Digitale toekomst eu
Artikel

Digitale soevereiniteit van Europa begint met vervanging legacy IT

André Rogaczewski | Beeld: Netcompany

Europa staat op een digitaal kruispunt. Deze week komen de D9+ ministers samen in Amsterdam.
De krantenkoppen zullen waarschijnlijk gaan over AI, defensie en investeringen in de nieuwste technologieën. Er is echter een blinde vlek die we ook moeten adresseren, zodat onze ambities kunnen slagen: onze verouderde IT-systemen, ook wel legacy genoemd.
Het is simpel: er komt geen digitale soevereiniteit als we blijven bouwen op afbrokkelende digitale fundamenten.

 

Bijdrage van: André Rogaczewski.

De initiatieven ReArm Europe en InvestAI van de Europese Commissie beloven een historische investering van €1 biljoen. Maar miljarden uitgeven aan AI of cyberweerbaarheid alleen is niet genoeg als een deel van onze digitale infrastructuur nog steeds draait op code uit de jaren zestig en verouderde platforms die onveilig en steeds moeilijker te onderhouden zijn.

Ik zie dit dagelijks van dichtbij: overheidsinstanties die worstelen met legacy-technologie, hoge onderhoudskosten en kritieke systemen die niet langer geschikt zijn voor hun doel. Dat sommige uitvoeringsorganisaties nog steeds COBOL gebruiken, is geen onschuldige anekdote, dat is een systemisch risico.

Digitale autonomie vs. soevereiniteit 

Er wordt veel gesproken over ‘digitale autonomie’. Maar laten we realistisch zijn. Europa’s digitale ecosysteem wordt niet van de ene op de andere dag volledig onafhankelijk, noch zou het zichzelf moeten willen isoleren. Wat we nodig hebben, is digitale soevereiniteit, de macht om onze eigen koers te bepalen, onze eigen beslissingen te nemen en ervoor te zorgen dat buitenlandse afhankelijkheden onze toekomst niet dicteren.

Naast het nieuwste AI-model of cybersecurity-tools moeten we transformeren naar een moderne, veerkrachtige en interoperabele digitale infrastructuur. Dit betekent dat we onze legacysystemen nu moeten vervangen.

Gemeenschappelijke uitdaging, collectieve actie

Deze uitdagingen zijn niet uniek. De Verenigde Staten, de Europese Unie en de Nederlandse overheid kampen met dezelfde legacy-problemen, terwijl ze allemaal te maken hebben met snelle AI-innovaties en toenemende cyberdreigingen. Het verschil zit ‘m in hoe we erop reageren.

Daarom biedt de D9+-top, onder leiding van minister Beljaarts, een cruciale kans. Europa moet dit moment aangrijpen om niet alleen te praten over digitaal leiderschap, maar om het waar te maken. Laten we gezamenlijke investeringsfondsen verstandig inzetten, beginnend daar waar de urgentie en strategische noodzaak het grootst zijn: bij defensie en kritieke publieke diensten.

Digitale weerbaarheid is de frontlinie van soevereiniteit. 

Ik roep minister Beljaarts en staatssecretaris Szabó op om het voortouw te nemen. Gebruik de aankomende Nederlandse Digitaliseringsstrategie om te laten zien hoe soevereiniteit en samenwerking hand in hand gaan: open waar mogelijk, beschermend waar nodig, altijd verankerd in Europese waarden.

Legacy systemen zijn misschien niet sexy, maar ze aanpakken is de sleutel tot Europa’s digitale toekomst en daarvan zou ieders hart sneller moeten gaan kloppen.

  • Henk-Jan van der Molen | 30 april 2025, 14:54

    In het bovenstaande artikel meent André Rogaczewski van Netcompany dat verouderde IT-systemen (legacy) een blinde vlek zijn voor digitale soevereiniteit. Hoewel ik de waarde onderken van zijn visie, ben ik het niet eens met zijn stelling dat digitale soevereiniteit onmogelijk wordt “als we blijven bouwen op afbrokkelende digitale fundamenten”.

    Er zijn veel verschillende definities voor digitale soevereiniteit, maar een rode draad is het kunnen controleren van de eigen digitale gegevens. Denk aan informatiesystemen in de Cloud, waar je niet meer bij de data kunt als de dienstverlener je afsluit. Meer algemeen: als toegang tot je gegevens afhankelijk is van het hebben van een (Microsoft365, Oracle, Saleforce, …) account dat de leverancier kan blokkeren.
    Volgens mij houd je met legacy systemen de controle over de eigen digitale gegevens. Zeker als die systemen ouder zijn dan het internet, zullen ze waarschijnlijk on premise staan – dus buiten de Cloud.
    Ik ben het wel met hem eens dat het om andere redenen onwenselijk is om COBOL te blijven gebruiken. Bijvoorbeeld door de hoge onderhoudskosten van legacy houd je minder budget over voor innovatie, maar dat heeft weinig te maken met digitale soevereiniteit.

    Door achterstallig onderhoud zijn er veel informatiesystemen verouderd in de EU; waarschijnlijk kunnen we het hele IT bedrag van €1 biljoen gemakkelijk opmaken aan het vernieuwen van alle legacy systemen. We moeten daarbij overigens niet de fout maken om de nieuwe systemen te ontwikkelen of te hosten in Cloud omgevingen in de VS, want dat vermindert je digitale soevereiniteit. Met andere woorden: het verminderen van legacy is nuttig, maar heel kostbaar. Je verbrand budget zonder dat daarmee de digitale soevereiniteit veel verbetert.

    Hoe moet het dan wel? In 2019 publiceerde de WRR het rapport “Voorbereiden op digitale ontwrichting”. Daarin staat dat de impact van digitale ontwrichting vermindert door de afhankelijkheden van vitale IT systemen beter te managen. Startpunt is het opstellen van een zogenaamd Cyberafhankelijkheidsbeeld, dat in beeld brengt van welke partijen, digitale processen en diensten vitale processen afhankelijk zijn. De begrippen “digitale ontwrichting” en “digitale soevereiniteit” overlappen elkaar dus grotendeels.
    Het ligt voor de hand dat als je de afhankelijkheden van vitale systemen wilt verminderen, je minder gebruik zult moeten maken van (Cloud)services buiten de EU. Het budget van €1 biljoen kan je daarom het beste inzetten om Europese oplossingen te ontwikkelen om vitale processen te ondersteunen. En misschien een paar legacy systemen vervangen.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren