Digitalisering en democratie
Nieuws

Nederlanders vrezen chilling effect door digitale surveillance

Beeld: Shutterstock

Het demissionair kabinet en de Tweede Kamer willen ruimere bevoegdheden voor de politie en veiligheidsdiensten om digitaal te kunnen meekijken. Burgers zijn minder enthousiast over de voorstellen, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Ze willen bovenal dat heel goed is vastgelegd wanneer, waarom en hoe er online wordt gemonitord.

Wetsvoorstel

Op dit moment is er feitelijk weinig geregeld over online monitoring. Op grond van artikel 3 van de Politiewet mag de politie weliswaar publiek toegankelijke bronnen raadplegen, maar zodra zij daarbij persoonsgegevens verzamelt, mag het onderzoek niet zonder meer worden voortgezet vanwege de inbreuk op de privacy. Het kabinet wil die beperking versoepelen, mits er sprake is van een ernstige dreiging voor de openbare orde. Het voorstel voor de Wet gegevensvergaring openbare orde geeft de politie de mogelijkheid om persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen te verzamelen en te analyseren. Het gaat bijvoorbeeld om informatie op sociale media of open online fora. De internetconsultatie van dit wetsvoorstel liep tot 25 september 2025.

Alleen bij dreiging

Rond dezelfde tijd deed student Integrale Veiligheidskunde Jorrit ten Hoeve van NHL Stenden Hogeschool onderzoek naar burgerperspectieven op online monitoring van publiek toegankelijke bronnen. Zijn scriptie, een combinatie van tien diepte-interviews en literatuuronderzoek, laat allereerst zien dat burgers online monitoring alleen accepteren wanneer er een duidelijke aanleiding of dreiging is. ‘Als er een verhoogd veiligheidsrisico geldt, zoals voor sommige demonstraties, vindt men het veelal logisch, maar willekeurige of preventieve monitoring van individuen zonder aanleiding wordt als fundamenteel onrechtvaardig gezien,’ zegt Ten Hoeve.

Willekeurige of preventieve monitoring van individuen zonder aanleiding wordt als fundamenteel onrechtvaardig gezien.

Behoefte aan kaders

Uit de scriptie blijkt vooral hoeveel behoefte er bestaat aan meer duidelijkheid over de bevoegdheden van de burgemeester (als gezaghebber van de politie) en de politie op dit terrein. De respondenten hechten er veel belang aan dat de monitoring in verhouding staat tot de ernst van de situatie, tijdelijk is en dat er goed toezicht op is. Vooral willen ze weten wanneer, waarom en hoe er wordt gemonitord. Onduidelijkheid leidt tot wantrouwen en weerstand, noteert Ten Hoeve.

De respondenten geven aan dat online monitoring een gedragsbeïnvloedend effect heeft, zelfs als ze niets verkeerd doen. Dit is het zogeheten chilling effect. Zo zegt een respondent: ‘Als ik weet dat ze me zomaar volgen, zeg ik misschien minder op social media. Daar heb ik geen zin in.’

Als ik weet dat ze me zomaar volgen, zeg ik misschien minder op social media. Daar heb ik geen zin in.
Respondent in het onderzoek naar burgerperspectieven

Besloten groepen

De politiek wil ondertussen alweer méér dan in het wetsvoorstel staat. Naar aanleiding van de rellen bij het anti-immigratiedemonstratie in Den Haag op 20 september 2025  stellen de Tweede Kamerleden Bontenbal (CDA) en Yeşilgöz (VVD) voor om de mogelijkheden van de politie uit te breiden om in besloten socialemediakanalen te kunnen meekijken. Ook willen ze camera’s met gezichtsherkenningssoftware inzetten en het gebruik van anonieme socialemedia-accounts onmogelijk maken. Een motie met deze strekking werd onlangs aangenomen.

Is een Facebookgroep waarin iedere Facebookgebruiker die zich aanmeldt wordt toegelaten ‘besloten’ of geldt het als een publiek toegankelijke bron? Daarover verschillen de academische meningen. In het onderzoek van Ten Hoeve geldt een kanaal als ‘besloten’ zodra er een poortwachter tussen zit. Hij verwacht dat het chilling effect toeneemt als de politie ook in besloten groepen mag rondneuzen.

Drie keer nadenken

Hoogleraar Security, privacy en identity Bart Jacobs van de Radboud Universiteit in Nijmegen is beducht voor het chilling effect. ‘In een democratie hoort het bij de rol van een burger om op een open manier bij te dragen aan het maatschappelijk debat en aan het bewerkstelligen van maatschappelijke ontwikkelingen,’ zegt hij. ‘Hierover [het voorstel van Bontenbal en Yeşilgöz] zou drie keer nagedacht moeten worden. Randmaatregelen, zoals binnen drie maanden verwijderen van beelden van mensen die zich gedragen, helpen niet tegen een chilling effect.’

De Tweede Kamer wil de mogelijkheden van de politie uitbreiden om in besloten socialemediakanalen te kunnen meekijken.

Alleen voor opsporing

Ook de ruim 6000 mensen die tot nu toe de Technologie Kieswijzer hebben ingevuld, staan niet te springen over een verruiming van de mogelijkheden. Van hen vindt 53 procent dat digitale surveillancetools alleen voor opsporing mogen worden ingezet en niet proactief bij demonstraties. Dat is een hoog percentage, want deze kieswijzer legt de deelnemers vijf oplossingen voor, waaruit ze er één mogen kiezen.

Dat een meerderheid voor deze optie kiest, is volgens Rudy van Belkom van Stichting Toekomstbeeld der Techniek, de initiatiefnemer de kieswijzer, dan ook veelzeggend. ‘De VVD staat achter het standpunt dat digitale surveillancetool structureel mogen worden ingezet voor de veiligheid. Deze optie wordt in de Technologie Kieswijzer door een kleine minderheid aangeklikt. Ook de optie om deze tools helemaal niet in te zetten, omdat het mensenrechten zou schenden, wordt maar door een kleine minderheid van de respondenten gekozen.’

Het lectoraat Bestuur en Digitalisering van de Thorbecke Academie doet momenteel een landelijk onderzoek naar burgerperspectieven op politie in besloten groepen. De resultaten worden in maart 2026 gepubliceerd.

Lees ook:

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren