Werken aan een omgevingsplan lijkt een beetje op een zolder die moet worden opgeruimd. Hoe en waar begin je?
De zolder moet opgeruimd. Het is er overvol met mappen en dozen met sentimentalia: brieven, werkstukken van vroeger en nog veel meer. Je moet er een keer doorheen. Wat bewaar je, wat niet en waarom? Met de gedachte aan duizend moeilijke beslissingen zakt de moed in m’n schoenen. Het is groot en veel.
Mijn zolder lijkt wel een omgevingsplan. Hoe krijg je bestaande verordeningen, ruimtelijk beleid, milieunormen, externe veiligheid in één integraal plan? Welke regels stel je en hoe? Wat moet je doen om klaar te zijn voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)?
Ik denk dat het beter is om eerst naar de bouwmarkt te gaan om een stellingkast te kopen. Mijn vrouw is duidelijk niet te porren voor een uitstelmanoeuvre. We gaan gewoon beginnen, zegt ze. Precies als de zeven gemeenten die vorig jaar meededen aan de Praktijkproef Opstellen Omgevingsplan. Ze zijn gewoon begonnen. Het idee: elke deelnemer heeft aan het einde van de proef een onderdeel van zijn omgevingsplan geschreven en zo gecodeerd dat het kan worden gelezen door het DSO-LV, wat vraagt om samenwerking met softwareleveranciers. Hoe pak je zoiets aan?
Emmen begon de teksten op te stellen voor de Begrafenisverordening en de Warenmarktverordening in het casco. Dit is een voorbeeldstructuur met alle typen regels (activiteiten, gebruik en procedures). Omdat er nog geen plantekst-editor is werkten ze in Word. Het lukte, na veel puzzelen, om alle regels te plaatsen in de zeven hoofdstukken van het casco. Net als het visueel weergeven van het resultaat in het DSO-LV, zo dat je kunt zoeken op een locatie en in beeld krijgt welke regels gelden. . Het was ook zoeken: wat wil je (nog) regelen, wat laat je los? Een andere vaker gehoorde les in het domein van regels en regelingen: het is essentieel om te werken met eenduidig gedefinieerde begrippen.
In Bergen op Zoom pakten ze een ander stukje van de puzzel. In het casco werden de werkingsgebieden van bedrijfsmatige activiteiten met de regels die daarbij horen en externe veiligheid samengebracht. Ook veiligheidszones betreffende gasleidingen en de regels voor geluidshinder werden ingetekend. Zo kun je een locatie kiezen en een beeld ophalen van al deze regels. Een nogal complex beeld, dat wel. Daaruit kun je concluderen dat je goed moet annoteren om slim te kunnen zoeken en filteren. Wat ook bleek uit dit stukje van de praktijkproef is dat je voor een integraal beeld verschillende disciplines bijeen moet brengen. Dat kost tijd en betekent dat je je moet verdiepen in de wereld van die andere beroepsgroepen. Ook in de wereld van de ICT-mensen. Hoe moet je iets zo ordenen dat het machineleesbaar wordt? Vormaspecten beïnvloeden de inhoud en omgekeerd ook.
Elk van de zeven gemeenten doet z’n eigen deel. Iedereen worstelt op zijn eigen zolder. Het resultaat is mooi, maar de weg ernaartoe is zeker zo waardevol. Je krijgt steeds meer idee bij de opzet en vorm van het omgevingsplan en je ziet het effect van je keuzes op de bruikbaarheid voor burgers. Je ervaart het gebruik van de standaarden en de staalkaarten.
Een jurist kijkt anders naar de wereld dan een milieukundige. Dat kan botsingen geven. Bij ons op zolder waren er ook flinke botsingen. In elke relatie is er tenslotte een bewaarder en een weggooier. Maar aan het eind was iedereen blij. Kortom, mijn tip van de dag is: ga gewoon beginnen. Het ruimt lekker op!
Jos Dolstra is verbonden aan het programma Invoering Omgevingswet bij VNG als adviseur Wet- en regelgeving en kerninstrumenten.