Beetje bij beetje geven we onze autonomie uit handen. Tot autonomie straks net zo’n vaag begrip is als frisse lucht.
Als ik een pakje bestel, kan ik online volgen waar de bezorger is. Straat voor straat zie ik de bus dichterbij komen.
Handig als je nog even snel de deur uit moet. Maar nu kijk ik dus wel elke tien minuten op mijn telefoon waar de bezorger blijft. Wat doet hij zo lang bij dat vorige adres? Waarom rijdt hij zo’n rare route? Heeft hij een lekke band? Opeens vind ik iets van iemand waar ik een paar jaar geleden helemaal niets van vond. Opeens hou ik iemand in de gaten die ik niet eens ken. Maar waarom? Wie heeft dat zo ontworpen?
Autonomie is de stankoverlast van deze tijd. In ruil voor fabrieken, auto’s en intensieve landbouw hebben we de afgelopen eeuw de frisse lucht opgeofferd. Is dat erg? Van stank ga je niet dood. Het is onaangenaam, je kan er misschien slechter van slapen, maar verder? Met autonomie is het net zoiets. Is het erg dat de grote bedrijven of overheden weten waar ik ben en wat ik doe? Dat ze elke stap die ik zet volgen? Van minder autonomie ga ik niet dood. Het is onaangenaam, ik kan er misschien slechter van slapen, maar verder?
Het fijne van ons deel van de wereld was dat je er heel veel ongemerkt en ongezien kon doen. Toen ik ruim 25 jaar geleden postbode was, als bijbaan, controleerde niemand wat ik deed. Kon ook niet. En toen ik het verdiende geld opmaakte tijdens een fietsvakantie, wist niemand waar ik was. Beetje bij beetje hebben we die vrijheid ingeruild voor controle. Omdat ik graag wil weten hoe het gaat met verre familie en vage vrienden, ging ik op Facebook. Omdat ik een bezorgde ouder ben, app ik met mijn kinderen tijdens hun vakantie. Omdat we bang zijn voor aanslagen, hangt Nederland vol met camera’s. Omdat de NS wil weten hoe vol treinen zijn, peilen ze mijn wifi in de wagons. Omdat ik nog even de deur uit wil, volg ik de pakjesbezorger. Allemaal goed bedoeld. Maar ondertussen geven we, beetje bij beetje, onze autonomie op. Tot autonomie net zo’n vaag begrip is als frisse lucht.
Mijn goede voornemen voor 2020 is om dat te stoppen. Ik hoop dat u mee doet. Door grenzen te stellen aan overdreven controlezucht. Door producten zo te ontwerpen dat ze autonomie van gebruikers borgen. Door mensen de ruimte te geven om fouten te maken. Maar vooral door zelf niet alles te willen weten.
Jan-Willem Wesselink is programmamanager bij de Future City Foundation
Ik doe mee