Overheid in transitie
Nieuws

Omgevingswet-experts willen opnieuw uitstel van de wet

Omgevingswet-experts vrezen dat door haperende techniek en personeelsgebrek essentiële dossiers als de woningbouwopgave extra vertraging oplopen. Dat blijkt uit een peiling van I&O Research en Binnenlands Bestuur. Ook projectontwikkelaars pleiten voor uitstel. De Eerste Kamer moet bij haar vergadering op 1 november voor uitstel van de Omgevingswet stemmen, aldus een oproep van de NEPROM. 

Slechts één op de zes respondenten wil nog vasthouden aan de geplande invoeringsdatum van de Omgevingswet van 1 januari 2023. | Beeld: Shutterstock

De invoering van de Omgevingswet staat gepland op 1 januari 2023. Zeven van de tien bij gemeenten werkzame experts geven in de peiling aan dat uitstel van die wet opnieuw nodig is. I&O Research en Binnenlands Bestuur peilden de mening van gemeentelijke contactpersonen van twee van de zeven leveranciers van software voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Samen zijn de leveranciers goed voor ruim 40 procent van de gemeenten.

Slechts één op de zes respondenten wil nog vasthouden aan de geplande invoeringsdatum van de Omgevingswet van 1 januari 2023. 15 procent weet het nog niet en de resterende 69 procent is tegen. Aan het begin deze maand gehouden onderzoek namen 177 contactpersonen deel, die namens hun gemeente verantwoordelijk zijn voor de aansluiting op het DSO.

Ketens nog onvoldoende getest

‘Bijna alle respondenten zien resterende uitdagingen in het digitale stelsel’, verklaart onderzoeker Ester Hilhorst van I&O Research het massale ‘nee’. ‘De belangrijkste oorzaken liggen in de tijd die nodig is om een dergelijke stelselwijziging goed te testen, ook samen met andere overheden. Voor omgevingsplannen en omgevingsvergunningen is afstemming nodig met andere overheden als rijk, provincie, omgevingsdiensten en waterschappen. Die ketens zijn in de ogen van twee derde van de contactpersonen nog niet goed genoeg getest. Ruim een derde van hen geeft aan dat hun gemeente onvoldoende personeel heeft om de implementatie tijdig rond te krijgen.’

Invoering per 1 januari 2023 kan ernstige gevolgen hebben voor de gemeentelijke dienstverlening aan burgers.

De contactpersonen werd ook gevraagd wat voor situatie zij verwachten als toch aan invoering op 1 januari wordt vastgehouden. Zo’n 40 procent van hen rekent op ernstige gevolgen voor de gemeentelijke dienstverlening aan burgers, waarvoor op korte termijn geen oplossing voorhanden is. Een aanzienlijk deel van deze 40 procent gaat zelfs uit van chaos.

Argumenten

Als belangrijkste argument voor uitstel geeft vrijwel de helft van de respondenten (45 procent) aan dat zij vrezen voor extra vertraging bij essentiële dossiers als de woningbouwopgave, op de voet gevolgd door personeelsgebrek om de implementatie rond te krijgen (38 procent) en het te instabiele DSO (35 procent).

Rond een kwart van de respondenten voert de gebrekkig werkende Tijdelijke Alternatieve Maatregelen als reden voor uitstel aan. Hiermee kunnen gemeenten hun planontwikkeling nog een jaar lang via het oude systeem doorzetten. De aanpassing van ruimtelijke regels en de vrees voor de financiële gevolgen scoren ook zo’n 25 procent als reden voor nieuw uitstel. De kleine minderheid aan voorstanders van snelle invoering is vooral bang dat bij nieuw uitstel de urgentie onder collega’s zal wegebben om aan de invoering van de wet te blijven werken.

Onvoldoende ondersteuning

Een ander probleem dat de gemeentelijke contactpersonen signaleren, is dat zij er bij de implementatie van de wet vaak alleen voorstaan. Bijna de helft van hen kwalificeert de ondersteuning door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten als (zeer) onvoldoende. Ook is ruim een derde ontevreden over de samenwerking met het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Het chagrijn over de gang van zaken is inmiddels zo groot dat de helft van de respondenten het liefst de Omgevingswet helemaal zou afblazen.

Projectontwikkelaars pleiten voor uitstel

Ook de NEPROM pleit voor uitstel. Volgens de projectontwikkelaars zal invoering per 1 januari de woningbouw verder vertragen. NEPROM-voorzitter Desirée Uitzetter denkt dat de tijd tussen het besluit van de Eerste Kamer en het moment van invoering te kort is voor een zorgvuldige overgang. “Daarvoor is minimaal een termijn van zes maanden nodig, vanaf het moment dat alle systemen daarvoor gereed zijn.’ De NEPROM ziet nu al ‘stokkende besluitvorming en vergunningverlening bij gemeenten. Uitzetter: ‘Bij veel gemeenten zijn de loketten al dicht voor nieuwe plannen en projecten.”
Ze roepen de Eerste Kamer om bij haar vergadering op 1 november voor uitstel van de Omgevingswet te stemmen. De vereniging ziet het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen in 2022 sterk dalen en vreest dat invoering van de Omgevingswet die trend in 2023 zal versterken.

Adviescollege ICT-Toetsing

De Eerste Kamer debatteert op 1 november over de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Dan moet ook het oordeel van het Adviescollege ICT-Toetsing (AC-ICT) bekend zijn over de staat van het DSO. De decentrale koepels hebben samen met het ministerie van BZK eveneens een enquête over de Omgevingswet uitgezet. Daarin zit geen vraag of uitstel wenselijk dan wel noodzakelijk is.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren