Het wordt tijd dat digitalisering op de politieke agenda komt. We moeten helderheid creëren over wat de overheid zal moeten mogelijk maken en regelen.
Een citaat uit de laatste beleidsbrief van het Centraal Planbureau: ‘Het is daarom belangrijk niet te lang te wachten met beleid als er nieuwe technologieën op de markt komen.’ En die aanhaling plaats ik naast de uitkomst van een onderzoekje naar wat er in de voorgaande verkiezingsprogramma’s staat over wat het openbaar bestuur ‘moet’ met de digitalisering. U raadt het al: nagenoeg niets.
En voor de goede orde: de digitale revolutie is al even aan de gang! In Nederland hebben we natuurlijk niet stil gezeten bij de overheid, maar, zoals een lid van de Raad van State mij onlangs zei: we missen in Nederland node behoorlijke wetgeving op dit terrein van verandering in de maatschappij. En ik zou eraan toe willen voegen: het is heel verstandig dat er een Studiegroep informatiesamenleving ingesteld zal worden. Binnen die groep zal aan de orde moeten komen, na een goede analyse van de relevante technologische ontwikkelingen, zoals Blockchain en wat nog zal volgen, wat de overheid zal moeten mogelijk maken en regelen. In het Digiprogramma 2016/2017 staan alvast een paar behartenswaardige overwegingen voor een stevig beleid.
Het Centraal Planbureau schrijft verder, dat bij veel technologische onzekerheden het beleid zo veel als mogelijk technologie-neutraal moet zijn. Ik denk ook, dat de overheid vooral voorwaarden zal moeten vastleggen voor een rechtszekerheid in het maatschappelijke digitale verkeer. Algemeen uitgangspunten formuleren in een soort toelatingsbeleid. Over technologie als zodanig, die zo razendsnel doorontwikkelt, lijkt het onverstandig iets vast te leggen. Maar wel over de kaders, waarbinnen die technologie in de maatschappij kan worden geaccepteerd. Of dat per definitie in de tijd vaststaande waarden zijn weet ik niet zeker. Ik twijfel bijvoorbeeld zeer over de huidige privacywetgeving; door de inwoners zelf zeggenschap en regie te geven over de gegevens, die de overheid van hem/haar heeft (of binnen de gezondheidszorg om een gevoelig terrein te benoemen) komt privacy in een heel ander daglicht te staan. Met andere woorden privacy, rechtszekerheid, vooral ook veiligheid (cyber security) moeten altijd gewaarborgd zijn, maar hoe dat moet kan in de loop van de tijd verschillen. Denk ook aan de digitale handtekening of aan de wijze waarop de identiteit kan worden vastgesteld. Hoe dat gebeurt met nieuwe technologieën is niet interessant, maar wel binnen welke voorwaarden de overheid zoiets accepteert.
Over onder andere de slimme overheid zond onlangs de minister van EZ een notitie naar het parlement. Daar is niets op aan te merken……behalve dat je zou willen dat het over één gezamenlijk gedragen visie gaat, één van het hele kabinet. En dat de politiek er daadwerkelijk iets mee doet. Digitalisering moet volop, in alle opzichten, op de politieke agenda komen. En vertaald in wetgeving, die ruimte biedt. De kansen zijn er volop; we moeten ze wèl pakken!