Data en ai
Recensie

Recensie: ‘De intelligente, datagedreven organisatie’

Springende dolfijnen in zee met cover boek ‘De intelligente, datagedreven organisatie’
De intelligente datagedreven organisatie is een handboek voor bestuurders en beleidsmakers.

Daan van Beek schreef een boek zonder twijfels of dilemma’s, waarin nauwelijks ruimte is voor traagheid. De data regeert, dat is het onderliggende beeld. De technisch-inhoudelijke uiteenzettingen zijn informatief en verhelderend, hoewel ook hier wel het een en ander op aan te merken valt. Veel intelligentie in dit boek, maar wat Paul Strijp betreft wat weinig wijsheid.

‘De intelligente, datagedreven organisatie’ is een boek voor bestuurders, senior managers, staf en medewerkers. Ik heb het twee maal gelezen. Het boek bevat zonder meer talrijke heldere en informatieve omschrijvingen van BI-toepassingen. Deze kunnen best leiden tot een intelligente, datagedreven organisatie. Maar een technisch intelligente organisatie is nog niet hetzelfde als een organisatie die over wijsheid beschikt. Dat maken de talrijke tekortkomingen van dit boek helaas pijnlijk duidelijk.

1. Bereikt de auteur zijn doel?

Van Beek stelt zich tot doel om de lezer een vaardigheid bij te brengen. Namelijk de kunst van het toepassen van zijn concept van de intelligente, datagedreven organisatie. Op de eigen organisatie of die van de klanten. Het eindresultaat dat de schrijver hiermee beoogt? Substantieel betere resultaten.

Het is lastig om te beoordelen of hij dat doel behaalt. Waarom? Eenvoudigweg omdat Van Beek het begrip ‘succes’ nergens definieert. Net zo min als ‘substantieel’ overigens. Nu lijkt dat misschien een overbodige vraag. Het is toch evident wat succes betekent? Hoge verkoopcijfers en een flinke winstmarge zijn daar toch voorbeelden van? Maar is dat ook het geval als die winst op een maatschappelijk onverantwoorde manier is behaald? Met andere woorden: in hoeverre stelt de auteur dat type handelen als voorwaarde voor het behalen van succes? Dat blijft duister.

2. Dekt de vlag de lading?

De titel op de omslag bestaat uit drie elementen: een titel, een ondertitel en een schuin rood balkje. Dat laatste bevat een aantal teasers, boodschappen om de nieuwsgierigheid te prikkelen. De strekking van deze boodschappen is: Beste lezer, generatieve AI, digital twins en data governance komen in dit boek óók aan bod. Als zoiets op de omslag staat, dan ga je er als lezer eens even goed voor zitten. Om vervolgens bevangen te worden door een gevoel van teleurstelling. Een blik op de inhoudsopgave leert namelijk dat er géén hoofdstukken of paragrafen aan deze onderwerpen zijn gewijd. Dat hoeft op zichzelf niet problematisch zijn. De index dan maar geraadpleegd. En wat blijkt dan? Generatieve AI komt met wat losse fragmenten op vijf verschillende pagina’s aan bod, digital twins op twee en data governance op één. En dat alles in een boek van méér dan 450 pagina’s. Zijn die teasers niet een tikkeltje overdreven?

De vlag suggereert méér lading dan er is

Verder had de ondertitel scherper gekund. Handboek voor Artificial Intelligence, BI & Data Science. Deze opsomming suggereert een zekere gelijkwaardigheid tussen de drie genoemde disciplines. Die is er niet. Immers, de auteur verklaart BI tot parapluterm ‘…die dit alles omvat, dus ook artificial intelligence’. Handboek voor BI was dan ook beter geweest. Of Handboek voor BI, inclusief Artificial Intelligence en Data Science.

3. Zijn de opbouw en de inhoudsopgave helder en samenhangend?

De lezer krijgt niet direct een beeld van de route naar de eindbestemming. De oorzaak hiervan ligt in de twee verschillende typen taal waarvan de inhoudsopgave zich bedient. Het eerste type is dat van de metaforen. Deze treffen we aan in de hoofdstukken drie t/m vijf. De ogen en oren, het brein, de handen en voeten staan symbool voor verschillende functies. Namelijk voor registreren, verwerken en reageren. Dat is op zichzelf kunstig gevonden. De betekenis van die symbolen springt er echter niet uit, die blijft verborgen in de hoofdstuktitels. Het tweede type taal is technisch-instrumenteel van aard. Dan gaat het over architectuur, instrumenten, projecten, governance en dergelijke. De combinatie van metaforisch en technisch-instrumenteel taalgebruik maakt de inhoudsopgave wat mystiek. Je stapt in de trein en je hoopt maar dat de machinist de goede route in zijn hoofd heeft.

Het schema op pagina 27 dat de interne samenhang van de hoofdstukken weergeeft, kan deze zorgen niet wegnemen. Sommige hoofdstukken, bijvoorbeeld die over de basiselementen en over de instrumenten, komen op meerdere plaatsen in het schema voor. Daardoor is voor de lezer niet in één oogopslag helder hoe al die hoofdstukken ‘stromen’. Opvallend is ook dat het hoofdstuk over de strategie in dat schema ontbreekt. Met die strategie is sowieso iets geks aan de hand. Strategie komt eerst in het negende van de tien hoofdstukken aan bod. Hoe kan dat, strategie gaat toch aan alles vooraf? Met strategie begint het toch? Architectuur, instrumenten en projecten zijn daar toch van afgeleid? Terwijl deze drie onderwerpen in het boek juist aan strategie voorafgaan en in de hoofdstukken zes t/m acht aan bod komen. Deze ongebruikelijke positionering van strategie is ook terug te vinden in de hoofdstukken zelf.

4. Hoe leesbaar is het boek?

Het boek is zonder meer leesbaar geschreven. Geen zinnen waar je over struikelt, vaktermen worden netjes uitgelegd. Informatief en verhelderend dus. De diverse stappenplannen maken dat het boek met recht een handboek kan worden genoemd. Onwetende bestuurders, senior managers, staf en medewerkers kunnen allemaal iets van hun gading vinden. Het enige vraagteken is de hoeveelheid stappenplannen. Is die niet te groot? Op een zeker moment kun je de opsommingen niet meer verdragen, iets meer doorlopende teksten waren welkom geweest. Maar het siert de auteur dat hij zijn lezers onvermoeibaar wil helpen met het bijbrengen van de kunst van het toepassen van zijn concept.

5. Bevat het boek omissies of aperte onjuistheden?

In Venlo is een bedrijf dat business intelligence inzet om de logistiek van haar klanten te optimaliseren. Daardoor vermindert de CO2-uitstoot. Dat is natuurlijk een mooi voorbeeld. Maar welke conclusie verbindt Van Beek hieraan? BI zorgt voor een duurzamere wereld. Deze generieke uitspraak op grond van dit ene voorbeeld getuigt van naïviteit. Het is bijvoorbeeld genoegzaam bekend dat datacenters, nodig voor de toepassing van business intelligence, energieverslinders zijn. Maar ook in generieke zin is de relatie tussen data en duurzaamheid problematisch. Lees het advies Digitaal Duurzaam van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en huiver.

Ethiek krijgt niet de aandacht die het verdient

In een boek van meer dan 450 bladzijden wijdt Van Beek ‘maar liefst’ twee pagina’s aan ethiek. Met hierin wat losse gedachten. Dus zonder stappenplannen of serieuze handelingsperspectieven. Dat is natuurlijk veel te weinig. Ethiek krijgt niet de aandacht die het verdient. En vormt daarmee een omissie van dit boek.

6. Welke onderliggend databeeld ligt aan het boek ten grondslag?

Ik vind de grondtoon van het boek hijgerig. Deze klinkt ongeveer als volgt. Er gebeurt zo veel in de wereld, het gaat allemaal zo snel, de techniek zet alles op zijn kop. Daarin kunnen we alleen overleven door zelf ook te versnellen. Enigszins hilarisch is de grafiek over de zogeheten BI-kloof. Deze staat voor het verschil tussen de hoeveelheid data en de tijd om te beslissen. Die tijd daalt in de toekomst, uit de grafiek wordt niet duidelijk wanneer precies, naar nul. Geen tijd meer om te beslissen? In welke wereld leven we dan? In een wereld waarin de data regeert! Die schreeuwt om een duiding van de auteur. Willen we dat? Die duiding blijft achterwege. Dat suggereert een vrij kritiekloze aanvaarding van de wereld die ons te wachten staat.

En dat is precies de zwakte van het boek. In het onderliggende databeeld is nauwelijks plaats voor twijfel of traagheid. Of voor kiezels in de schoen, frictie en dilemma’s. Er is enkel plaats voor recepten. Tekenend in dit verband zijn de 25 voordelen van effectieve business intelligence. Samen zorgen deze voor een ongekende halleluja-sfeer. Business intelligence kent kennelijk geen keerzijden of risico’s. Een hoogst enkele keer introduceert de auteur een notie die raakt aan reflectie of vertraging. Zoals op pagina 153: “…we kunnen soms analyseren tot we een ons wegen, terwijl een stevige wandeling of een nachtje slapen ook helpt.” En op pagina 352 waarin hij -hè, hè eindelijk- melding maakt van mislukkingen van BI- en AI-projecten. Zonde dat hij dit tegenwicht voor alle optimisme niet veel uitvoeriger heeft uitgewerkt.

Daan van Beek, De intelligente datagedreven organisatie. Handboek voor Artificial Intelligence, BI & Data Science. Inclusief Generatieve AI, Digital Twins & Data Governance. Achtste druk, 2023. Passionned Publishers, Leusden.

Daan van Beek is eigenaar en managing director van de Passionned Group, specialist in het ontwerpen en implementeren van datagedreven, intelligente organisaties.

  • Sophie Hendriks | 31 januari 2024, 08:22

    Dit lijken meer losse flodders dan een evenwichtige recensie met plus- en minpunten. Blijkbaar hanteert Paul Strijp / iBestuur een eigen definitie van wat een boekrecensie is. Dekt de vlag de lading in dit stuk? Niet echt, het is zelfs misleidend. En op persoonlijke titel? Dan zou je dit niet verwachten: ‘adviseur bij de Provincie Noord-Holland’ Ik heb het boek ook 2x gelezen en ben heel content met het boek, ook binnen de overheid zeer bruikbaar. Gebruik het nog vaak als naslagwerk.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren