Regievoering op planning datacenters is complexe aangelegenheid
De toename van datagebruik vraagt veel van onze digitale infrastructuur. De datacentersector wil groeien, maar dat is in ons kleine kikkerlandje niet eenvoudig. Op verschillende plaatsen werken provinciale- en lokale overheden nauw samen met datacenters om tot een rendabele businesscase te komen die zowel de economie als de samenleving ten goede komt.
In Nederland kampt de datacentersector met flinke uitdagingen: er is te weinig fysieke ruimte om nieuwe datacenters te bouwen en er is een capaciteitsprobleem op het stroomnetwerk (netcongestie). Tegelijk moet gewerkt worden aan een duurzame economie en samenleving. Daarbij moet interbestuurlijk samengewerkt worden om tot besluitvorming te komen. Immers, als het gaat om ruimtelijke ordening zijn de provincies en gemeenten aan zet.
Dubbel ruimtegebruik
Gedeputeerde Esther Rommel van de provincie Noord-Holland heeft de afgelopen jaren het een en ander meegemaakt rond de komst van het datacentrum in Middenmeer, vertelt ze tijdens de opening van de Green Data Center Conference van 6 november in Utrecht. Ze moet toegeven dat de groei van het aantal datacenters de provincie in eerste instantie ‘overkomen’ is. Ondertussen hebben ze met hun Datacenterstrategie 2022-2024 drie clusters gecreëerd, waar datacenters gebouwd mogen worden: Haarlemmermeer, Amsterdam en Hollands Kroon. Mogelijk is daar na het versterken van het stroomnet zelfs nog groei mogelijk. Maar ze ziet ook mogelijkheden buiten de drie clusters, vertelt ze. “Maar dan moet goed gekeken worden naar dubbel ruimtegebruik, bijvoorbeeld door een datacenter ook als warmtebron in te zetten.” Ook is het belangrijk dat de omgeving er mooi uit blijft zien. “We hebben het bij de provincie over de zgn. ‘dozenstrategie”. De zaal vol datacentermanagers en experts lacht wat verontwaardigd, maar ze bedoelde niet alleen de datacenters, verontschuldigt ze zich, het gaat ook om de distributiecentra.
Warmtenet
Een van die plaatsen waar, buiten de clusters om, gebouwd is aan een datacenter, is Diemen. Op de Green Data Center Conference ondertekenden de gemeente en Switch Datacenters een intentieovereenkomst om binnen een jaar een verkennend onderzoek af te ronden naar de haalbaarheid en betaalbaarheid van een lokaal warmtenet gebaseerd op de restwarmte van het datacenter (datathermie). “Onze gemeente wil in 2040 aardgasvrij zijn,” vertelt Matthijs van den Berg, wethouder Duurzaamheid bij de gemeente Diemen. De servers in het datacenter produceren grote hoeveelheden warmte. Volgens de wethouder is die toereikend om de hele wijk Diemen-Zuid en mogelijk aanliggende bedrijventerreinen van warmte te voorzien.
Van den Berg zou graag zijn dat het Rijk duidelijke regels ging stellen rond de ontwikkeling van datacenters, om zo gemeenten bestuurlijk te ontlasten. “Met anderhalve fte kunnen we dit soort grote vraagstukken, zoals netcongestie, gewoon niet aan. Laat gemeenten doen waar ze goed in zijn. En dat is met burgers werken aan een mooie, gezonde gemeente.” Het is uitdrukkelijk de bedoeling burgers en bedrijven te betrekken bij de ontwikkeling van het warmtenet. “Zodat zij het kunnen gaan zien als een duurzame oplossing waar ze op termijn hun woningen en gebouwen mee kunnen verwarmen.”
Overigens blijkt het niet eenvoudig om een rendabele businesscase op te bouwen voor het aanleggen van een nieuw warmtenet. In Amsterdam lukte het niet om de restwarmte van datacenters naar de gebouwen van Arenapoort te brengen.
Vervanging biocentrale
De samenwerking tussen de gemeente Eindhoven en Interconnect om de restwarmte van het datacenter te benutten om een bio-energiecentrale in de Brainport uit te faseren, lijkt wat dat betreft gunstiger. Hier ligt al een warmtenet naar de wijk Meerhoven. Ook hier wordt gewerkt aan de businesscase. Het was een hele stap voor de gemeente om het besluit te nemen om de biocentrale te gaan vervangen, vertelt Ronald Zwart, project lead Energy Systems bij de gemeente Eindhoven. “De klimaatopgave is een nieuw vraagstuk waar veel innovatiekracht voor nodig is. Met deze oplossing leveren CO2 vrije elektriciteit. En het kent een gegarandeerde energielevering, een datacenter draait immers 24/7.” CEO Rob Stevens van Interconnect, noemt het een echte win-win situatie. “Wij willen als datacenter een bijdrage leveren aan de energietransitie, de restwarmte van ons datacenter gaat nu nog verloren.” Een tip voor andere gemeenten? “Maak het niet te groot. Je kunt niet meteen een hele gemeente gaan verwarmen.”
Regie houden
De overheid wil regie houden op de beperkte ruimte, tegelijk moeten ze met burgers en bedrijven op zoek naar slimme oplossingen om overbelasting op het energienet tegen te gaan. Daar houdt voormalig parlementariër Gerard Schouw, tegenwoordig onafhankelijk bestuurlijk aanjager Slim met Stroom, zich mee bezig. “Het gaat slechts om een paar uur piekbelasting per dag,” nuanceert hij de problematiek, maar toch beperkt het bedrijven om te groeien of te verduurzamen. De samenwerking tussen gemeenten en datacenters bieden perspectief op nieuwe mogelijkheden om vraag en aanbod in balans te brengen.
Hadden we die netcongestie niet allemaal zien aankomen? “Ja, we wisten het allang, maar we laten het ons overkomen,” reageert gedeputeerde Rommel. “Water wordt onze nieuwe congestie. Als we hier nu niets aan doen, dan overkomt het ons straks weer.” Helaas is het typerend voor onze politieke cultuur om problemen door te schuiven, verzucht gespreksleider Kees Verhoeven.
Lees ook:
- Benutten restwarmte datacenters niet gelukt in Amsterdam – iBestuur
- Omgevingsdiensten aan de slag met strengere aanpak datacenters – iBestuur
- Nederlandse datacentersector onder druk – iBestuur
- Bouw datacenter Microsoft in Middenmeer kan voortgezet worden – iBestuur