Regels. We hebben er ontzettend veel van. Zijn het er niet te veel? Waar ligt de grens en wat is nog acceptabel?
Al een tijdje ben ik gefascineerd door de Omgevingswet, die er dus aankomt, nog vijftien maanden. Kernwoorden: vertrouwen, loslaten, meer ruimte, minder regels. Een houding van “ja, mits ..” om te beginnen.
De overheid en de samenleving, we moeten kennelijk iets nieuws verzinnen in onze omgang. En toen las ik dit verhaal over een Franse dierentuin. Directeur Pierre Caillé van dierentuin La Palmry was verbijsterd. Iemand was over het hek van het neushoornverblijf geklommen en had op de rug van een neushoorn twee namen geschreven. Het was niet alleen gevaarlijk en onverantwoord, maar ook totaal onbegrijpelijk en onwerkelijk. Waarom doet iemand zoiets? De directeur verzuchtte dat misschien de huisregels van de dierentuin moeten worden aangepast om het expliciet te benoemen en te verbieden. ‘Niet schrijven op neushoorns’. Maar, mon dieu, dat is toch te belachelijk voor woorden, voegde hij eraan toe. Iedereen snapt toch dat dit niet mag. Het is vanzelfsprekend. Het geeft te denken over nut en noodzaak van het stellen van regels en in het bijzonder in het geval mensen zich er niets van aantrekken. Meer of minder regels, wat voor regels, voor wie?
Denk eens aan het verkeer. Best belangrijk om regels te hebben over hoe we met elkaar gebruik maken van de weg. Links of rechts rijden. Waar mag een scooter en waar een auto. Op verkeersborden staat ook een schat aan informatie. Op borden zie je geboden en verboden over inhalen, parkeren, snelheid en voorrang. Er zijn borden met plaatsnamen, toeristische attracties, historische bezienswaardigheden en fietsknooppunten. Er zijn ook gedragsregels, zoals dat je veilig aan het verkeer moet deelnemen, niet mag drinken en bij betrokkenheid bij een ongeval de plek niet mag verlaten. Dan heb je ook nog de couleur locale en de verkeersethos, laat ik maar zeggen. Niet overal en niet door iedereen worden regels als regels ervaren. Er zijn ook plekken in de wereld waar regels als ‘suggesties’ worden gezien. Vooral dat laatste is lastig, wat de een ‘normaal’ vindt, ziet een ander weer anders. Hoe duidelijker en hoe explicieter beschreven, des te minder ruimte voor interpretatie, zou je denken. Maar zelfs al omschrijf je honderd specifieke regels met glasheldere teksten, dan nog zal het nooit lukken om deze universeel dekkend en uni-interpretabel te krijgen. Bovendien hoe meer regels hoe minder ze opvallen. We kennen allemaal voorbeelden van kruispunten waar je aan komt rijden/fietsen/lopen en door de borden het bos niet meer ziet. Je doet dan ook maar wat jou het beste lijkt op dat moment. Wat zou het trouwens prachtig zijn als iemand zonder kennis van de regels automatisch het goede doet. Zoals snelheid minderen bij bochten, bij drempels, in drukke straten of in de mist. Of er nu een bord staat of niet, je snapt zelf (de meeste mensen in elk geval) toch ook dat het beter is. Inzicht, informatie en gezond verstand zijn dus essentieel om een risicoafweging te maken en keuzes te maken. Om verder te gaan.
Het begint als we klein zijn. Kleine kinderen die de wereld aan het ontdekken zijn hebben nog weinig meegemaakt, zijn daarom onbevangen, zonder besef van risico’s en gevaar. Belangrijk om ze te stimuleren en ondersteunen in hun ontdekkingstochten en om ze tegelijkertijd te beschermen. “Doe dat niet, je kunt vallen en jezelf bezeren”. Dus wat is de regel en waarom je je eraan moet houden, wat is het gevaar? Kinderen moeten ook leren dat ze niet altijd het middelpunt van de wereld zijn. Hun handelen en hun keuzes raken ook andere mensen. “Vroeg in de ochtend toeteren is niet fijn voor de slapende buren, doe dat later”. Dus naast inzicht en informatie is het belangrijk om ook omgevingsbewust te zijn. Consequent zijn is de kern van opvoeden, maar ook tegelijkertijd het moeilijkste dat er is. Elke keer een hele argumentenstrijd om uit te leggen waarom iets niet mag leidt tot het uit machteloosheid geboren argument “omdat ik het zeg!”. Of: “omdat je anders straf krijgt!”. Om grenzen te stellen moet je echt sancties koppelen aan het overschrijden van die grenzen. Het blijft hoe dan ook een eigen inschatting van de risico’s, gevaren en de kans om gepakt te worden. Misschien denk iemand wel dat hij het redt, ermee weg komt of dat verantwoord is om het risico te nemen. Persoonlijke afwegingen dus vanaf de kinderjaren, zo leren we dat.
Regels. Of het nu gaat om wetten en verordeningen, afspraken en reglementen, allerhande codes of de huisregels van de dierentuin van La Palmry is de vraag: zijn het er niet te veel? Het geeft te denken waarom we zoveel regels hebben op alle gebieden, thuis, op school of het werk, in de leefomgeving, in de handel, bij het reizen. Ons leven lang. En het geeft te denken waarom deze regels nodig zijn. Meer informatie, kennis en ervaring maken veel regels misschien overbodig, omdat we (uitzonderingen daargelaten) met ons verstand ook het goede beslissen. Regels zijn er dan vooral om ons samenleven te regelen en elkaars grenzen te markeren. Het helpt om ons er niet echter te verschuilen, maar om het er met elkaar over te hebben geheel in de geest van “ja, mits…”. Waar ligt voor jou de grens en wat is nog acceptabel? En past dat bij wat ik wil?
Pascale Georgopoulou is voormalig raadsgriffier van de gemeente Amstelveen en werkt nu onder meer voor de VNG