Digitalisering raakt aan alles. Van de manier waarop we daten, bedrijven inrichten en boeven vangen tot en met de manier waarop we politiek bedrijven en besturen. Dat vraagt om een overheid die snapt hoe technologie en maatschappelijke processen op elkaar inwerken, en wat voor impact dit heeft op sociale, economische en politieke structuren.
Beeld: Dreamsitme/bewerking redactie
De onstuimige digitale ontwikkeling verdeelt de bevolking in twee kampen. De negativo’s die vrezen dat de technologie ons volledig boven het hoofd groeit en alles opslokt – tot mensenrechten en democratische waarden aan toe. En aan de andere kant de positivo’s die menen dat technologische innovatie het antwoord is op al onze problemen – van overbevolking tot en met klimaatellende. Maar doemdenker of onverbeterlijke optimist, allemaal verwachten we van de overheid dat ze niet met de handen op de rug toekijkt hoe techreuzen, algoritmes en influencers ons leven gaan domineren. Het is tijd dat de overheid de regie pakt. Door de hoeder te zijn die de ontwikkelingen reguleert en het publieke domein vormgeeft in de digitale wereld. En tegelijkertijd de gebruiker te zijn die technologie inzet om zichzelf te hervormen.
Die handschoen heeft het huidige kabinet opgepakt met de deze zomer gepresenteerde Nederlandse Digitaliseringsstrategie, Nederland Digitaal (zie kader). De strategie is de routekaart voor de in het regeerakkoord geformuleerde ambitie: ‘We kunnen digitaal koploper worden van Europa’. Niet alleen omdat het kan, maar vooral omdat het moet. Zoals het rapport stelt: ‘Digitalisering verandert onze wereld, maar dat wil niet zeggen dat wij daar niets over te zeggen hebben. Eerdere technologische transformaties hebben ons geleerd, dat landen die vooroplopen met de toepassing van nieuwe technologie, ook na de transformatie vooroplopen in welvaart en het beste om kunnen gaan met risico’s.’
Om te demonstreren dat Nederland Digitaal breed gedragen wordt, was er een gezamenlijke presentatie door staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Waarmee de digitaliseringsopgave overigens niet alleen op de schouders van dit drietal rust; met deze strategie wordt dit uitdrukkelijk een opgave voor elk ministerie. Elk met z’n eigen pakket, en elkaar versterkend en aanvullend waar nodig en wenselijk. En de centrale overheid gaat dit niet alleen doen. Het mooie aan digitalisering is dat het zich niks aantrekt van grenzen tussen overheden, beleidsterreinen, markten of landen. Zonder de samenwerking met lokale overheden, bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke organisaties en – niet te vergeten – met ons, het volk, gaat het niet lukken. Een omwenteling van deze omvang zonder draagvlak drijft ons richting het doemdenkersscenario.
En dan is er nog een tweede balanceeract; die tussen enerzijds de stabiele betrouwbare overheid zijn en tegelijkertijd het lef hebben om de risico’s te nemen die nu eenmaal bij innovatie horen. Geen geringe opgave en daarom is er binnen de kabinetsbrede strategie Nederland Digitaal ook een speciale Agenda Digitale Overheid NL DIGIbeter (ADO) opgesteld. Die agenda richt zich specifiek op de overheid en het contact met inwoners en ondernemers. Het kabinet trekt hier de komende drie jaar 165 miljoen euro voor uit. Dit bedrag staat als Investeringspost Digitale Overheid op de begroting van het ministerie van BZK.
Dichtst bij
In dit artikel zoomen we in op de lokale overheid; daar waar overheid en burger het dichtst bij elkaar komen. We spreken Ingrid Hoogstrate, adjunct-directeur bij VNG Realisatie en programmamanager van de Digitale Agenda 2020 voor gemeenten – met een beetje fantasie een voorloper van de Agenda Digitale Overheid. “Dat zou ik niet direct zo willen stellen. Wel zie ik dat veel van DA 2020 terugkomt in deze agenda. Blijkbaar hadden wij als gemeenten goede ideeën. Maar belangrijker is dat de ADO een coproductie is van alle relevante partijen. Kijk, de basis is gelegd met al die programma’s die ons nu al bijna archaïsch in de oren klinken: NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-Overheid), Massaal Digitaal, DA2020… Daarin ging het vooral over het ‘wat’, over de middelen. We waren dan bijvoorbeeld zo hard bezig om de BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) op te zetten, dat het bijna voelde alsof het met de oplevering meteen ook klaar was. Het middel werd het doel. Dat was een noodzakelijke fase. Maar nu zijn we zover met de basis dat we echt radicaal vanuit de klant, zoals dat wordt genoemd, moeten gaan redeneren.” Om dat waar te maken moet het contact tussen overheid en inwoners en ondernemers slimmer, toegankelijker en persoonlijker worden ingericht, dicteert NL DIGIbeter.
Slimmer
‘Bij innovatie denken we niet alleen aan nieuwe technieken maar ook aan een nieuwe manier van werken. Samen met de markt en de wetenschap, via start-ups én in andere creatieve vormen van samenwerking gaan we oplossingen zoeken’, zegt het rapport over slim innoveren.
Hoogstrate: “Binnen de gemeentelijke informatievoorziening is het nieuwe informatielandschap Common Ground de belangrijkste ontwikkeling. Niet eenvoudig en het zal veel tijd nodig hebben, maar deze nieuwe visie en aanpak maken het straks eenvoudiger om met elkaar gegevens uit te wisselen. Dat gaat ons helpen om goede innovatieve ideeën voor dienstverlening sneller uit te voeren. En vooral – onder de noemer Samen Organiseren – gezamenlijk uit te voeren. Waarbij onder ‘samen’ ook de leveranciers van IT-services vallen; we zijn zelf geen softwarebouwers. Maar gemeenten moeten wél snappen hoe het werkt en bij een aanbesteding minimaal in staat zijn om een project te kunnen beoordelen. Als we iéts geleerd hebben van de commissie Elias… VNG Realisatie moet zichzelf daarop verbreden. Gemeenten kijken naar ons voor die kennis; het is niet genoeg om alleen papier te produceren. We moeten zaken beproeven en in de geest van NL Digibeter durven experimenteren. Met kleine stappen naar grote doelen.”
Veel van wat kan, gebeurt. Ook bij de overheid
‘Wanneer we zeggen dat we burgers en ondernemers centraal zetten, bedoelen we daarmee nadrukkelijk óók dat iedereen van onze diensten gebruik moet kunnen maken. De meeste mensen zijn geholpen met een digitale oplossing die altijd bereikbaar is.’
Iedereen heeft recht op toegang tot digitale informatie en dienstverlening, stelt de agenda. Toegankelijkheid gaat hand in hand met autonomie; er moet één digitale plek zijn waar je als individu regie kunt voeren over al jouw geregistreerde gegevens en waar je dingen kunt regelen die aan jou gekoppeld zijn. Hoogstrate: “Die plek is MijnOverheid. Maar iedereen aan wie ik het vraag, geeft ontwijkende antwoorden – ik zelf ook: ‘Ach ja, ik zie weleens een berichtje verschijnen…’ De drempels zijn nog te hoog. Het is te veel aanbodgericht en niet vraaggericht. Maar het is wél een bruikbare toegangspoort die we uit kunnen bouwen naar een echt burgerportaal. Geen kopie van het veelgeprezen Estlandse model; wij zijn immers Nederland, met een eigen context. Overigens zijn we in de gemeenten al flink op weg in het vraaggerichte denken. Radicaal vanuit de klant, dicteert de agenda en dat hebben we met methodes als klantreizen en serviceformules vormgegeven.”
Persoonlijker
‘Dankzij digitalisering kunnen we dienstverlening vanuit de leefwereld van burgers en ondernemers gebruiksvriendelijker, persoonlijker en proactief maken.’
Het zijn de inleidende woorden van het hoofdstuk over de ambities voor dienstverlening. Ingrid Hoogstrate: “MijnOverheid en Common Ground dragen daaraan bij. Maar wat hier cruciaal is zijn privacy en informatieveiligheid. Als je persoonlijke digitale dienstverlening wilt bieden, komen we vanzelf bij de digitale identiteit. DigiD is niet goed genoeg. De agenda belooft verbetering en verbreding naar alternatieve inlogmiddelen.”
Tot slot is er in de Agenda Digitale Overheid aandacht voor rechten en digitalisering. ‘De nieuwe mogelijkheden die technologie en data ons bieden vragen om extra aandacht voor rechten en waarden. […] Hoe gaan we om met de effecten van digitalisering op de relatie tussen overheid en burger en op de democratie?’
Hoogstrate: “Ik wil absoluut niet dystopisch klinken, maar als het om technologie gaat geldt: veel van wat kan, gebeurt. Ook bij de overheid. Maar de bewustwording rond ethische kwesties en informatieveiligheid is gelukkig in korte tijd enorm vergroot, over de hele linie. Binnen de VNG hebben we de Commissie Informatiesamenleving, een groep gemeentelijke bestuurders die zich actief in dit debat mengt, en we raadplegen instituten als Rathenau. We denken allemaal na over welke positie we rond dit thema innemen; ook in internationaal verband. Zo hebben we als Europa gezegd dat data van de mensen moet zijn en niet van de overheid – zoals in China – of van de grote bedrijven – zoals in de VS. En als het nodig is, passen we wetgeving aan.”
Misschien is dat wel de kern van de Agenda Digitale Overheid: Eigenlijk gaat het om de vraag: in wat voor soort samenleving willen we leven?’
NL Digitaal
In de strategie Nederland Digitaal zijn 24 ambities met daaraan gekoppelde acties geformuleerd. Er zijn ambities gericht op het versnellen van maatschappelijke en economische kansen. Onder meer:
• Digitaalvaardig MKB: het kabinet ondersteunt het MKB in de transitie naar een digitale economie, onder meer met het programma ‘Versnelling digitalisering MKB’.
• Slimme en duurzame mobiliteit: Nederland is een wereldwijde testlocatie voor slimme mobiliteit. Nog dit jaar komt er een Digitale Transport Strategie.En er zijn ambities gericht op het versterken van het fundament voor digitalisering. Onder meer:
• Grensverleggend onderzoek en innovatie: wet- en regelgeving mogen geen onnodige beperkingen opleggen voor innovatie. Er komt een loket voor ondernemers om belemmeringen voor digitale innovatie in wet- en regelgeving te melden.
• Ander werk, nieuwe vaardigheden en een leven lang leren: het onderwijscurriculum moet up-to-date. In het curriculum voor primair en voortgezet onderwijs komt aandacht voor digitale geletterdheid en praktische vaardigheden om leerlingen beter toe te rusten voor de toekomst.
• Een dynamische digitale economie: digitale infrastructuur van wereldklasse. Voor de zomer verschijnt een actieplan digitale connectiviteit om onder andere 5G-technologie breed beschikbaar te maken.
• Weerbaarheid van burgers en organisaties versterken: bescherming van en regie op persoonsgegevens. Binnen deze kabinetsperiode worden vanuit het programma ‘Regie op Gegevens’ heldere kaders voor persoonlijk datamanagement geformuleerd.
• Grondrechten en ethiek in de digitale tijd: het kabinet heeft de WRR om advies gevraagd over de kansen en bedreigingen rondom kunstmatige intelligentie.De strategie Nederland Digitaal wordt verder uitgewerkt in aparte agenda’s, zoals de Agenda Digitale Overheid, de Nederlandse Cybersecurity Agenda het Actieplan Digitale Connectiviteit en de beleidsagenda Smart Mobility. Nederland Digitaal wordt elk jaar geactualiseerd.
Deze bijdrage is te vinden in iBestuur magazine 28. Download hier
Het vraagt m.i. vooral om een overheid die alle natuurlijke- en rechtspersonen waarmee ze betrekkingen onderhoudt een duurzaam en robuust stuur in handen geeft …