we de publieke grip erop te verliezen.
Dat is een groot risico, want de AI-systemen bepalen in toenemende mate wat zichtbaar is, hoe besluiten tot stand komen en wie toegang krijgt tot essentiële voorzieningen. Het Nederlandse buitenlandbeleid heeft daar nog onvoldoende antwoord op. AIV-voorzitter Bert Koenders zegt: ‘Nederland moet binnen Europese kaders actief coalities smeden, investeren in publieke alternatieven en zich diplomatiek inzetten voor internationale afspraken die publieke waarden beschermen – zonder innovatie onnodig te remmen. Dat vergt politieke daadkracht, multilaterale samenwerking en betrokkenheid van het bedrijfsleven.’
Geen internationale daadkracht
Nederland heeft als gedigitaliseerde samenleving een goede uitgangspositie om een rol van betekenis te spelen bij de ontwikkeling en toepassing van AI in Europa. We hebben de infrastructuur, de kennisinstellingen en de halfgeleidertechnologie. Ook gebeurt er al veel op het gebied van ethisch AI-beleid. Toch ontbreekt het Nederland aan internationale daadkracht. ‘Grotere consensus op binnenlands niveau over wat Nederland met prioriteit wil bereiken met AI en wie waar verantwoordelijk voor is én wie voor andere landen het aanspreekpunt is, is essentieel voor een sterkere positionering in het buitenlandbeleid’, aldus de AIV.
Op meerdere plaatsen in het rapport wordt gewag gemaakt van de grote afhankelijkheid van Nederland en Europa van grote techbedrijven. Aan die afhankelijkheid moet zo snel mogelijk een einde worden gemaakt, ‘op alle niveaus van de samenleving’. De politiek speelt hierin een voortrekkersrol, stelt de AIV, ook om inwoners te laten inzien waarom er alternatieven nodig zijn die meer autonomie bieden.
Schijntegenstelling
Verder moet het AI-beleid erop gericht zijn om te sturen op publieke belangen. ‘Alleen met koersvaste regie behoudt Nederland invloed in een snel internationaliserend AI-landschap’, aldus de adviesraad. Het is daarbij zaak om vast te houden aan de bestaande (internationale) wet- en regelgeving en te zorgen dat die wordt nageleefd. Het veelgehoorde argument van big tech dat regulering innovatie remt, is misleidend, stelt de AIV. Het gaat om een schijntegenstelling die Europa krachtig moet weerleggen. ‘Regulering kan worden ingezet om AI-innovatie op het gebied van bescherming van mensenrechten en democratie juist aan te wakkeren. Het ontwikkelen van veilige, eerlijke en transparante AI-systemen draagt bij aan het vertrouwen in deze systemen.’
Europa loopt achter en doet z’n best om de achterstand in te halen. Die achterstand kán een kans zijn om een eigen Europese ‘stack’ te bouwen. Frankrijk en Duitsland werken al hard aan strategische autonomie. Er zijn investeringen nodig in een eigen, publiek gestuurd Europees AI-ecosysteem, stelt de adviesraad. Alleen door eigen technologie te ontwikkelen volgens publieke waarden, zoals uitlegbaarheid en privacy, kan Europa een geloofwaardig alternatief bieden voor commercieel en geopolitiek gestuurde AI.
Nieuwe vrienden maken
Volgens de AIV zou Nederland zich moeten inzetten voor robuuste, inclusieve en uitvoerbare mondiale afspraken. Dat kan bijvoorbeeld binnen de VN en de Raad van Europa. Interessant is ook de aanbeveling om meer op te trekken met gelijkgezinde partners, waaronder landen als Noorwegen, Canada, Japan, ZuidKorea, Australië en landen in het Mondiale Zuiden zoals India en Brazilië. Nederland heeft het nog een beetje moeilijk met het feit dat de Verenigde Staten plots geen vanzelfsprekende vriend meer is, ‘maar toegeven aan de huidige Amerikaanse lijn is niet in ons belang’.