Digitalisering en democratie
Artikel

‘Over welke desinformatie moeten we ons eigenlijk zorgen maken?’

Closeup,Of,Blogger,Hands,Using,Data,On,Mobile,Smartphones,-
Het stimuleren van digitale geletterdheid wordt gezien als een kansrijke manier om de invloed van desinformatie te verkleinen. | Beeld: Shutterstock

Vanmiddag vergaderen de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Digitale Zaken over de impact van desinformatie op de Nederlandse samenleving. Over de risico’s van online desinformatie bestaat weinig naïviteit meer. Maar wat is de beste aanpak voor de overheid om desinformatie tegen te gaan? iBestuur ging te rade bij onderzoekers Felienne Hermans en Donya Alinejad.

 

De huidige overheidsstrategie richt zich op het versterken van het publieke debat over desinformatie aan de ene kant en het verminderen van de invloed van desinformatie aan de andere. In juni 2024 kondigde het kabinet ‘stevige nieuwe maatregelen’ aan om de verspreiding van desinformatie tegen te gaan, maar ook hierbij lag de nadruk op kennisontwikkeling en het opzetten van een meldpunt. De overheid kán zich wel uitspreken over desinformatie, als de nationale veiligheid, volksgezondheid, maatschappelijke en/of economische stabiliteit in het geding is. Gaat het om strafbare desinformatie, zoals online extremisme, dan treedt de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid ertegen op.

Glijdende schaal

Uit angst voor de groeiende invloed van desinformatie is er druk om méér doen tegen desinformatie die niet direct ‘strafbaar’ is. In de Nationale Extremismestrategie 2024-2029 kondigt de NCTV een aanpak aan om zogeheten borderline content te kunnen verwijderen: content die niet strafbaar is, maar wel ‘ongewenst’. Daar dreigt een glijdende schaal.

Een probleem van desinformatie is dat je het eens moet zijn over wat desinformatie is
Felienne Hermans, hoogleraar Vakdidactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit.

‘Een probleem van desinformatie is dat je het eens moet zijn over wat desinformatie is,’ zegt Felienne Hermans, hoogleraar Vakdidactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit. ‘Zeker als je het hebt over automatisch controleren van desinformatie.’ Ze wijst erop dat met name subtiele vormen van online beïnvloeding lastig zichtbaar zijn. ‘Ons vorige kabinet is gevallen over nareizigers terwijl er nauwelijks nareizigers bleken te zijn. Dat komt niet door generatieve AI, maar het hangt wel samen met verhalen over asielzoekers die gratis een huis krijgen, die zich verspreiden via de algoritmes van sociale media. Over welke desinformatie moeten we ons dan precies zorgen maken?’

Wanneer moet de overheid tot actie overgaan?

‘Georganiseerde pogingen om het grote publiek te misleiden zijn het waard te onderzoeken’, zegt Donya Alinejad, universitair docent en mediaonderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Kijk welke belangen er schuilgaan achter bepaalde informatieproductieprocessen en wie ervan profiteert.’ Ze benadrukt dat het produceren van desinformatie commercieel interessant is. Daarom ziet ze een belangrijke rol weggelegd voor de overheid in het monitoren van de verdienmodellen van grote platforms.

De Europese digitaledienstenverordening (DSA) en de verordening digitale markten (DMA) zijn van invloed, maar beide onderzoekers verwachten vooral veel van de AI-verordening (AI Act). Generatieve AI vergroot immers de schaal waarop desinformatie en deepfakes kunnen worden gemaakt en verspreid.

Georganiseerde pogingen om het grote publiek te misleiden zijn het waard te onderzoeken
Donya Alinejad, universitair docent en mediaonderzoeker aan de Universiteit Utrecht

Frustraties

Verregaande transparantieverplichtingen zijn een onderdeel van de oplossing, maar het desinformatieprobleem is breder, zegt Alinejad. ‘Dat de platforms relatief ondoorzichtig opereren, komt omdat ze zo veel macht hebben.’ Steeds vaker ziet ze dat activisten en wetenschappers oproepen tot regulering van grote platforms, omdat dit rechtstreeks van invloed is op het fenomeen waar ze zich zelf mee bezighouden, of dat nu klimaatbeleid is of gezondheidsinformatie. ‘Dat zegt iets over hoe geïntegreerd sociale mediaplatforms zijn in het dagelijks leven.’

Het goede nieuws is volgens haar dat deze bedrijven gevoelig zijn voor specifieke druk, bijvoorbeeld op het gebied van klimaatverandering. ‘Ze hebben er belang bij om te worden gezien als goede partners op het gebied van informatiebeheer. Daarom hebben Meta, TikTok en YouTube tegenwoordig hun eigen beleidskaders met betrekking tot klimaatdesinformatie. Al blijven ze tegelijkertijd hun uitstoot van enorme hoeveelheden CO2-uitstoot verbloemen.’ Een ander nadeel is dat het vaak gaat om een reactie op ad hoc publieke druk over de crisis van dat moment, niet om structurele publieke waarden.

Digitale geletterdheid

Naast het verplichten van transparantie en het uitoefenen van druk op de platforms wordt het stimuleren van digitale geletterdheid gezien als een kansrijke manier om de invloed van desinformatie te verkleinen. Vermoedelijk is het niet toevallig dat Nederlanders binnen de EU zowel relatief hoog scoren op digitale geletterdheid als op het checken van online informatie. Hermans, die ook lesgeeft op een middelbare school, is optimistisch over de tieners van nu. ‘Als ik het gedrag van mijn leerlingen op sociale media zie, denk ik: de nieuwe generatie gaat het wel redden. Die kun je niet vinden online, want ze hebben allemaal anonieme accounts en ze plaatsen niet ongevraagd filmpjes van elkaar op internet. Die laten zich niet zomaar misleiden door desinformatie en deepfakes. Dat stemt ontzettend hoopvol.’

Dit artikel is een verkorte versie van het artikel dat 24 januari verschijnt in iBestuur Magazine #54

Lees ook:

  • Vincent Hoek | 16 januari 2025, 10:52

    ALLE vormen van desinformatie moet je te vuur en te zwaard bestrijden! Het is oorlog. Een van de drijfveren van de inzet van desinformatie is het bereiken van een staat van hypernormalisatie en bedoeld voor het orkestreren van sociale en politieke controle. De relatie tussen hypernormalisatie en disinformatie ligt in de bewuste vervorming van de intersubjectieve realiteit beleving. De dader verspreidt een officieel narratief dat los staat van de werkelijke ervaringen van de burger in de vorm van top-down disinformatie. Daar kun je gewoon data science bureaus voor inhuren, zoals Cambridge Analytica (Brexit). Feitelijk worden verhalen gecreëerd en in stand gehouden die (op wat dwaallichtjes na) zowel door de makers als de ontvangers als misleidend of vals worden erkend, maar toch als normaal of waar worden geaccepteerd. Het is vrijwel onmogelijk voor het individu om het narratief te ontkrachten. Het gevolg is een murwe samenleving, zonder gedeelde intersubjectieve werkelijkheidsbeleving. Een en al verwarring, dankzij de valse narratieven, halve waarheden en regelrechte leugens over meerdere kanalen. Het doel van de daders is niet eens om mensen één specifieke versie van gebeurtenissen te laten geloven, maar om het vertrouwen in de mogelijkheid van een kenbare waarheid te eroderen. De grens tussen realiteit en fictie vervaagt door de informatieruimte te overspoelen met concurrerende narratieven, waardoor een gevoel van onzekerheid en cynisme onder de bevolking wordt gecreëerd. Desinformatie is dus een strategisch wapen om politieke controle en invloed te creëren.
    De gebruikte instrumenten daarvoor zijn o.a. social en political botnets … en die kun je gewoon meten!

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren