Het Kabinet heeft gereageerd op het rapport 'Naar Grip Op ICT'. In 35 kantjes worden de belangrijkste aanbevelingen afgepoeierd. Van het 'kroonjuweel', het BIT, rest alleen een doorzichtige façade.
Het Kabinet heeft gereageerd op het rapport ‘Naar Grip Op ICT van de tijdelijke commissie ICT. De vorm is een brief van 35 kantjes waarin de belangrijkste aanbeveling van de commissie worden afgepoeierd. Met name van het ‘kroonjuweel’, het Bureau ICT Toetsing, is niets meer overgebleven dan een doorzichtige façade. Hier een gedeeltelijke leeswijzer.
Het woord is aan de afdeling persvoorlichting:
‘Het kabinet neemt de kern van de aanbevelingen over uit het rapport ‘Grip op ICT’ van de tijdelijk commissie ICT-projecten. Er wordt een tijdelijk Bureau ICT Toetsing (BIT) opgericht dat risicovolle ICT-projecten bij de rijksoverheid vooraf gaat toetsen.’
Achter deze lovende tekst zit dus een brief van 35 kantjes die slechts weinigen zullen lezen. Dat is jammer want de inhoud is bij vlagen echt interessant. Maar eerst en vooral is het een knap stukje schrijfwerk. Onder de vlag van een reactie op het rapport Elias wordt dat rapport omarmd waar het al in het beleid paste en voor het overige afgeserveerd, waar mogelijk met een doekje voor het bloeden. En de ambtenaren van Minister Blok grijpen meteen de kans aan om dingen waar de commissie niks over zegt maar die ze zelf belangrijk vinden voor het voetlicht te brengen. Het rookgordijn dat zo ontstaat is mooi meegenomen.
Dit is natuurlijk een blog en geen tekstanalyse. Ik beperk mij daarom overwegend tot zaken die over het rapport gaan en die commissievoorzitter Ton Elias echt belangrijk vindt.
Elias: Er komt een tijdelijk BIT met verregaande bevoegdheden, aangestuurd door een echt leiderstype en direct vallend onder de Minister-President.
Blok: Dat ‘tijdelijk’ nemen we over – 5 jaar. Maar dan niet onder de MinPres maar gewoon onder de CIO-Rijk die weer onder BZK valt. En de baas van het BIT is gewoon diezelfde CIO-Rijk, de functionele baas van de departementale CIOs.
Analyse: Het BIT is vanaf de start volledig geabsorbeerd en ‘kaltgestellt’ door de bestaande ambtelijke structuren. Op zijn best wordt het een afdeling van de Rijks-CIO office en meer realistisch een schaamlap voor de Kamer.
Oordeel: Een Nederlandse MinPres moet de handen vrijhouden. Elk Kamerlid hoort dat te weten en de brief legt het netjes uit (p.8). Verderop (p.11) wijst men er nog even fijntjes op dat een BIT à la Elias strijdig is met de grondwet. Ai! Overigens heeft Elias hier inhoudelijk een punt want BZK, waar de CIO-Rijk onder ressorteert, is een hotspot van harde en zachte ICT faalprojecten. Er ontstaat dus een WC eend constructie, zeker voor de ICT waarin BZK de hand in heeft, maar voor het Kabinet weegt eenduidigheid van verantwoordelijkheid zwaarder. Het BIT wordt geen scherprechter maar een grensrechter zonder bite en zonder gezag. De Rijks-CIO is in dezelfde positie en ook daarom kan het bij de afdeling BIT niet anders. Verdedigbaar en consequent is mijn oordeel. Deze beleidsambtenaren snappen dat organiseren keuzes maken is.
Elias: een project kan alleen dàn beginnen wanneer het groen licht heeft gekregen van het BIT.
Blok: Echt niet! Niet het BIT, niet de Rijks-CIO,niet de departementale CIO maar de verantwoordelijke bewindspersoon beslist. Al op de eerste bladzijde wordt dat duidelijk. Kom niet aan departementale kokers!
Analyse/Oordeel: Volstrekt in lijn met het voorgaande.
Elias: ICT projecten boven de vijf miljoen euro moeten worden voorgelegd aan het BIT waarvan de bevoegdheden bij wet worden vastgelegd.
Blok: Geen grens van vijf miljoen (p.9). We noemen slechts een aantal optionele selectiecriteria. Wie de selectie van projecten uitvoert laten we ook in het midden. En uiteindelijk ligt de eindverantwoordelijkheid bij de bewindspersoon (of diens SG); niet bij de departementale CIO en a fortiori niet bij de Rijks-CIO. En omdat het BIT geen speciale wettelijke rechten krijgt, kan een departement het BIT dezelfde behandeling geven als, zeg, Brenno de Winter. En nog duidelijker: “Het rapport van het BIT is aanvullend op de analyse van de departementale CIO […]”.
Analyse/Oordeel: Het Kabinet blijft consequent. BIT is een façade, een schaamlap. Wel is er één piepklein gaatje. Het Kabinet volgt Elias in het mogelijk maken dat het Kamerleden bij moties en initiatiefwetsvoorstellen het BIT inschakelen (p.9). De steun van het Kabinet hiervoor is te begrijpen want Kamerleden zijn met hun opportunisme een bron van ICT ellende (zei iemand ‘Toeslagen’?). Een slim Kamerlid kan dubieuze ICT projecten te lijf gaan met een motie die het BIT loslaat. Maar ja, het BIT is een loket van de Rijks-CIO die zelf weer niets meer is dan een primus inter pares van lokale CIOs en bovendien gewoon een afhankelijk ambtenaar is. Ik herhaal: een piepklein gaatje.
Beetje bijsturing
Geen mens kan redelijkerwijs vinden dat er een BIT komt dat nog iets heeft van de voorstellen van Elias. Het listige is dat er ook niet veel tegen het BIT van Blok is. Het Kabinet beoogt immers al om de rol van de CIO-Rijk op te krikken. Er is een nieuwe CIO-Rijk benoemd die misschien wel een leider maar zeker een zwaargewicht is (McKinsey, Randstad-post-crisis – allebei saneeromgevingen). Sowieso is er niemand beter dan een McKinsey adviseur geschikt om mensen als Ton Elias uit te leggen dat vormen van duale aansturing en scherprechterij niet werken. Het voorgaande betekent niet dat ik denk dat de persoon van de Rijks-CIO het verschil kan maken. Het Kabinet kiest uiteindelijk voor een klein beetje bijsturing van de huidige faalpraktijk. Het commissierapport biedt ook geen enkel alternatief dus een kamerdebat gaat niets veranderen.
Zoals aangegeven gaat de Kamerbrief ook over andere onderwerpen dan alleen het BIT en worden er hier en daar heel aardige uitspraken gedaan. Bekeken vanuit het perspectief van het rapport Elias zijn we echter ongeveer klaar. De echt interessante zaken staan noch in de brief noch in het rapport en dit moet een korte bespreking blijven. Laat mij één ding noemen om het beeld te bepalen: het zou zo gemakkelijk zijn geweest om de departementen te verplichten om conflicten en schikkingen te melden bij het BIT (Elias) of de CIO-Rijk (Blok). De commissie Elias weet wat er speelt en Minister Blok kijkt ook naar Zembla. Dat dit soort ballen niet worden ingetrapt door Blok noch Elias maakt dat ik denk dat er niets wezenlijks gaat veranderen.
Als lokkertje voor het lezen van de Kamerbrief heb ik nog twee kleine uitsmijters. De meest pikante komt voort uit een vraag van iBestuur aan Ton Elias: “waarom gaat uw rapport alleen maar over het Rijk”? Elias komt dan met het gladde antwoord dat de rest van de overheid zich ongetwijfeld door het rapport laat inspireren, waarop helaas niet wordt gevraagd waarom men bij de gemeente dan géén sterke man nodig heeft. De Kabinetsbrief meldt (p.13) dat ook de greep van bewindspersonen op Zelfstandige Bestuursorganen (ZBOs) in beginsel zeer beperkt is. En laat het nou juist de ZBOs zijn die grossieren in heel grote ICT faalprojecten. De naam ‘Sociale Verzekerings bank dringt zich op. Terwijl Kabinet en Kamer delibereren krijgen we met de PGB affaire opeens weer een ontwrichtende ICT ramp. Doe maar eens alsof er een BIT à la Elias is en of dat verschil zou hebben gemaakt. Het antwoord is nee! Publieke ICT blijft een tranendal.
De andere uitsmijter is het volledig uit beeld zijn van onderwerpen die hoogst actueel zijn en waar dit blad veel aandacht aan besteedt: informatieketens en basisadministraties. Blader door het rapport Elias en door de Kamerbrief en je vindt (bijna) niets. De Kamerbrief wordt nog gênanter wanneer men opeens babbelt over het belang van data-archivering (p.29). Het complete domein van de gegevenshuishouding is volledig uit het bestuurlijke beeld verdwenen en overgelaten aan de grillen van de departementen.
Maar ja, de Rijks-CIO (en daarmee de afdeling BIT) gaat niet over de “I” in de afkorting CIO. Wat jammer dat daar nou steeds de ICT ellende zit.
Een prachtige tirade van René. Maar is de brief van het Kabinet echt zo vreemd? En afwijkend van het rapport van de Commissie van Elias?
In mijn reactie, zie http://www.viergever.info/n… verweet ik de Commissie Elias dat zij problemen probeerden op te lossen met hetzelfde denken dat de problemen heeft veroorzaakt. De problemen hadden in mijn ogen weinig te maken met ICT maar veel meer met de manier waarop de overheid is georganiseerd en de cultuur die dit voorbrengt. Organisatie en cultuur veroorzaken en versterken elkaar; het is een kip en ei verhaal.
De overheid is, zoals vrijwel elke organisatie die te maken heeft met geen of weinig concurrentie, georganiseerd op standaardisatie en efficiëntie. Maar zoals Edwards Deming al aantoonde, zie en.wikipedia.org/wik… leidt focus op kosten (efficiëntie) slechts tot lagere kwaliteit die dan weer met hoge kosten moet worden gerepareerd. In Deming’s voetsporen liet Eli Goldratt al zien dat focus op effectiviteit leidt tot efficiëntie als bijproduct.
De overheid is georganiseerd om zo efficiënt mogelijk te zijn. Hieruit vloeit voort dat men gespecialiseerde afdelingen optuigt maar deze worden volledig intern gericht op hun eigen werk, niet op de effectiviteit van het grotere geheel. Denk aan de huidige klachten over de SVB: je wordt van het kastje naar de muur gestuurd want elke afdeling stelt dat zij daar niet over gaan. Denk aan de jeugdzorg waarover Youp van ’t Henk http://www.nrc.nl/youp/2015… beschreef dat er tien bureaus langs elkaar heen werkten en geen resultaat bereikten. Denk aan de woningcorporaties die bedrijfje gingen spelen vanuit hun interne gerichtheid.
Denk aan de Commissie ICT die het had over ICT projecten. ICT projecten die vanuit een interne gerichtheid nooit ICT projecten hadden mogen zijn en die door de Commissie nooit beoordeeld hadden mogen worden als ICT projecten. Daar kwam ook de aanbeveling van het BIT uit voort. Nog een intern gerichte, gespecialiseerde organisatie die de intern gerichte, gespecialiseerde CIO’s moest gaan helpen. Zoals overal binnen de overheid gespecialiseerde, intern gerichte toezichthouders worden opgericht om symptomen te bestrijden.
En om dat nog efficiënter te maken, kwam het Kabinet met hun visie. Een logische doorredenering van wat de Commissie Elias voorstelde, ook al lijkt het op het eerste gezicht niet zo.
In deze organisatievorm en cultuur gaat alles goed zolang het maar om standaardsituaties gaat. Zodra het echter afwijkt van de standaard, gaat het vrijwel altijd mis. En projecten wijken nu eenmaal af van de standaardsituatie. Dit is de cultuur die moet worden bestreden, niet de symptomen waar de Commissie naar keek.
Onlangs was ik op bezoek bij een overheidsinstelling; een uitvoerende dienst (baten-lastendienst) en een ICT-dienstverlener. Natuurlijk volledig gericht op hun eigen specialisatie die alle problemen zou oplossen. Het enige probleem was natuurlijk die klant (ministerie) die het maar niet begreep en die hun dienst maar niet waardeerde. Maar deze dienst was druk bezig om een nieuw ICT platform te ontwikkelen dat vrijwel alle problemen zal oplossen. Het verhaal deed mij sterk denken aan het WIA project van de UWV en het MRS project van de SVB. Gezien de plannen van deze dienst en de gepresenteerde omvang zie ik weer een grote (financiële) ramp aankomen. Zeker zolang de overheid volhardt in hun manier van denken en adviseurs inhuurt die deze manier van denken bevestigen (en daar zelf zelfs uit zijn voortgekomen). Adviseurs die juichend hun steun aan de Commissie toonden.
Het echte probleem van de overheid is hun cultuur en organisatievorm. De Commissie Elias heeft dat niet onderkend, zelfs versterkt: http://www.viergever.info/n…
Het rapport van Commissie Elias is een leuk stukje werk. Was er iemand die de verwachting had dat er echt iets zou gaan veranderen in ICT-projecten en projecten in het algemeen bij de overheid.
Projecten en programma’s lijken nog steeds lastige fenomenen in overheidsorganisaties waarin vooral hierarchisch wordt gedacht en vrijwel niet in termen van samenwerking.
Tweede punt is en blijft de noodzaak. Is er nu echt een noodzaak om veranderingen slimmer en efficienter door te voeren. Wie heeft daar belang bij. In mijn consultancywerk binnen de overheid zie ik op allerhande plekken dat er nog te veel wordt gepraat en dat resultaten achterblijven. En … de meesten komen er gewoon mee weg. Als je niet zo van het veranderen bent, moet je ervoor zorgen dat je organisatie er in ieder geval niet goed in wordt. Voor de vorm train je wat mensen die graag professioneler willen werken. Praktijkgerichte follow ups lijken vooral niet de bedoeling.
In gemeenten zien we de laatste jaren wel verandering. Er komt veel op ze af en projecten conform verwachtingen opleveren snijdt hout. Provincies en de rijksoverheid zou hiervan nog veel kunnen leren. Maar dat vooronderstelt “omdenken” en daar is het wellicht nog te vroeg voor. Ik ben benieuwd welke DG, provinciebaas of gemeentesecretaris nu eens echt een knuppel in het hoenderhok durft te gooien en een burning platform creëert voor echt project- en programmatisch werken.
Wij blijven in ieder geval serieus en opgewekt de handschoen oppakken met ambtelijke opdrachtgevers. Op basis van een aantal gemeentelijke ervaringen durf ik het als bedrijfslevenman toch in toenemende mate aan om samen met deze klanten ambities op te pakken en waar te maken. We zwemmen dan we voortdurend tegen de stroom in, maar dat is nu net wat het leuk maakt.
Ed Lam
Senior consultant Insights Improves
Een van de centrale paradoxen van ICT systemen is dat er niet van te voren te bepalen is hoelang een programma zal lopen. Ik vergelijk het wel met de opdracht om een vlag te plaatsen op de laatste oliewagon van een gemengde goederen (Betuwe lijn) trein die uit de tunnel komt. Je moet de hele trein laten passeren, voor je weet wat de laatste oliewagon is.
Juist de (foutieve, dus impliciet gehouden) aanname dat dat kan, maakt dat we plannen en budgetten maken die uiteindelijk “overschreden” worden. Ze worden natuurlijk niet overschreden, want je wist niet van te voren wat het ging kosten.
Een instituut dat van te voren plannen gaat toetsen kan maar één ding doen: ze allemaal afwijzen, want alleen zo blijven de kosten voorspel- en beheersbaar. Meer van hetzelfde en toch een ander resultaat verwachten, was dat niet de definitie van Einstein voor waanzin?