Blog

Nieuwe realiteit

De digitale transformatie voltrekt zich snel en is niet te stoppen. Grote vraag is of wij ons als overheid voldoende voorbereiden op die nieuwe realiteit. "Ik heb de indruk van niet."

De digitale transformatie voltrekt zich in hoog tempo. Locatiemarketing, satellietgegevens voor iedere vierkante meter op aarde, sensoren in de openbare ruimte, een 3D-kopie van alles wat we bouwen. De ontwikkeling gaat snel en is niet te stoppen. Dat hoeft ook niet, want het kan ons veel goeds brengen. Het enige wat ik mij afvraag is of wij als overheid ons voldoende voorbereiden op die nieuwe realiteit. Ik heb de indruk van niet.

Wat gebeurt er als marketeers weten welke consument zich wanneer op welke locatie bevindt? Dan komen zij tot de ontdekking dat de combinatie van persoons- en locatiegegevens wellicht de meest krachtige verkoopformule biedt die we tot nu toe hebben uitgevonden. Op het Geospatial World Forum in India was ik verrast door de vele concrete voorbeelden. Digitale billboards, intelligente vloeren, reclametrucks die hun reclameboodschap real time aanpassen op basis van het profiel van voorbijgangers. Schermpjes en online advertenties die veranderen wanneer mensen langs een abri of een beacon lopen. Sensors in nieuwe kleding verstopt zodat we niet eens merken dat de verlichting en de muziek in de paskamer zich aanpassen. ‘Zo ver zijn we dus al, wereldwijd’, dacht ik bij mezelf.
 
Hoe zou dat in Nederland zijn? Natuurlijk zijn bedrijven in ons land hier ook mee bezig. Maar niemand schept erover op. Sterker, niemand vertelt er eigenlijk over. Misschien ook wel logisch. Bij gebrek aan duidelijke regels over wat wel en niet mag, houden de koplopers op dit gebied zich liever stil. En hoe zit het eigenlijk met al die internationale grootmachten die wereldwijd, en dus ook in Nederland, actief zijn? Wat doen Google, Apple, Facebook, Uber met onze locatiegegevens? Een aantal van de vele vraagtekens die wij hadden, hebben wij vanuit Geonovum laten onderzoeken dit jaar. Een eerste rapport is uitgekomen waarin de mechanismen op dit gebied nader zijn onderzocht. Verder onderzoek is vereist, maar nu al is duidelijk dat de research & development industrie in deze sector reusachtig is. Maar wat zijn de spelregels? En wie wordt de spelleider? Wie pakt dit op?

In het voorjaar was ik in mijn rol als bestuurslid van het Open Geospatial Consortium op bezoek bij Airbus in Toulouse. Naast het maken van vliegtuigen is Airbus de belangrijkste Europese operator van satellieten en zijn zij hét centrum voor geo-intelligence voor de grote Europese landen. Daar zag ik live wat mogelijk is. Binnen twintig minuten kon voor iedere locatie ter wereld die ertoe doet vanwege de veiligheid in Europa, een gedetailleerde en gevalideerde weergave worden verzorgd. Opnieuw dacht ik bij mijzelf, ‘zo ver zijn we dus al’. We weten dat de technologie bestaat, maar hier zagen we de mogelijkheden direct toegepast. Voor nationale veiligheidsdoeleinden mogen deze data kennelijk worden gebruikt. Maar wie kan nog meer dit soort data gaan verzamelen en gebruiken? Wat zijn de eventuele commerciële toepassingen? 

Een trend die zich in 2017 ook heeft doorgezet is het gebruik van sensoren in de openbare ruimte. Overal om ons heen zien we lantaarnpalen, abri’s, displays, parkeermeters en andere apparaten die geschikt zijn om sensoren te bevatten. Sinds enige tijd zien we dat op steeds meer plaatsen sensoren ook daadwerkelijk actief zijn. Dat kan zijn voor legitieme, maatschappelijke doeleinden. Zoals het meten van luchtkwaliteit, geluidsoverlast, bewegingen in civiele kunstwerken, et cetera. Maar sensoren worden ook steeds vaker door bedrijven en privépersonen geïnstalleerd en dan kan er ineens van alles gemeten worden. Hoeveel passanten er langs een winkel lopen, welke auto’s waar parkeren, hoe vaak de buurman langs de voordeur loopt. Opnieuw geldt hier de vraag: wie bepaalt de spelregels in de openbare ruimte?

Wie bepaalt de spelregels in de openbare ruimte?

Omdat wij verwachten dat dit voor de overheid, met de gemeenten voorop, een steeds urgenter onderwerp zal worden, hebben wij vanuit Geonovum een eerste handreiking opgesteld: Spelregels Data Ingewonnen in de Openbare Ruimte. Maar welke gemeente is de eerste die zo’n handreiking ook vertaalt in bijvoorbeeld een concrete ‘gemeentelijke sensordata verordening’? Wetende dat het aantal private sensoren om ons heen nu al bijna niet meer te tellen is.

Om het jaar (bijna) af te sluiten was ik eind november op het Geo Design en BIM-congres in Amsterdam. Ook in de keten van architectuur, ontwerp, bouw, installatie en onderhoud en beheer, is duidelijk dat technologische vooruitgang een enorm verandereffect heeft. Neem alleen al de komst van goedkope, maar kwalitatief uitstekende laserscanners waarmee de inhoud van gebouwen nauwkeurig in te meten is. We zien in deze sectoren een digitale tweeling ontstaan van alles wat ontworpen en gebouwd wordt. Een virtuele wereld waarin gebouwen niet alleen van buiten zichtbaar zijn, maar ook van binnen. Met alle kabels, leidingen, interne installaties, enzovoort. Wat is de volgende stap in deze ontwikkelingen? Wat doen we met deze steeds meer gedetailleerde informatie? Wat mogen we wel en niet verzamelen met drones? Wie heeft toegang tot dit soort gegevens?

Zijn dit allemaal uitingen van de digitale transformatie waar we het zo vaak over hebben? Ik denk van wel. Als dat zo is, dan denk ik dat het duidelijk is dat onze samenleving er anders uit gaat zien. Maar als die samenleving er dan zo anders uit zal zien, en wij zien als overheid ons nog steeds voor dezelfde taak gesteld, namelijk het dienen van die samenleving, wie houden zich dan allemaal concreet bezig met die veranderingen? Wie gaat ervoor zorgen dat de overheid deze ontwikkelingen gaat bijbenen? Wat is er gebeurd naar aanleiding van het adviesrapport ‘Maak waar!’? Zijn er aanwijzingen in het regeerakkoord dat we serieus werk gaan maken van een snelle digitalisering? Ik vind het erg stil.

Nu is de kerstperiode een prima tijd voor stille bezinning. Een goed moment om terug te blikken en vooruit te kijken. Die stilte gun ik mijzelf, en iedereen om mij heen. Maar voor 2018 hoop ik dat wij als overheid de stilte doorbreken en dat wij onze goede voornemens op dit vlak zullen presenteren. Luid en duidelijk.

Rob van de Velde is directeur van Geonoum

  • Ad Gerrits | 14 december 2017, 15:48

    Lekker helder stuk met een terechte constatering dat het nog te stil is aan het overheidsfront. Zelf merk ik dat mijn reactie is om langzamerhand steeds meer uit te gaan zetten. Van alle iPhone-sensoren tot en met het vervangen van Google door duckduckgo. Gaan meer mensen dat doen, dan wordt het weer net even een ander verhaal dan de nu waarbij data in watervallen de openbare ruimte in stroomt. Aankaarten van een ‘gemeentelijke sensordata verordening’ vind ik trouwens meer dan een goed idee.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren