Privacy, best belangrijk?!
De afgelopen jaren staat het recht op privacy zwaar onder druk. Antiterreur, commerciële belangen of de aanpak van criminaliteit: elke gebeurtenis en elke uitdaging lijken EU-lidstaten en bedrijven aan te grijpen om de bescherming van privacy af te breken.
Als je dan vraagtekens stelt bij het nut van de maatregelen, de te grote inbreuk op privacy zonder dat de noodzakelijkheid aangetoond is, word je gekscherend weggezet als privacy-gekkie. We moeten ons niet laten verleiden tot deze polarisatie van het debat. Zet een stap terug en kijk los van actualiteit of politieke druk naar de vraag waarom privacy en goede rechtsbescherming zo belangrijk zijn.
In de discussie moeten we twee onderdelen uit elkaar trekken: gegevensbescherming en privacybescherming. Privacy is een containerbegrip. Het gaat er in de kern om dat mensen controle hebben over hun eigen levenssfeer, en niemand anders. En als iemand anders, zoals een overheid, zich toch wil bemoeien met deze levenssfeer, dan moet daar een zeer goede reden voor zijn, en moet dat beslist niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is.
De sociale gevolgen zijn niet te overzien als digitale communicatie zoals WhatsApp-berichten op straat zou komen te liggen. Maar bescherming van privacy is veel omvangrijker dan de bescherming van gegevens alleen. Zo hebben mensen ook het recht om inzage te krijgen in de gegevens die overheden of bedrijven over hen hebben, en om verzoeken tot correctie of verwijdering in te dienen. Die beschikking ligt zo veel mogelijk bij mensen zelf.
Tegenstanders zetten privacy weg als een niche-onderwerp, terwijl zij fundamenteel is voor onze vrije samenleving. Met goede bescherming van privacy bescherm je mensen tegen fouten, misbruik of willekeur van de overheid of bedrijven. Met goede bescherming van privacy verstevigen we de vrijheid van meningsuiting, het recht op gelijke behandeling, vrije consumentenkeuze en zelfontplooiing.
Zonder de bescherming van privacy kunnen we ook deze rechten niet garanderen. Het is een misverstand te denken dat er een absoluut recht is op privacy. Natuurlijk niet, daar moeten we realistisch en eerlijk over zijn. Het gaat altijd om de voorwaarden waaronder gegevens gebruikt mogen worden. Voorwaarden waaronder we kunnen zeggen: nu weegt de strijd tegen terreur of criminaliteit zwaarder dan de bescherming van privacy. Maar altijd, zoals dat hoort in een volwassen democratie en rechtsstaat, onder wettelijke voorwaarden. En dan dienen die maatregelen ook daadwerkelijk effectief te zijn. We moeten geen vrijheid inleveren voor schijnveiligheid.
De privacy van alle Europeanen staat onder druk. Aan politici de zware taak om op te staan tegen deze druk. En telkens per situatie, per wetsvoorstel, de juiste afweging te maken. Want zonder stevige bescherming van privacy komt de vrije manier van leven die we gewend zijn in Europa in het gedrang.