Een uniek boek. Verhoeven koppelt zijn analyse vanuit het binnenste van ons parlement aan gedegen wetenschappelijke inzichten. Hij slaagt er bovendien in zijn zorgen over de invloed van digitalisering op onze democratie over te dragen. Alleen zijn voorstellen voor een gezonde democratie maken een erg rationele indruk. Terwijl Verhoeven juist betoogt dat de mens niet rationeel is.
De democratie crasht, Politieke onmacht in het digitale tijdperk, Kees Verhoeven, 2023 | Beeld: Cover boek
Verholen woede
Het delen van zijn zorgen over de invloed van digitalisering op de democratie. Dat is wat Verhoeven met dit boek beoogt. De belangrijkste vraag is dan natuurlijk: slaagt hij in die opzet? Het antwoord is volmondig ‘ja’. Waarom? Omdat hij onverschrokken laat zien hoe de toch al deplorabele staat van onze democratie onder invloed van de digitalisering verder verslechtert. Bij digitalisering staat het nodige op het spel: de schending van burgerrechten en de privacy. Dat is allemaal niet niks. Toch is de politieke belangstelling voor digitalisering ‘lauw’ te noemen. Dat is misschien wel de grootste paradox in het boek. Digitalisering zet de wereld op zijn kop en de Haagse kaasstolp doet alsof er niets aan de hand is. Te ingewikkeld, niet concreet en niet zichtbaar en dus politiek oninteressant. Als oud-parlementariër voor D66 hoor je nog steeds onbegrip en verholen woede in de woorden van Verhoeven doorklinken. Het kan niet anders dan dat zijn analyse een zorgwekkend beeld bij de lezer achterlaat. Doelstelling behaald dus.
Lachertje
Bij wijze van amuse levert Verhoeven – nog vóór hij de digitalisering onder de loep neemt – een bondige analyse van de staat van de democratie. Deze stemt niet bepaald vrolijk. Privatisering, globalisering, decentralisatie, horizontale akkoorden en juridisering zorgen voor een verzwakking van de Tweede Kamer. Er is steeds méér waar die Kamer niet over gaat, aldus de auteur. In die zin is de ondertitel van zijn boek, ‘Politieke onmacht in het digitale tijdperk’, overbodig. Die onmacht is er namelijk óók los van de digitalisering.
Kamerleden krijgen cruciale en lastige stukken vaak kort vóór een Kamerdebat toegezonden.
Treffend is de parallel met de Toeslagen-affaire. Lees het boek ‘Zo hadden we het niet bedoeld’ van Jesse Frederik. En stel vast dat de geringe politieke aandacht voor complexe wetgeving een belangrijke verklarende factor was in deze zwarte pagina in de parlementaire geschiedenis. Kamerleden krijgen cruciale en lastige stukken vaak kort vóór een Kamerdebat toegezonden. Bij digitalisering is het niet anders.
Verhoeven vertelt hoe hij als gescheiden vader na een weekend met zijn kinderen pas op zondagavond zijn mailbox opent. ‘Ik schrok me een ongeluk, want naast de gebruikelijke wetsteksten zag ik een heleboel bijlagen over de corona-app: (…) Die stukken zijn er niet voor niets, vaak ook heeft de Kamer er zelf om gevraagd. Uiteindelijk koos ik er noodgedwongen voor om op de gok een selectie van de documenten te scannen en moest ik maar hopen dat ik geen belangrijke details over het hoofd had gezien.’ Het kabinet neemt het parlement in deze belangrijke dossiers dus niet serieus, de controlerende taak van de Kamer is dan een farce.
Digitalisering versterkt en versnelt deze onmacht. Met als resultaat dat ‘kabinet en Kamer elkaar eindeloos doldraaien’. Dat de Kamer een absoluut kleinduimpje en daarmee een lachertje is in de strijd met de big tech bedrijven. Dat zij geen oog heeft voor lange termijn effecten. En zij totaal onwetend en dus vleugellam is op cruciale dossiers als de Chinese spionage in de netwerken van KPN. Het gevolg van dat alles? De Kamer is niet in staat haar controlerende taak uit te oefenen in het grote mondiale technologie-geweld. Digitalisering dicht dus niet het controlerende tekort van de parlementaire democratie. Integendeel.
Uniek
Verhoeven besteedt maar liefst zeven hoofdstukken aan zijn diagnose. Wat is er mis in de relatie tussen democratie en digitalisering? Daarin laat hij een aantal wetten waarmee hij als parlementariër te maken heeft gehad, de revue passeren. Vervolgens presenteert hij een aantal randvoorwaarden en voorstellen voor verbetering. Al met al ontstaat op die manier een analyse ‘van binnenuit’. Een uniek kijkje vanuit de krochten van het parlement waar al append compromissen worden gesloten. Deze analyse koppelt Verhoeven aan gedegen wetenschappelijke inzichten. Deze combinatie maakt dit boek uniek. Zijn betoog is bovendien vlot, helder en leesbaar geschreven. Doorspekt met zelfspot en zelfkritiek. Als oud-politicus trapt hij niet na. Noch probeert hij achteraf alsnog zijn gelijk te halen.
Voorspelbaar irrationeel
Vernieuwend is de gedragsdimensie die Verhoeven introduceert. Die ben ik in analyses over digitalisering niet eerder tegengekomen. De essentie? Politici zijn net mensen. Het feit dat ook politici de effecten van digitalisering ondergaan, betekent dat zij onder druk staan. Van bijvoorbeeld social media om maar vooral zichtbaar te zijn. Die druk komt de kwaliteit van hun besluiten niet ten goede. Hij komt vervolgens met ontwapenend nuchtere voorstellen. Zoals: politici, denk aan uw nachtrust! Dat heeft allemaal niets met ingewikkelde technologie te maken. Maar juist dergelijke voorstellen maken het boek toegankelijk, herkenbaar en verfrissend. Zeker ook door de talrijke vormen van bias, vooringenomenheid, die Verhoeven introduceert. Vanuit die gedragstheorie rekent hij ook af met een aantal mythes. Zoals de mythe dat mensen rationele besluiten nemen. Niet waar, stelt hij. Mensen en dus ook politici zijn ‘voorspelbaar irrationeel’, de invloed van emoties op hun beslissingen is groot.
Datasets leiden bijna als vanzelf tot ingrijpen.
De veranderingen die mensen in hun denken en doen ondergaan onder invloed van digitalisering, leiden ook tot veranderingen in het systeem. Dat noemt Verhoeven ‘systeemfouten’. Zoals de fout van de controledrift. Ook weer zo’n fraaie paradox. De overheid heeft de intentie om burgers te beschermen. Maar datasets leiden bijna als vanzelf tot ingrijpen. Immers, wat is er mooier dan inzicht in het gedrag en de motieven van burgers? Of zoals Foucault dat zo fraai verwoordde: het bezit van data leidt tot gebruik van data. Maar juist dat ingrijpen heeft via een overdreven aandacht voor veiligheid, een beperking van de vrijheid en rechten van burgers tot gevolg. ‘Goede intenties, slechte interventies’ volgens Verhoeven. De wettelijke basis voor grootschalige gegevensverzameling volgt vaak pas jaren later. Dat staat er allemaal vrij droog, maar die situatie is natuurlijk buitengewoon ernstig. Samengevat verwoordt Verhoeven het aldus. Politieke drijfveren die altijd al aanwezig waren zoals maakbaarheid, zichtbaarheid en beschikbaarheid transformeren door digitalisering in systeemfouten zoals controledrift, scorings- en werkdrang.
Kanttekening
Toch is er ook een serieuze kanttekening bij het boek van Verhoeven te plaatsen. Deze heeft betrekking op de vijf randvoorwaarden die hij formuleert ter verbetering van de democratie. Die zijn allemaal sympathiek en zinvol. Zoals de randvoorwaarde om de inhoud centraal te stellen of om ruimte te bieden aan twijfel. De Tweede Kamer moet méér rapporten lezen, vindt hij. Zeker waar, daar worden onze parlementariërs alleen maar slimmer van. Maar waar halen deze mensen de tijd vandaan? De hele diagnose van Verhoeven is gebaseerd op de democratie als een complexe kluwen van partijen met wederzijdse afhankelijkheden. Politici, ambtenaren, media en kiezers: ze hebben elkaar hard nodig. Een randvoorwaarde is pas haalbaar als deze strekt tot voordeel van deze partijen. Welk belang hebben de media bij een focus op inhoud en dus op saaie en complexe wetgeving? Of bij ruimte voor twijfel? Past die focus in hun verdienmodel dat toch vooral gericht is op het aantrekken van adverteerders?
Verhoeven doet net alsof de samenleving rationeel is.
Kort en goed. Verhoeven doet net alsof de samenleving rationeel is. Hij vergeet zijn eigen diagnose: mensen en dus ook politici handelen irrationeel. Zijn randvoorwaarden zijn losgezongen van de systeem- en menselijke denkfouten die hij zelf zo treffend beschreven heeft.
Mijn afdronk van dit boek. Een uniek en lezenswaardig document met soms wat naïeve suggesties voor randvoorwaarden voor een gezonde democratie.
Hij schreef deze recensie op persoonlijke titel.
‘De democratie crasht, Politieke onmacht in het digitale tijdperk’ van Kees Verhoeven, januari 2023 (verkrijgbaar via o.a. managementboek.nl en bol.com).
Als het democratische politieke bedrijf (dat is iets anders dan de Rechtsstaat) al in crisis, komt dat niet door ‘meningen’ of oververmoeide digibete politici, maar door onverantwoordbare en ontraceerbare geldstromen die haar helpen verwoesten via ons individuele mediagebruik. Politici overvragen en onderbieden hooguit op een markt van belangen, maar de huidige generatie politici kan hun bewegingen ook in real time met miljoenen mensen op sociale media delen! Zo zijn Donald Trump, Boris Johnson, Jair Bolsonaro en andere populisten aan de macht gekomen. “Win a no win situation by rewriting the rules.” Geen broadcasting, maar microcasting!
Digitale desinformatie is een vak, met een jargon dat weinig lijkt op de traditionele lobbyist. Onze kieswetten zijn verouderd. Gemaakt voor een langzamere wereld. Voor een paar duizend euro organiseer je botnets die een single issue partij op Facebook oproepen. Zet een verhaallijn op, voor een publiek dat ongezien uit duizenden botnets en een paar re tweetende dwaallichtjes bestaat. Twittertrends worden overgenomen door de mainstream media (massa = kassa) en daar zijn je legitieme Kamervragen … waarna die hele single issue groep weer in het niets verdwijnt! Geen feest dat iets op de agenda is gekomen. Geen persbericht. De Urgenda CO2 zaak is niet geboren in een parlementaire achterkamer, maar op sociale media!
Politici kunnen ook andere vragen gaan stellen. Waarom niet controleren op Governance? Hoe is een mening tot stand gekomen? Hoe komen fabelachtig goed gefinancierde partijdige denktanks aan hun centen? Hoeveel leden hebben onze politieke partijen ‘echt’ en hoeveel likes komen van botnets? In de jaren 90 al hadden Bill Clinton, Tony Blair en de PvdA hetzelfde marketing bureau (“We will be tough on crime and on the causes of crime”). Tony Blair had een microfoontje in zijn haar geweven als hij op de campaign trail was, zodat zijn stem met een mengpaneel was aan te passen op mannelijk of vrouwelijk publiek. Zijn zogenaamde keuken was heel toevallig precies in lijn met de keukens die in de desbetreffende regio het meest verkocht was. Politieke partijen huren uitstekende PR bureaus in, dus ze snappen het best. Trump had Cambridge Analytica voor zijn microcasting. Waarom valt het niemand op, als bedrijven zonder omzet wèl campagnegiften doen? “Winners don’t make excuses when the other side plays the game.” Onze democratie is niet gemaakt op real time data manipulatie, maar waarom maken politici dan niet veel meer gebruik van de wettelijke regels die ook hun ten dienste staan. Doe wat met die AML4/5 en PSD2 wetgeving om bankgegevens van single issue partijen te checken! Doe wat met die data!
Waarheid is een functie van verifieerbare waarschijnlijkheid!
Het is digitaal bedrog dat het vertrouwen ondermijnt in democratie en wetenschap en daarmee in de Vrijheid van Meningsuiting, de Overheidsvrije Sfeer en Zekerheid. Dit is de tijd van Data Governance, Lawfare, mediascapes en infodemisch onderzoek, dus als politici kun je daar gebruik van maken om de waan van de dag de baas te worden. Herkennen Think Tanks als front operaties van disinformatie campagnes. Gebruik Due Dilligence vragen. Chain of Custody checks. Peer-reviews. Context verificatie. Meet de gezag graphs! Follow the money. Allemaal data. De vorige generatie politici kon niet anders dan praten in soundbites, omdat de boodschap aan moest komen tussen GTST en de ToTo, maar dit is 2022. Use IT! Bouw aan een consistente boodschap en neem anderen de maat met een transparante meetlat.