Dat Operatie NUP structuur heeft aangebracht in de vele initiatieven die vanuit de ministeries op gemeenten af komen, dat vindt Arend van Beek van de VIAG belangrijke winst van het programma. Dat en het gegeven dat gemeenten nu zelf veel meer integraal naar dienstverleningsvraagstukken kijken.
Arend van Beek, voorzitter van de VIAG.
Operatie NUP
Operatie NUP is een programma van KING (in opdracht van VNG) en ondersteunt gemeenten bij de implementatie van de ruim 20 NUP-bouwstenen en het nakomen van 19 resultaatafspraken. Deze vormen samen de basisinfrastructuur van de overheid en zijn onderdeel van de Generieke Digitale Infrastructuur. Operatie NUP loopt tot 1 januari 2015. Dit artikel is onderdeel van een serie, waarin stakeholders vertellen over hun ervaringen met het programma en waarin ze kijken naar de toekomst van de digitale overheid.
Arend van Beek, voorzitter van de VIAG (Vereniging van coördinatoren I&A van Gemeenten), heeft een lange ervaring in de gemeentelijke informatievoorziening. Naast zijn functie bij de VIAG werkte hij als programmamanager stelsel kern- en basisregistraties bij de gemeente Den Haag, daarvoor was hij werkzaam bij de gemeente Rotterdam en ICTU. Hij weet dan ook hoe gemeenten aankijken tegen de vele ICT-initiatieven vanuit het Rijk. “Voor Operatie NUP hadden we een tijdperk waarin gemeenten regelmatig werden geconfronteerd met tal van ongecoördineerde initiatieven vanuit een aantal ministeries. Wij noemden dat de ballenbak. Operatie NUP heeft ervoor gezorgd dat er een structuur kwam en concrete afspraken tussen VNG en ministeries, om die hele brij aan initiatieven te stroomlijnen en te coördineren. Voor gemeenten betekende dat een overzichtelijker landschap qua taakstelling.”
Meer samen
Ook binnen gemeenten zelf heeft Operatie NUP effect gehad, zegt hij. Zo volgden bijna tweehonderd gemeentelijke informatiemanagers de training van de i-NUP Academy, waar zij in regionale groepen vaardigheden leerden die ze nodig hebben in de transformatie naar een e-overheid. “Het ging over de problematiek die je binnen gemeenten tegenkomt en welke oplossingen er voorhanden zijn, om dit vervolgens te vertalen naar de ambtelijke- en bestuurlijke organisatie. De ervaring is dat veel projecten binnen NUP door gemeenten als ICT-projecten zijn opgepakt. Dat klopt zeker niet altijd, want veel onderwerpen zijn een procesaangelegenheid, een proces of organisatorisch vraagstuk. De eigenaar van het proces zou opdrachtgever moeten zijn, maar het was vaak de ICT-afdeling die ‘in the lead’ was.” Dat is nu veranderd”, zegt hij. “In alle lagen van de gemeente is men zich meer gaan realiseren dat er een duidelijke samenhang is tussen NUP en de beleidsuitvoering.” Een ander positief effect van de i-NUP Academy is dat er meer netwerken zijn gevormd van i-functionarissen in een regio. Die samenwerking was er al via de vakverenigingen, maar heeft door het gemeenschappelijk volgen van een opleiding een extra dimensie gekregen. “Ze hebben collega’s leren kennen en zoeken elkaar nu makkelijker op als blijkt dat ze met dezelfde problemen te maken hebben.”
Zorgen
Inzicht en structuur bood Operatie NUP met diverse instrumenten, zoals de Softwarecatalogus (voor inzicht in de gebruikte software en standaarden) en i-Spiegel (voor inzicht in processen en consistentie van data). Het zijn instrumenten die gemeenten ook in de toekomst nodig hebben. Daar maakt Van Beek zich zorgen over. Operatie NUP loopt immers eind dit jaar af. “We zijn nog niet klaar, want niet alle bouwstenen zijn geïmplementeerd. De instrumenten die ontwikkeld zijn dienen nu behouden te blijven en doorontwikkeld en beheerd te worden. Het gaat niet om de ICT, maar om de manier van samenwerken en organiseren die Operatie NUP en KING hebben gebracht. Gemeenten staan de komende tijd voor grote opgaven, met de decentralisaties en de nieuwe Omgevingswet. Ze doen hun uiterste best om alles voor elkaar te krijgen, maar het zou erg jammer zijn als ze dat moeten doen zonder ondersteuning. Ik ben bang dat dat gaat gebeuren als de structurerende werking van Operatie NUP wegvalt.” Hij zegt van harte te hopen dat de Algemene Ledenvergadering van de VNG in november besluit tot een voortzetting van de ondersteuning aan gemeenten door KING, in wat voor vorm dan ook.
Iets minder polderen
Terugkijkend op Operatie NUP is Van Beek positief, maar niet op alle punten. “De meeste basisregistraties zijn inmiddels ingeregeld, maar ze zijn nog niet met elkaar verbonden. Terwijl je voor een goede uitvoering van de gemeentelijke taken deze gegevens bij elkaar wilt presenteren, bijvoorbeeld omdat je voor een bepaald proces gegevens uit meerdere basisregistraties wilt combineren.” De set aan gegevens is dan toepasbaar in bijvoorbeeld processen in het sociale domein. Daarnaast zijn nog niet alle NUP-bouwstenen gereed en dat is iets dat Van Beek en zijn medebestuursleden van de VIAG heeft verrast. “RNI en BRP zijn uitgesteld en het Handelsregister had eigenlijk al volop in gebruik moeten zijn. We hadden verwacht dat Operatie NUP en KING hiervoor wat meer druk op de ketel hadden gezet, samen met het Rijk.”
Andere voorzieningen zijn af, maar worden onvoldoende gebruikt. Zoals Digikoppeling, voor het dataverkeer tussen de basisregistraties. “Er ligt zogezegd een prachtige snelweg, maar er gaat geen verkeer overheen.” Hij noemt ook Digimelding, dat een proces moet faciliteren dat essentieel is voor het op orde houden van de basisadministraties: het terugmelden van foutieve gegevens. Waarom zijn deze voorzieningen niet op tijd af? Van Beek antwoordt voorzichtig kritisch: “Lees er maar op na wat er over het onderzoek naar ICT-projecten bij het Rijk is gezegd. Daar heb ik niets aan toe te voegen.” Daarna: “Wat we eigenlijk missen bij Operatie NUP, maar ook in brede zin bij de e-overheid, is doorzettingsmacht. We zijn een polderland, maar soms mag er van mij wel wat minder gepolderd worden.”