Digitale weerbaarheid
Nieuws

Rathenau Instituut geeft aanbevelingen voor digitale autonomie

Beeld: Shutterstock

De digitale afhankelijkheid van enkele grote techbedrijven gaat veel verder dan alleen de afhankelijkheid van clouddiensten. De samenleving dreigt de regie te verliezen over kernprocessen in het onderwijs, de zorg en de overheidsdienstverlening.

Daarvoor waarschuwt het Rathenau Instituut in het drieluik Van digitale afhankelijkheid naar digitale autonomie, dat vandaag verschijnt.

Acute consequenties

De publieke sector is in hoge mate afhankelijk van software, AI-tools en apparatuur. Als daar om welke reden dan ook geen toegang toe is, dan heeft dat acute consequenties, zoals de Crowdstrike-storing vorig jaar aantoonde. Onderzoekers van het Rathenau Instituut zien daarnaast meer structurele problemen opdoemen. Publieke organisaties hebben weinig controle over de werking van systemen, weinig keuze en weinig onderhandelingsruimte tegenover big tech. Dat leidt ertoe dat ze geleidelijk aan de regie over de kernprocessen in hun werk verliezen.

Bekend verhaal, maar wat kun je beginnen als gemeente, waterschap of provincie in een klein kikkerlandje, tegen een techreus? Het rapport Koers zetten richting digitale autonomie geeft aanbevelingen om digitale autonomie op te bouwen.

Publieke organisaties hebben weinig controle over de werking van systemen, weinig keuze en weinig onderhandelingsruimte tegenover Big Tech.

Drieluik

Het rapport is onderdeel van een drieluik, dat verder bestaat uit het rapport Achter de macht van Big Tech en een praatplaat die de toenemende digitale afhankelijkheid in uiteenlopende publieke sectoren en de consequenties daarvan in beeld brengt.

Strategieën

De onderzoekers onderscheiden drie strategieën:

  1. het inperken van de invloed van Big Techbedrijven
  2. het versterken van de positie van publieke domeinen ten opzichte van Big Techbedrijven
  3. het vergroten van de onafhankelijkheid van publieke domeinen ten opzichte van Big Techbedrijven

De eerste strategie gaat over (Europese) wetgeving, zoals de Digital Markets Act. De tweede draait om collectieve onderhandelingen, zoals in het onderwijs gebeurt. De derde strategie is gericht op het creëren van alternatieven naast big tech. Een voorbeeld zijn digitale gemeenschapsgoederen, zoals de online publieke ruimte PubHubs, die wordt gebouwd met behulp van overheidssubsidie.

‘Zolang publieke organisaties blijven kiezen voor diensten van de Big Techbedrijven, wordt het lastig om gelijkwaardige alternatieven van de grond te laten komen, laat staan deze door te ontwikkelen tot volwaardige diensten die van vergelijkbare kwaliteit zijn als de diensten van Big Techbedrijven nu’, waarschuwen de onderzoekers. Daar zit de crux: Europese leveranciers bieden niet de totaalpakketten die Microsoft en consorten zo begeerlijk maken voor de publieke sector.

Handelingsopties

Welke handelingsopties zijn er dan wel? De onderzoekers komen met een flinke waslijst aan aanbevelingen voor respectievelijk inkopers, beleidsmakers en politici.

Voor inkopers: koop anders in

Gebruik bij inkoop een integraal afwegingskader, waarin de inkoop van IT geldt als een strategische beslissing en digitale autonomie als een van de criteria (‘Check bijvoorbeeld op open standaarden, interoperabiliteit, spreiding in aanbieders, overstapdrempels, mogelijke toegang van statelijke actoren tot data, etc.’).

Kies niet alleen vaker voor open source, maar ook voor ‘intermediairs’ die de software gebruiksklaar maken en beheren. Neem in een ‘eerlijker’ kostenoverzicht ook bijvoorbeeld de kosten van een overstap mee. Accepteer een tijdelijk verlies aan gebruikersgemak bij een overstap. Creëer ruimte voor kleinere, alternatieve aanbieders bij een aanbesteding (nu wordt er vaak gebundeld). Kies voor een Innovation Impact Challenge om kleinere bedrijven op onderdelen te laten meedoen. Bundel de vraag van publieke organisaties.

Zorg ondertussen dat de eigen IT-capaciteit op peil blijft (dit geldt niet alleen voor individuele organisaties, maar ook voor de samenleving als geheel). Doe aan (cyber)oefeningen om goed voorbereid te zijn op uitval. Maak een exitstrategie operatief. En denk bij al deze aanbevelingen ook aan de gratis diensten van grote techleveranciers.

Zorg dat de eigen IT-capaciteit op peil blijft (dit geldt niet alleen voor individuele organisaties, maar ook voor de samenleving als geheel).

Voor beleidsmakers: creëer een gelijk speelveld

Beleidsmakers hebben meerdere mogelijkheden om alternatieven te stimuleren. Handhaving bijvoorbeeld; het Digital Rulebook (het geheel aan nieuwe Europese wetgeving voor digitalisering) en het mededingingsrecht zijn pas zinvol als er scherp op gehandhaafd wordt. Inzetten op open standaarden voor interoperabiliteit en dataportabiliteit is een andere; het moet wel, maar gebeurt slechts in vijftig procent van de relevante gevallen.

Onder andere naar aanleiding van het Draghi-rapport worden de Europese aanbestedingsregels momenteel geëvalueerd. Nederlandse beleidsmakers kunnen hieraan bijdragen én ervan leren. Ook het ontwikkelen van modelcontracten is een manier om publieke organisaties te helpen bij het creëren van een gelijk speelveld.

Breng de kennispositie over digitale autonomie op orde

Beleidsmakers kunnen bestaande afhankelijkheden en risico’s in kaart brengen, ten behoeve van het integraal afwegingskader voor inkoop. Ze kunnen daarnaast leren van hoe de buurlanden digitale autonomie aanpakken.

Vergroot inzicht in randvoorwaarden voor digitale autonomie, onder meer door te onderzoeken wat alternatieve aanbieders nodig hebben om hun diensten goed te kunnen verlenen. Verspreid kennis, door het aanleggen van een kennisbank of door kennis te delen met het open source program office bij het ministerie van BZK.

Onderzoek wat alternatieve aanbieders nodig hebben om hun diensten goed te kunnen verlenen.

Voor politici: kies een route voor digitale autonomie

Het laatste onderdeel levert wat minder directe aanbevelingen op, maar geeft meer inzicht in de verschillende denkwijzen. De onderzoekers hebben hoge verwachtingen van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die ervoor kan zorgen dat investeringen in AI en cloud niet allemaal in de zakken van de geijkte spelers verdwijnen. Voorkom daarbij wel nieuwe vormen van machtsconcentratie, waarschuwen ze.

Er zijn verschillende oplossingsrichtingen voor digitale autonomie. Een eerste belangrijke vraag voor het politiek debat is: welk niveau van digitale autonomie is wenselijk, en welk doel wordt ermee bereikt? De volgende vraag is dan welke rol de overheid moet spelen. Aan de andere kant van het spectrum speelt juist de markt een aanjagende rol. Daar is de denkwijze dat de groei van Europese bedrijven ervoor kan zorgen dat Europa de concurrentiestrijd met China en de Verenigde Staten serieus aangaat.

Je kunt je verder afvragen welke rol Europa en Nederland zouden moeten aannemen in het verwezenlijken van digitale autonomie. Ten slotte is er de vraag welke onderdelen van publieke dienstverlening überhaupt gedigitaliseerd moeten worden. Klinkt misschien gek, maar de onderzoekers citeren in dit verband Niels Kerssens, die aan de Universiteit Utrecht onderzoek doet naar de platformisering van het onderwijs: ‘Het gekke is dat dit gebeurt terwijl nog nergens is aangetoond dat het beter is. Er is ook nog niet bewezen dat het slechter is, maar er wordt (…) iets doorgevoerd waarvan niemand weet of het verstandig is’.

Lees ook:

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren