Overheid.nl trakteert bezoekers op hyperlinks die het niet doen, onvindbare pagina’s en op een lijst van deelnemende gemeenten met 180 stuks méér dan de 403 die er momenteel zijn.
Er was eens –niet zo gek lang geleden, drie weken geleden eigenlijk– een burger in Oldenzaal. Hij heette Ronald. Hij zat al een paar maanden zonder baan. Op zijn leeftijd, Ronald was 57, vond hij niet gauw een nieuwe. Zeker niet in de sector, waarin hij actief was. Op kunst en cultuur werd alleen maar bezuinigd.
Duimen draaien was niks voor Ronald. Maar hij had gehoord van de participatiesamenleving en dat leek hem wel wat. Er viel best wat te verbeteren in zijn woonplaats. Zou hij daar niet een bijdrage aan kunnen leveren?
Hij ging naar de website van zijn gemeente en las dat hij ‘dankzij het spreekrecht’ welkom was om mee te praten, raadsleden te ontmoeten en hun vragen te stellen. Vragen stellen aan wethouders was er niet bij. Dat deden raadsleden als ze daar aanleiding toe zagen.
Hij moest zich ‘bij het secretariaat van de griffie van de gemeenteraad’ opgeven. Ronald kon bellen of mailen. Verder stond een ‘opgaveformulier inspreken’ op de site. Multichannel, goed zo. Hij koos voor het e-formulier en vulde zijn naam en telefoonnummer in. Dan werd hem gevraagd wanneer en waarover hij wilde inspreken. De keuze bleek echter beperkt.
Ach, in de zomer zal wel niet zo veel gepolitiekforumd worden. Hij ging naar Google en tikte ‘overheid’ in. Bovenaan stond Overheid.nl.
Daar kon hij terecht voor alle overheden. Toe maar, alle overheden! Onze Oldenzaalse burger, ofschoon vol aandrang om duchtig mee te participeren, wilde echter niet al te hard van stapel lopen. Gelukkig bood de alleoverhedenwebsite hem de mogelijkheid om voorzichtig te beginnen. Wat ook plezierig was, was dat mensen met minder goede ogen de letters groter konden maken.
Hoewel de site er wel een beetje confuus van raakte.
Voor wie niet te hard van stapel wilde lopen, bood Overheid.nl de mogelijkheid zich op de eigen leefomgeving te concentreren. Precies wat Ronald voor ogen stond.
‘Bij u in de buurt’ stond in de linkerhelft van de homepage. Die ging over ‘Producten’. ‘Berichten over uw buurt’ stond rechts, bij ‘Overheidsinformatie’. Ronald begon bij de producten, tikte onder het kaartje van Nederland ‘oldenzaal’ in en klikte op het pijltje naar lokale informatie.
De overheid werkte met onveilige formulieren. Niet best. Ronald opende een andere webbrowser, na Safari nu Firefox.
Weer een waarschuwing. Was het erg als derden zagen dat hij ‘oldenzaal’ had ingevuld? Hij wist het eigenlijk niet. Hoorde veel enge verhalen over cybercrime en identiteitsdiefstal. Maar wat zou hij te verbergen hebben als hij een plaatsnaam niet durfde in te vullen? Toch besloot Ronald de beveiligingswaarschuwing serieus te nemen. Hij startte een derde webbrowser, Chrome.
Die bracht hem drempelvrij verder. Datzelfde gold voor een vierde (Opera) en vijfde browser (Internet Explorer). Zo zie je maar: niet iedereen zag in de overheid een beveiligingsrisico. Hij schudde het hoofd over het wantrouwen van degenen, die dat wel deden. Er stond toch een slotje en ‘https’? Was die s niet van ‘secure’? Wat zeurden Safari en Firefox dan over Overheid.nl? Ronald kon wel eens kriegel worden van al die kritiek op de overheid.
Zijn gemeente had 261 producten en diensten. Hij kon er ook terecht voor begraven en asbest. Dat moesten belangrijke producten en diensten zijn, anders stonden ze niet in de top-vier. Zelf had Ronald er momenteel geen belangstelling voor.
Fijn dat de site vermeldde waar de resultaten waren gevonden. In een ‘onderdeel’ met een naam die best plausibel op Ronald overkwam. Hij klikte op ‘Meer producten en diensten’, waardoor hij op de pagina ‘Zoekresultaat’ terechtkwam. Niet handig dat ze niet op alfabet stonden.
Er werden er tien per keer getoond en hij kon direct naar een willekeurig tiental springen. Ronald klikte op ‘20’.
Meer dan 200 resultaten tonen kon Overheid.nl niet. Raar eigenlijk. Hij had helemaal geen zoekvraag gesteld, maar was uitgenodigd ‘Meer producten en diensten’ te bekijken, die vervolgens gepresenteerd werden als ‘Zoekresultaat’. Meer producten en diensten, maar niet meer dan 200. Hij kon zijn ‘zoekvraag’ echter wel ‘verfijnen’. Ronald ging verfijnd zoeken op ‘spreekrecht’.
‘Zoekresultaat: geen resultaten’. Maar ook: ‘Suggesties voor meer zoekresultaten’. De overheid liet de zoekende burger niet aan zijn lot over. Ronald ging naar de helpfunctie onder de ‘help’-knop.
‘Pagina niet gevonden’. Want ‘misschien verplaatst of niet langer beschikbaar’. Misschien… Zeker wist de overheid het niet. Het kon ook best wat anders zijn, waardoor de pagina niet gevonden was. Maar de overheid hield Ronald niet voor één gat gevangen. Hij kon drie dingen doen. ‘Controleer het internetadres in de adresbalk’. Maar hoe deed je dat? Ronald had het er niet ingezet. Hoe kon hij weten wat het moest zijn? ‘Ga naar de homepage’. Hoezo? Dan kon hij weer vooraan beginnen. Hij koos voor de sitemap.
Aha, toch een help-pagina. Verplaatst zeker.
“De Help bij de verschillende onderdelen van Overheid.nl vindt u door te klikken op de knop Help bij het betreffende onderdeel.” Hij liet de zin even op zich inwerken, las hem nog eens, nu langzaam en hardop. “De Help bij de verschillende onderdelen van Overheid.nl vindt u door te klikken op de knop Help bij het betreffende onderdeel.” U kunt de bel gebruiken door op de bel te drukken, zoiets.
Er was ook ‘Help bij Zoeken’.
Maar daar las hij niks over HTTP Status 404. Wat zouden trouwens die vraagtekens te betekenen hebben? Ronald opende de pagina in Firefox.
‘Zoekscherm’ en ‘Zoekscherm Bij u in de buurt’. Nu begon de overheid de burger wel op de proef te stellen. De woorden op zich snapte Ronald, maar waarom stonden ze daar? Om aan te klikken misschien? Nee, dan gebeurde er niks.
Hij ging terug naar Help en zag dat er ook ‘Help bij Producten en diensten’ was.
‘Producten en diensten’ was voorheen ‘Overheidsloket’. Dat klopte, Ronald had dat al gedacht toen hij zijn verfijnde zoekvraag had gesteld.
Daar had dus eigenlijk ‘Voorheen’ voor gemoeten.
‘Terug naar overzicht’ stond er ook, links, maar hoe Ronald daar ook op klikte, er gebeurde niks.
Hij ging naar ‘Home’, want behalve bij dat kaartje van Nederland was er nog een route naar producten en diensten. Via ‘Informatie voor particulieren’ kon hij ‘speciaal voor particulieren informatie’ vinden. Alweer zo’n mededeling, die alles in een paar woorden verhelderde. Eens kijken hoe dat gaat. Hij klikte zich naar particulieren.
Daar kon Ronald naast de plaatsnaam meteen een zoekwoord intikken.
Geen resultaten. Vooruit, dat was net ook. Maar er stond nog iets bij.
Er waren geen resultaten, maar ‘hieronder’ werd desondanks ‘informatie voor oldenzaal’ aangekondigd. Maar waar stond die dan? Ronald vond dat niet logisch. Overheid en logica vormden kennelijk geen vanzelfsprekende combinatie. En schreef men plaatsnamen tegenwoordig niet meer met een hoofdletter?
Hier moest Ronald de hand in eigen boezem steken. Hij had zijn woonplaats zelf met een kleine letter ingevuld. En de overheid dacht van buiten naar binnen, plaatste de burger centraal en ging niet meteen de schoolmeester uithangen. Als hij Oldenzaal correct invulde, deed de overheid het hem ook juist na.
Nogmaals ging Ronald naar ‘Home’. Daar kon hij, derde mogelijkheid, ‘Direct’ naar producten en diensten.
Hij kon van vijf soorten overheidsorganisaties producten opvragen. Rijksoverheid was al aangevinkt en ook dat hij ze voor particulieren en ondernemers getoond wilde zien.
Er was ook een overzicht. De overheid maakte goed duidelijk welke organisaties erin stonden. Deelnemers aan ‘Samenwerkende Catalogi’, twee maal. Samenwerkende Catalogi draagt (dragen?) ook zorg voor het ‘aansluiten’ van die deelnemers. Zo werd de zoekende burger en passant enige achtergrondinformatie aangeboden.
De lijsten van gemeenten (drie te veel) en waterschappen (één te veel) waren meer dan volledig. Maar ‘de herindeling’ moest nog worden verwerkt. Dat gebeurde ‘binnenkort’. Handige tijdsaanduiding. Blijft kloppen. Aangezien in de lijst ook twaalf provincies stonden, kon volstaan worden met: ‘Alle gemeenten, waterschappen en provincies zijn deelnemer van Samenwerkende Catalogi’. De Rijksoverheid, ofschoon reeds aangevinkt in het vorige scherm, ontbrak in het overzicht, evenals regionale organisaties.
Onderaan bij de waterschappen was nog wat extra informatie toegevoegd.
Dat laatste waterschap was ‘live gegaan’ en wel ‘in een eerder stadium’. Raadselachtige wetenswaardigheden. Wel weer transparant van de overheid om er openlijk bij te vertellen dat ze in Friesland in gebreke blijven met hun productencatalogus. Voldoet Overheid.nl trouwens door niet ‘Fryslân’ te schrijven wel aan de eisen?
Ronald ging terug naar het zoekscherm, vulde ‘spreekrecht’ en ‘oldenzaal’ in en vinkte alles aan, behalve ‘Ondernemers’.
Bij ‘locatie’ was ‘oldenzaal’ nu ineens vervangen door ‘7562’. Maar die postcode was niet van zijn woonplaats. Overheid.nl zat wel in de buurt.
Ronald had nu de drie routes naar producten en diensten geprobeerd. Dat ook de laatste (‘Direct naar’) niet met resultaten kwam, was consequent.
Hij ging nu bekijken wat Oldenzaal in haar productencatalogus had staan. In ‘Meer producten en diensten’, ontdekt bij de eerste route, klikte hij op ‘Hoe werkt dit loket ?’ en vroeg zich af of dat een product of dienst was. Hij kreeg geen gelegenheid daar lang bij stil te staan, want daar was de website van zijn eigen gemeente al.
Dat loket was geen ‘Overheidsloket’, maar een ‘Burgerloket’. Moet kunnen: Huis van Thorbecke, autonome bestuurslagen. Verder viel Ronalds oog op ‘Alfabet’. Werd hem hier een aanleiding gepresenteerd voor enig lokaal chauvinisme? Jazeker, wat Overheid.nl niet voor elkaar had gekregen, was zijn gemeente toch maar mooi wel gelukt. Alles op alfabet.
Alleen, hoe kon het dat de landelijke website 261 Oldenzaalse producten meende te kennen en Oldenzaal er zelf 240 presenteerde? Had zijn gemeente er een stel weggedaan en was dat in Den Haag nog niet doorgekomen? Autonome bestuurslagen goed en wel, maar kon er misschien een beetje afgestemd worden? Trouwens, als Ronald op ‘alles’ klikte, kreeg hij ook alles en niet maximaal 200 producten.
Intussen zag hij zichzelf niet direct als enthousiast afnemer van de eerste zes producten van zijn gemeente. Hij bleef het maar een malle aanduiding vinden, producten. ‘Afwijking gebruik’, ‘bezoek Oldenzaal’, ‘buurtfeest’, ‘dierenoverlast’, ‘flyeren’, ‘klachten’, ‘leges’, ‘pers’, ‘Politie Twente’, ‘sirene’, ‘waterketen’, waren dat gemeentelijke producten?
Op de homepage van Overheid.nl had Ronald zich ook zulke vragen gesteld. Zijn ‘contactgegevens’ producten? Hij zou ze eerder onder informatie scharen. ‘Beleid, regelgeving en contactgegevens’.
Hij ging nu die sector verkennen. Ook bij overheidsinformatie kon hij zich concentreren op zijn omgeving.
Berichten over zijn buurt. Gemeenten, provincies, waterschappen, de rijksoverheid: inderdaad alle overheden. Maar een scherm verder deed de rijksoverheid ineens niet meer mee.
Ronald kon eenvoudig en uitgebreid zoeken. En ‘op de kaart’. Zou dat eenvoudig of uitgebreid zijn?
Hij wilde verder lezen en kwam bij een nieuwe Help. Bij ‘Help bij Berichten over uw buurt’.
‘Bepaalde bekendmakingen’… ‘formeel via internet’… ‘algemeen verbindende voorschriften’… ‘in een elektronisch blad’… ‘volledig of deels elektronisch bekendgemaakt’… Stof tot nadenken bood deze Help genoeg. Welk elektronisch blad? Welke andere besluiten werden volledig of deels elektronisch bekendgemaakt? Welk deel dan? En Ronald moest nagaan (‘dient u’) welk publicatiemedium officieel werd gebruikt en daar checken of het klopte wat Overheid.nl had beweerd.
Ronald kreeg door dat participeren niet voor domme mensen was. En dat er flink wat zelfwerkzaamheid aan te pas kwam. Volgens hem was de overheid hier bezig burgers behoorlijk in hun kracht te zetten. Ze kunnen ook best veel zelf. Ze hoeven heus niet voor elk wissewasje naar de overheid. Die deed al veel voor de burger, dan mocht ze ook wat van die burger verwachten. Ronald las verder in de Help.
24 september 2012, onthoud die datum. Een gedenkwaardige dag, want toen werd de ‘Geozet-viewer’ in gebruik genomen. Logisch dat het ministerie de viewer moest laten ontwikkelen als die aan zo veel overheidseisen moest voldoen. Maar webrichtlijnen? Performance? Continuïteit? Open standaarden? Open source? Voor iemand die wat wilde weten over spreekrecht in Oldenzaal, kreeg hij wel wat te verstouwen.
Van de andere kant, zo stak hij ook nog eens wat op. Als hij in dat zoekvakje oldenzaal of Oldenzaal intikte, dan ging hij gebruik maken van de ‘gazetteerservice’. Er kwam heel wat bij kijken als overheid en burger elektronisch moesten communiceren. Ineens overviel Ronald een paradoxaal soort achting. Hij ging rechtop zitten, schraapte zijn keel en sprak een beetje plechtig: “Ronald, aanstaand participerend burger van Oldenzaal, gaat de gazetteerservice en de Geozet-viewer ontwikkeld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aanspreken.” En tikte de letters van de naam van zijn woonplaats in. Hij begon met een kleine o.
Hier maakte de overheid van een kleine beginletter wel een grote. Ook kwam zij ineens met een nieuwe eenheid op de proppen, waarover hij bekendmakingen kon vinden. Wilde Ronald bekendmakingen van de ‘plaats’ of van de ‘gemeente’ Oldenzaal? Hij bekeek beide opties.
Hij had moeite met kiezen. Wat was nou precies het verschil? Ronald dubde even, maar zag amper enig onderscheid. Hij liet de kaarten de kaarten.
Hij klikte ‘Eenvoudig zoeken’ aan en werd wederom geconfronteerd met overheidslogica die hem ontging.
Was plaatselijke regelgeving nu tevens de vindplaats van bestaande provinciale regelgeving? En plaatselijke vergunningen het onderdeel waar Ronald terecht moest voor geldende vergunningen van het waterschap? Laat maar, hij ging naar plaatselijke regelgeving,…
… waar hij weer zo’n handig i’tje met extra toelichting aantrof. Maar moest hij nu een postcode invullen, die had toch vier cijfers en twee letters? Of alleen de cijfers van een postcode? De aanwijzingen in zwart en wit streden om voorrang. De vraag liet zich deze keer echter makkelijk beantwoorden: er paste geen volledige postcode in het vak.
1234, door de overheid zelf als voorbeeld aangedragen, leverde geen resultaten op. Wanneer zou Overheid.nl Ronald nu eens wel een resultaat bezorgen?
Ook nu werd hem aangeraden zijn zoekopdracht te verfijnen, maar hoe dan? ‘Geen verfijning beschikbaar’ stond in dat grijze vak al twee maal bij voorbaat. Hij klikte op zo’n kruisje, het onderste.
Dat leidde er alleen maar toe dat ‘Regeling geldend op: 05-08-2014’ verdween. Dan maar dat andere kruisje geprobeerd.
Toen verschenen ineens 1480 Resultaten. Althans de eerste 200. Het waren regelingen die die dag geldend waren en die ‘spreekrecht’ in hun tekst hadden staan.
(Ondanks alle concentratie die de e-overheid van hem verlangde, zag Ronald kans op internet te achterhalen dat er helemaal geen postcode met 1234 bestond. Nogal wiedes dat hij geen resultaten kreeg.)
Het vorige scherm verwees ook naar een overzicht van gemeenten, provincies en waterschappen die ‘al wel publiceren op overheid.nl’.
Anders dan bij die vorige lijst, van deelnemers aan de Samenwerkende Catalogi, stond er hier niet twee keer hetzelfde boven. Maar ‘Deelnemers lokale regelgeving’ en ‘Deelnemende overheden’. Zodat je niet ging denken dat ook de private sector deelnemer aan lokale regelgeving kon zijn.
De rij gemeenten was natuurlijk het langst. Maar veel langer dan het vorige overzicht, bijna zeshonderd stuks. Ronald zag Anna Paulowna, Niedorp en Wieringen staan, Avereest en Gramsbergen, Angerlo, Dinxperlo, Neede, Ruurlo en Bathmen ook, evenals Gendringen en Wehl. Hij hoefde niet lang over het web te surfen om te ontdekken dat geen van die ‘gemeenten’ bestond. Ze waren opgegaan in Hollands Kroon, Hardenberg, Zevenaar, Aalten, Berkelland, Deventer, Oude IJsselstreek en Doetinchem. Sommige herindelingen dateerden van het begin van de eeuw. De aankondiging ‘De laatste wijzigingen als gevolg van de herindeling worden binnenkort doorgevoerd in onderstaande lijst’ had Overheid.nl hier toch maar achterwege gelaten.
Niet opgeheven was Oldenzaal, dat ook ‘al wel’ publiceerde op Overheid.nl. In de lijst stond het vóór Olst (in 2001 samengevoegd met Wijhe). Je kon elke deelnemende overheid aanklikken. Ronald probeerde natuurlijk zijn eigen gemeente.
Hij begon nu ontmoedigd te raken. Geen resultaten, voor de zoveelste keer. Hij staarde naar buiten. Zou hij doorgaan? Vooruit, nog even dan.
Hij ging naar eenvoudig zoeken in geldende regelgeving, waarvoor hij, zoals bekend, naar plaatselijke regelgeving moest. Onder in het scherm stond: “De informatie in dit onderdeel vormt geen bekendmaking in de zin van de wet. Alleen publicatie door ter inzagelegging of in officieel door de lokale overheid uitgegeven bladen is bindend.” Moest hij nu weer achter ‘door de lokale overheid uitgegeven bladen’ aan?
Wat boven in het scherm stond, trof Ronald nog meer.
Wat kregen we nou? Overheid.nl gebruiken om regelingen te publiceren bleek verplicht. Dat Ronald dan nog niet zeker wist of het allemaal klopte, had hij al gelezen. Toen was hem aangeraden te checken wat de officiële bron was en daarin ‘de juistheid van de tekst te verifiëren’. Zo-even moest hij ‘door de lokale overheid uitgegeven bladen’ in de gaten houden. En nu moest hij ‘over de juiste tekst of de inhoud van de regeling’ contact zoeken met de overheid die de regeling had vastgesteld.
Ronald zag het al voor zich. E-mail aan het secretariaat van de griffie van de gemeenteraad van Oldenzaal:
De paar regels boven in het scherm herbergden nog een verrassing. Er bleek weer een overzicht te bestaan. Van nog niet in de publicatieverplichting participerende overheden.
Regelingen heetten daar overigens ineens verordeningen. Behalve overheid en logica waren ook overheid en consistentie geen gelukkige combinatie. De woorden ‘soms’ en ‘niet zeker’ wekten bij Ronald ook niet veel vertrouwen. Het kon vriezen en het kon dooien met die regelingen.
Er waren maar drie overheden die ‘nog niet deelnemen’. Dat Waterschap Blija Buitendijks daar één van was, kon hij billijken. Een vierkante kilometer onbewoond gebied in de Waddenzee boven het vasteland van Friesland, hoeveel regelingen, verordeningen desnoods, zouden daar gelden en wie wilde ze kennen? Maar de provincie Groningen? Ronald had dat niet verwacht. Daar ging toch niks boven? Nou, dat lag toch anders: elf andere e-provincies.
En zegge en schrijve één gemeente liet het afweten. Een kwart procent maar van het totaal. Toch werd het Ronald groen en geel voor de ogen toen eenmaal goed tot hem doordrong welke gemeente dat was.
Zijn eigen Oldenzaal. ‘De Glimlach van Twente’ noemde de stad zich. Maar Ronald was het lachen nu wel vergaan. Oldenzaal stond in het overzicht van overheden die ‘al wel’ en in de lijst van overheden die ‘nog niet’ deelnamen. Datzelfde gold voor de provincie Groningen. Kon niet allebei kloppen.
Hij staarde weer uit het raam. Hij had echt geen zin meer om te zoeken naar wat zijn gemeente of plaats nog niet of misschien toch al wel aan regelingen, verordeningen of algemeen verbindende voorschriften formeel of informeel ergens op een computer had staan of achter een gazetteerservice verborgen hield. Als ze wilden dat hij ging participeren, dan moesten ze het maar komen brengen.
Komen brengen? Had Ronald daar niet ook iets over voorbij zien komen?
Inderdaad, hij kon het gewoon laten thuisbezorgen! Milieuvriendelijk nog wel per e-mail. Dat was nog eens een service. Vooropgesteld natuurlijk, trachtte Ronald zichzelf voor een nieuwe deceptie te behoeden, dat het werkte. Of dat zo was, ging hij uitproberen.
Voorzichtig klikte Ronald rechts op ‘Meer informatie over deze service’.
Voor de verandering gaf de overheid weer eens niet thuis. Toen ging hij het bij ‘Veelgestelde vragen over deze e-mailservice’ proberen.
Maar ook daar zijn licht opsteken was hem niet vergund. Als Ronald een blik op de veelgestelde vragen werd onthouden, kon hij ook niet ervaren of de overheid er een antwoord op wist. Misschien wel niet. Ronald begon met alles rekening te houden. De ‘Lijst met deelnemende gemeenten’, ook in de marge aangeboden, had Ronald al gezien. Toen hij er toch even op klikte, kwam hij bij ‘Help bij Berichten over uw buurt’ terecht.
Hij wilde nog één poging wagen. Meteen het diepe in, zonder meer informatie en zonder faq-antwoorden. Hij ging naar stap 1 van vijf simpele stappen (‘simpele stappen’, herhaalde hij in zichzelf) en ging zich aanmelden. Hij tikte zijn e-mailadres in. Dat lukte. Daarna naar stap 2.
Ronald wilde voorzichtig beginnen met participeren, maar tot 50 meter was wel erg voorzichtig. De hele gemeente kon hij beter niet kiezen, want hij mocht alleen van meerdere overheidsorganen wat verwachten als hij een straal selecteerde. Zo niet, dan werd stap 3 overgeslagen. Toen Ronald het toch even probeerde en heel Oldenzaal koos, kwam hij gewoon in stap 3 terecht en kon hij andere overheidsorganen selecteren. Wat moest werken, werkte niet, en waarvan de overheid zei dat het niet werkte, deed het wel! Toch koos hij voor een straal van 500 meter.
Oldenzaal doet (nog) niet mee. Maar het aanmeldproces kon toch doorgaan. Natuurlijk voor bekendmakingen van andere overheden.
Dienst, hoorde dat in zijn interesseprofiel? Geen idee waar hij dan bekendmakingen van zou ontvangen. Maar Ronald wilde niks missen. Hij wilde alles. Op naar stap 4 in het aanmeldproces.
Hier moest hij een onderwerp selecteren of onderwerpen kiezen. Tot het interesseprofiel behoorden dus de overheidsorganisaties of bestuurslagen, waarvan Ronald bekendmakingen wilde ontvangen, en niet de onderwerpen, waarvoor hij belangstelling had. Dat zou hij toch anders hebben gedaan. ‘Stap 3 – Interesseprofiel: overheden’. ‘Stap 4 – Interesseprofiel: onderwerpen’. Maar ja.
Was het Ronald opgevallen dat de overheid de ene keer locatie schrijft en de andere keer lokatie? Jazeker, maar hij was niet een type dat op elke slak zout legde. Daarover moest een ander maar wat zeggen.
Hij kon 47 ‘lokatie-specifieke’ bekendmakingen selecteren en 25 algemene. Weer moeilijk kiezen.
Wat was dat allemaal? Gebruiksvergunning, gedoogbesluit, huisafval, meldingen, wijzigingsvergunning? En aankondigingen, besluitenlijst, mededelingen, overig, stroomgebiedsvisie? Er was geen Help. Die was hier wel nuttig geweest. Ronald vinkte alles aan en ging naar stap 5.
Daar stond ook weer ‘Onderwerp selecteren’ boven. Dat had hij net gedaan, in stap 4. ‘Gegevens aanmelding controleren’ had Ronald beter geleken. Niet alleen maar zeggen dat iets niet deugde, ook met een alternatief komen.
Hij bekeek het scherm verder. Er was meer wat uit oogpunt van logica en consistentie anders zou moeten. Van ‘Algemeen’ zou hij ‘Onderwerpen (algemeen)’ maken en ‘Onderwerp’ zou ‘Onderwerpen (locatiespecifiek)’ zijn geworden, met daar dan achter: ‘Alle locatiespecifieke bekendmakingen’. Dan kreeg je overal links de categorie en rechts de items of de waarde die je voor die categorie had opgegeven. Kwestie van even nadenken.
Was het Ronald trouwens opgevallen dat de overheid lokatie-specifiek met een streepje schreef en locatiespecifiek zonder? Kniesoor die over een streepje valt, denken ze misschien bij Overheid.nl. Toch vond hij dat ze ook wel eens naar hun eigen site mochten kijken. En dan ook dingen zien natuurlijk. Véél dingen zien.
Ronald bekeek ‘Uw gegevens’ nog eens goed. Waarom stond RegionaalSamenwerkingsorgaan niet achter Overheidsorganisaties? Verdonkeremaand in het aanmeldproces omdat die spatie dat ook was? Ronald ging twee stappen terug.
Vinkje foetsie. Hij selecteerde RegionaalSamenwerkingsorgaan nog eens en ging weer naar stap 5.
En toen stond het ook in Ronalds gegevens. Van stap 4 naar stap 5 en dan weer terug naar 3. Ongebruikelijk aanmeldproces hield Overheid.nl erop na. Een e-processie van Echternach.
Onderaan stond nog een mededeling.
Weinig opbeurend, maar Ronald was er niet meer ondersteboven van. Zijn eigen gemeente nam nog niet deel aan de e-mailservice. En andere overheidsorganisaties hadden hem ook niks te melden. Ook goed. Hij klikte, zo vlak voor de eindstreep, toch maar op ‘Aanmelden e-mailservice’.
‘Aanmelding succesvol’. Zou het werkelijk? Eind goed, al goed? Ronald twijfelde. Misschien was hij toch wat te bescheiden geweest. Met een straal van 500 meter had hij (π * r 2) een cirkel van net driekwart vierkante kilometer. Had hij niet beter 1500 meter kunnen nemen? Dan was het zeven vierkante kilometer geweest. En zou hij toch wel meer dan 0 berichten hebben gekregen? Hij ging terug met zijn browser.
Weer een boodschap in rood. Morgen opnieuw proberen. Niet, als de overheid hem nou toch per se een dag wilde laten wachten, een vriendelijke opwekking: u kunt morgen een volgend abonnement aanmaken. Maar: probeer het morgen nog eens.
Ronald vond het wel een passende slogan voor dat hele Overheid.nl bij u in de buurt: Probeer het morgen nog eens.
• • •
De volgende dag, hij had niet goed geslapen, maakte Ronald een wandeling. Dan kon hij eens rustig nadenken over zijn poging de overheid digitaal te ontmoeten. Die was niet van een leien dakje gegaan. Hij kuierde langs de Plechelmusbasiliek, toen hij even afgeleid werd. Hij moest denken aan de Matthäus Passion, waar hij elk jaar naartoe ging.
Dit jaar was het een bijzondere uitvoering geweest. Een bewerking door Mendelssohn. Zeer bijzonder. Zelden uitgevoerd. Ja, Oldenzaal kon best wel wat. Als het maar niet digitaal hoefde.
Hij neuriede het slotkoor, Wir setzen uns mit Tränen nieder. De tekst deed hem onmiddellijk terugkeren naar de publieke sector.
Ministers bezochten toch ook elk jaar de Matthäus? En was er niet eentje die altijd meezong? Ja, Plasterk, de minister van de gazetteerservice. Nu niet meer natuurlijk. Veel te druk. In 2017 wilde hij dat burgers alles met de overheid digitaal konden afhandelen. Nou, dan mocht hij wel opschieten.
Ronald dacht aan wat hij een dag eerder allemaal had meegemaakt. Jammer eigenlijk dat hij dat in zijn eentje moest verwerken. Hij zou het moeten kunnen delen. Tegenwoordig deelde je toch van alles? Met Plasterk? Ja, met Plasterk. Met Ronald Plasterk, een naamgenoot nota bene. De naam deelden ze al. En als Ronald zich niet vergiste, waren ze ook even oud.
Nee, hij moest het niet onder de pet houden. Als hij nou eens een of andere stukjesschrijver zo gek kon krijgen verslag te doen van zijn omzwervingen op Overheid.nl, hadden anderen daar misschien ook wat aan.
Ronald liep terug naar huis. Met een on-Oldenzaalse glimlach op zijn gezicht. Hij was niet ontevreden over zijn plan. Omgekeerde crowdsourcing min of meer. Als het nu maar ging lukken, dan zou hij misschien wel, zoals dat hoorde in sprookjes, lang en gelukkig leven.
Toen hij, thuisgekomen, de voordeur achter zich had dichtgetrokken wist hij wel één ding zeker. Als zijn plan slaagde, had Ronald voorlopig wel even genoeg geparticipeerd.
Reactie Logius: ‘Gebruiker loopt geen risico’
De beveiligingswaarschuwingen verschijnen sinds 30 juni, toen een nieuwe versie van Overheid.nl in gebruik werd genomen. Dat laat Logius, beheerder van Overheid.nl, iBestuur desgevraagd weten. Volgens Logius lopen gebruikers geen risico, want: “Er wordt door gebruikers geen vertrouwelijke informatie opgegeven via de zoekschermen.”
De waarschuwing (die volgens Logius in elke browser zou moeten verschijnen) wordt gegeven terwijl in de adresbalk een slotje en de afkorting ‘https’ staan, wat aangeeft dat de communicatie met de website versleuteld gebeurt. Logius daarover: “Overheid.nl is een portaal en roept op verschillende plekken applicaties met informatie van andere organisaties aan. Overheid.nl is bij de migratie op 30 juni overgegaan op https. Nog niet alle applicaties die overheid.nl aanroept, hebben ook de overstap gemaakt naar het https-protocol. Als gevolg hiervan verschijnt de waarschuwing in de browsers.”
De overstap naar https ondanks de afwezigheid van risico’s voor gebruikers verklaart Logius zo: “Het is beleid van Logius dat alle diensten overgaan op https met PKIoverheid-certificaten. Voor burgers geeft https zekerheid dat ze op de juiste site zijn. Tegenwoordig worden er veel phishingmails verstuurd met links naar look-alike sites. Door https wordt het risico kleiner dat een burger bij de verkeerde site gegevens invoert.”
Dat de beveiligingsmelding gebruikers afschrikt en verder bezoek aan de site ontmoedigt heeft Logius ‘tot dusver niet’ ervaren. De organisatie realiseert zich dat het ‘voor gebruikers een verwarrende melding’ kan zijn en vragen kan oproepen. “Daarom wordt dit zo spoedig mogelijk opgelost.”
Fascinerend om te zien dat een even goed onderbouwd als vernietigend stuk als dit al meer dan 2 weken op deze site staat met maar 1 reactie die nota bene “desgevraagd” is.
Als criticaster van publieke ICT is ben ik bekend met de standaard reactie uit ambtelijke en politieke hoek: zwijgen zolang dat kan en daarna bagatelliseren. Ik lees op deze site echter regelmatig bijdragen van insiders die echt geloven in het vermogen van overheidsorganisaties om echt iets voor de burgers met ICT tot stand te brengen. Ook die mensen zijn vooralsnog stil.
Ik focus mij in mijn bijdragen aan ibestuur natuurlijk vooral op zaken aan de aanbodzijde waar ik verstand van heb: mislukkende pojecten, kosten, perverse prikkels, bedrog en corruptie. (Mijn blog over werk.nl is een uitzondering.) Maar als burger is mijn grootste zorg het effect van ICT op de relatie tussen de burger en zijn overheid. In het beste geval lijkt dit te leiden tot ICT faals (als automatisering niet lukt) en bureaucratisering (als automatisering wel lukt).
De slechtste uitkomst van de toepassing van ICT is de situatie die Peter Mom hier beschrijft: geautomatiseerde burgerhaat. Het gevolg is wederzijdse vervreemding van burgers en ambtenaren. Dat een stuk als dit bij de lezers van iBestuur geen aanleiding geeft tot enige reactie suggereert dat dit proces al ver is voortgeschreden.
Voor lezing van dit stuk verwachtte ik dat de digitale agenda 2017 gewoon de zoveelste ICT faal zoud worden – een beetje zoals de NUP faal: ibestuur.nl/podium/o…. Na lezing van dit stuk verwacht ik het niet alleen maar hoop ik het ook – in het belang van de relatie tussen overheid en burgerij.
Ik zou dit voor Almere ook eens moeten proberen maar ik vrees dat ik niet volhardend genoeg ben.
@René Veldwijk: Ambtelijke bureaucratie is gericht op ontmoediging van de burger. Ontmoediging vergroot ambtelijke macht en speelruimte, en verkleint die van de burger. Immers, er wordt een inspanning van de burger gevraagd die zich niet redelijk verhoudt tot diens doel.
Als ik een fietsenrekje voor de deur zou willen, en dat kost mij een half jaar aan e-mails, telefoontjes, en bezoeken aan een gemeentehuis, dan komt er dus géén fietsenrekje bij mij voor de deur, want dan ben ik afgehaakt.
In het beste geval heb ik dan voor eigen kosten zelf een fietsrekbeugel in de stoep gegraven, en laat de gemeente dat met rust. Dat kost mij per uur minder dan al het ge-e-mail, getelefoneer en de irritatie.
Vermoedelijk raken door Ronalds (hilarische, herkenbare) relaas mensen zozeer ontmoedigd, d.w.z. zijn zij in de loop van jarenlange ervaringen hun vertrouwen in de overheid al zozeer kwijtgeraakt, dat ze vermoeden dat publicatie van dit stuk of het betuigen van bijval toch niets uithaalt.