“Er moeten wél nieuwe handvatten komen voor onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten, maar níet in deze vorm. De Wiv (‘sleepwet’) doet te veel inbreuk op de privacy van individuele burgers. Daarom roepen wij op om in maart tegen de sleepwet te stemmen.” Dat zegt Splinter Chabot, landelijk voorzitter van de JOVD, de politiek onafhankelijke jongerenorganisatie van de VVD.
Splinter Chabot: “Uiteraard moeten we landen waarmee we samenwerken niet wantrouwen, maar het moet ook niet té gortig worden.” Beeld: JOVD
Voor het geval dat u het nog niet wist, maar de gemeenteraadsverkiezingen komen er aan! We zijn misschien nog maar net bijgekomen van alle hectiek van de verkiezingen van vorig jaar, van alle hectiek van de kabinetsformatie en welke partij welke ministeries krijgt, of we zien dat het politieke debat alweer flink wordt opgezocht in de aanloop naar de verkiezingen in de gemeenten. Harstikke mooi en goed natuurlijk, zeker voor de politieke tijgers onder ons, maar wat we niet moeten vergeten is dat u deze verkiezingen niet alleen kunt stemmen op een partij die u in de gemeente gaat vertegenwoordigen, maar dat als u gaat stemmen, uw stem voor twee telt! Letterlijk! Want in alle hectiek zouden we bijna vergeten dat er ook gestemd dient te worden over de Wiv: de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
De JOVD, de politiek onafhankelijke jongerenorganisatie van de VVD, heeft hier uiteraard ook een mening over. Eentje die de VVD misschien niet zo leuk vindt, want wij stellen als waakhonden van de privacy namelijk dat de wet in zijn huidige vorm te veel inbreuk doet op de privacy van individuele burgers. En in het kader daarvan roepen wij u op om in maart tegen de sleepwet te stemmen.
Opfrisbeurt
Dat wij oproepen om tegen de sleepwet te stemmen, betekent overigens niet dat wij niet vinden dat er wél nieuwe handvatten moeten komen voor onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Als er namelijk wordt gekeken naar de technologische ontwikkelingen van de afgelopen tijd, wordt het al zeer snel duidelijk dat er wel een opfrisbeurt nodig is omtrent de wetgeving voor de diensten. Die opfrisbeurt is nodig zodat de diensten ook met de nieuwe communicatiemiddelen waar men veel gebruik van maakt, genoeg (juridische) mogelijkheden heeft om communicatie te onderzoeken en te controleren. Want naast privacy, is de JOVD ook groot voorstander van veiligheid. In een tijdperk van onder andere buitenlands terrorisme, binnenlands extremisme en mogelijke inmenging van buitenlandse mogendheden tijdens bijvoorbeeld onze verkiezingen, moeten we onze diensten wel voorzien van genoeg middelen zodat zij ons kunnen beschermen.
Er moet dus wel een Wiv komen, maar niet in zijn huidige vorm. Daarom moeten er bepaalde zaken worden aangepast. Maar wat is dan precies het probleem van de huidige Wiv, zoals die momenteel in elkaar is gedraaid, hoor ik u zeggen? Nou, dat zit het simpel gezegd in zo’n drie hoofdpijlers.
Het eerste punt is het feit dat door het invoeren van de Wiv, gegevens op grote schaal kunnen worden ingewonnen. Inlichtingen kunnen door deze wet hele ladingen gegevens binnenslepen. Vandaar dat, niet heel toevallig, de Wiv beter bekend staat als de ‘sleepwet’ omdat die bijnaam de Wiv letterlijk en figuurlijk beter omschrijft. Op het moment dat gegevens verzameld worden, mogen deze ook nog eens drie jaar lang bewaard worden. De gegevens gaan niet even de ijskast in waarna ze na controle worden weggegooid, nee, de gegevens worden eindeloos lang ingevroren in de vriezer. Uiteraard is het begrijpelijk dat in sommige gevallen veel gegevens snel verzameld moeten worden, maar deze moeten dan direct ook gecontroleerd en geanalyseerd worden, waardoor men kan bewaren wat bewaard moet worden en kan verwijderen wat verwijderd kan worden.
Drie jaar lang alles mogen bewaren geeft de diensten te veel het idee dat ze alle ruimte hebben om informatie maar lukraak te verzamelen en op te slaan. Daarnaast moet er ook rekening worden gehouden met hoe je al die gegevens (digitaal) gaat beschermen. In een wereld waarin technologische voortgang en innovatie steeds sneller gaan, in een wereld waar chips steeds kleiner worden en digitale mogelijkheden steeds breder worden, is iets wat vandaag nog veilig is afgeschermd, morgen misschien niet meer zo goed afgeschermd. Laat staan ontwikkelingen verspreid over een periode van drie jaar. Om de diensten te prikkelen dat er eerst zeer goed nagedacht wordt over het feit of iets wel écht noodzakelijk is, zou de bewaartermijn bijvoorbeeld op één jaar moeten worden gesteld. Hierdoor komt de prikkel er, om op vrij korte termijn iets met de gegevens te doen en te beoordelen waarvoor ze noodzakelijk zijn en kunnen er ook elk jaar veiligheidsanalyses plaatsvinden. Zijn de gegevens noodzakelijk, dan mogen ze bewaard worden voor verder onderzoek. Blijken ze overbodig; dan is het weg ermee!
Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden
Vervolgens is er een ander hoofdpijnpunt in deze wet. Deze hoofdpijn wordt namelijk veroorzaakt door de TIB: Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden. In artikel 31 van de wet is aangegeven dat deze commissie belast is met het toetsen van de rechtmatigheid van de verleende toestemming voor bepaalde activiteiten die de diensten mogen uitvoeren. Uiteraard is het erg goed dat er zo’n commissie is, die ook nog eens een bindend advies geeft. Op deze manier worden er namelijk controlemechanismes ingebouwd. Echter, als er vervolgens wordt gekeken naar de uitwerking van die commissie en wie in die commissie moeten plaatsnemen, gaat er iets kriebelen. In artikel 33 van de wet, lid 2, komt naar voren dat de commissie uit drie leden bestaat en dat ten minste twee van de drie leden (onder wie de voorzitter) ruime rechtelijke ervaring moeten hebben. Deze twee leden moeten beiden dus uit het rechtssysteem komen. Op zichzelf is dat niet erg, de commissie moet immers toetsen en personen die kennis hebben van het juridische en rechtelijke systeem in ons land zijn daar uiterst geschikt voor. Alleen, het gevaar dreigt dat de discussie tijdens het controleren van de toestemmingen die de minister heeft gegeven heel eenzijdig wordt.
Het zou goed zijn als de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden wordt aangevuld met extra mensen met diverse deskundigheden
Je zou juist moeten willen dat de discussie tijdens een toetsing vanuit meerdere invalshoeken wordt aangevlogen en dat er veel verschillende vragen worden gesteld. Daarom zou het goed zijn als de commissie wordt aangevuld met extra mensen met diverse deskundigheden. Hierbij kan gedacht worden aan iemand die uit de wetenschappelijke hoek komt en daardoor bepaalde ethische/academische vragen zal stellen. Of iemand met een technologische en digitale achtergrond, zodat er ook iemand aan tafel zit die kennis heeft van de materie die wordt ingezet om bepaalde gegevens te verkrijgen. Als je verschillende mensen met verschillende expertises bij elkaar zet, zorg je er ook voor dat er andere vragen worden gesteld en dat er een bredere discussie kan plaatsvinden. Zo’n brede discussie vanuit verschillende perspectieven zou de toetsingscommissie een stuk sterker maken en de legitimiteit vergroten.
Informatie delen
Dan is er nog één laatste punt dat pijn veroorzaakt. Dat is de manier waarop onze diensten waarschijnlijk informatie zullen gaan delen met andere landen. Samenwerken is essentieel in het aanpakken van terrorisme en het beschermen van onze veiligheid en vrijheid. Dat moeten de diensten ook zeker (blijven) doen. Alleen, zoals het er nu naar uitziet, kan via de sleepwet veel informatie worden verzameld en ongecontroleerd door worden gegeven aan bevriende landen. Uiteraard moeten we landen waarmee we samenwerken niet wantrouwen, maar het moet ook niet té gortig worden. Want op het moment dat wij onze informatie delen met een ander land, hebben we zelf geen zicht meer op wat er met die informatie gebeurt. Om de teugels toch wat meer in eigen handen te houden, is het volgens ons van belang dat onze diensten eerst zélf de gegevens analyseren, zodat zij vervolgens kunnen bepalen welke gegevens relevant zijn voor de landen waarmee we samenwerken zodat dan pas informatie met hen wordt gedeeld.
Recentelijk kwam nog naar voren dat bondgenoten soms slordig zijn met verkregen informatie. Denk hierbij aan de Amerikaanse diensten die prijsgaven dat de ze door een westerse bondgenoot, Russische hackers in de gaten konden houden. Zoals inmiddels in de kranten heeft gestaan, was deze westerse bondgenoot de AIVD. Het behoeft geen uitleg dat het aangeven waar je als dienst informatie vandaan krijgt in de inlichtingen- en veiligheidscene eigenlijk ‘not done’ is. Vandaar dat het zeker met deze wet van belang is dat de teugels in handen blijven van onze eigen diensten.
Het zijn drie concrete en heldere pijnpunten die we naar voren brengen en die ook nog eens opgelost kunnen worden. Uiteraard moet de veiligheid van iedereen die in Nederland woont, gewaarborgd zijn. We zien op geopolitiek niveau spanningen en kennen de gevaren van terrorisme. Daarom moeten er ook nieuwe handvatten komen voor de diensten. Maar het idee dat het waarborgen van de veiligheid betekent dat we onze privacy maar rücksichtslos opzij moeten zetten? Nee, veiligheid en privacy schuren geregeld, maar kunnen uiteindelijk best hand in hand gaan als er goede waarborgen in wetten worden vastgelegd. De JOVD wil dus wél een WIV, maar niét zoals die er nu ligt. We kiezen hier voor nuance en voor de middenweg. Tijdens het referendum in maart zal Nederland dus tegen moeten stemmen, zodat de regering opnieuw naar de wet kan kijken en de nodige aanpassingen verwerkt. Zo houden we én Nederland veilig én behouden de Nederlanders hun privacy.
Splinter Chabot is landelijk voorzitter van de JOVD, de politiek onafhankelijke jongerenorganisatie van de VVD.