Een goedkopere overheid draagt niet per definitie bij aan een verbeterde dienstverlening. En vermindering van het aantal regels lijkt ook een illusie.
“De rijksoverheid gaat goedkoper, flexibeler en efficiënter werken, met minder bestuurlijke en ambtelijke drukte en regeldruk. Dat moet bijdragen aan verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven”, belooft het regeerakkoord. Gaat dit kabinet die belofte waarmaken? Waarschijnlijk niet.
Een goedkopere overheid draagt niet per definitie bij aan een verbeterde dienstverlening. En vermindering van het aantal regels lijkt ook een illusie. De regeldruk zal eerder toenemen als gevolg de voortschrijdende juridisering van de samenleving en toenemende regelgeving vanuit Brussel. We kunnen de complexiteit van regelgeving dus maar beter als een gegeven aanvaarden en zoeken naar manieren om daar mee om te gaan. Het streven naar vermindering van de beheerscomplexiteit en het verbeteren van de adaptiviteit zouden daarbij centraal moeten staan.
De overheid zet zich in om burgers en bedrijven te beschermen tegen overtollige administratieve lasten als gevolg van de complexiteit van regelgeving. Diezelfde overheid wordt daar bovenop nog geconfronteerd met een complexer wordende samenleving. Die samenleving vraagt om een aanpak op maat. De bescherming van jeugdigen kan bijvoorbeeld niet meer worden afgedaan met handhaving en straffen alleen. Jeugdbeschermers moeten een individuele aanpak hanteren waarin de jeugdige en het gezin centraal staan. Daarin moet jeugdzorg samenwerken met onder andere politie, onderwijsinstelling en huisarts. Deze vorm van maatwerk brengt complexiteit met zich mee ten aanzien van diversiteit van regelgeving en de informatiepositie van de jeugdzorg. Erik Gerritsen, bestuursvoorzitter Jeugdzorg Amsterdam, zegt daarover: “Het is inconsistent dat jeugdbeschermers die namens de overheid gerechtigd zijn om diepgaand in te grijpen niet tegelijkertijd beschikken over alle bij diezelfde overheid beschikbare informatie die nodig is om hun werk goed te doen.”
De overheid moet de complexiteit het hoofd te bieden en op geïntegreerde wijze maatwerk kunnen leveren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de overheid een geïntegreerde beleidswaardeketen hanteert. Daarvoor kunnen de volgende stappen worden gezet:
1. Breek de silo’s af
Een geïntegreerde beleidswaardeketen begint met het afbreken van de organisatorische en culturele silo’s binnen de overheid. Deze zijn nu nog strikt gescheiden en verantwoordelijk voor beleidsvorming, -uitvoering en -handhaving. Het delen van dezelfde informatie over strategie, beleid, wetgeving, bedrijfsregels en kennis staat aan de basis een integratie. Deze integratie, die met behoud van autonomie kan worden doorgevoerd, verhoogt het aanpassingsvermogen en versnelt invoering van wetten en regelgeving.
2. Scheid processen van regels
Processen zijn stabiel en generiek. Regels veranderen in hoog tempo en zijn specifiek. De verwevenheid van processen en regels in administratieve systemen maakt het beheer kostbaar en tijdrovend. Door scheiding van processen en regels kunnen administratieve systemen generieke ondersteuning bieden. De stappen voor het verlenen van een vergunning zijn bijvoorbeeld altijd dezelfde: ontvang de aanvraag, verzamel de benodigde informatie, onderzoek het dossier, neem een beslissing en voer die uit. Het verschil zit in de toepassing van bedrijfsregels voor elk afzonderlijk dossier, zoals voor een horecavergunning of een parkeervergunning. Het scheiden van processen en regels verhoogt het adaptief vermogen en versnelt de invoering van nieuwe regels.
3. Wissel gegevens en regels uit
Om complexe problemen het hoofd te bieden wordt nog veelvuldig gekozen voor schaalvergroting: het samenvoegen van organisaties en het ontwikkelen van geïntegreerde systemen. Deze aanpak is risicovol gebleken en heeft veelal niet geleid tot beoogde kostenbesparingen. Door uitwisseling van gegevens en regels kunnen complexe problemen worden aangepakt zonder ingrijpende organisatorische aanpassingen. Door op een slimme wijze gegevens en regels over organisatiegrenzen heen uit te wisselen worden administratieve lasten verminderd. De Kruispuntbank in België heeft dit aangetoond.
4. Overbrug verschillen in taalgebruik
In de samenwerking binnen de EU en daarbuiten hebben we te maken met diverse talen. Dat geldt ook voor het taalgebruik voor diverse doelgroepen, zoals, burgers, ambtenaren en politici. Die hanteren ieder een eigen taalgebruik. Een burger wil niet worden aangesproken met wetteksten, maar in begrijpelijke taal. De systemen van de toekomst moeten al deze taalverschillen kunnen overbruggen.
Een transformatie van de overheid is nodig om dit tot stand te brengen. We krijgen dan een adaptieve overheid. Een overheid die snel kan inspelen op veranderingen in de samenleving. Het kabinet belooft ons nu nog verbeterde dienstverlening. Maar de overheid van de toekomst is niet langer een dienstverlener met de burger als klant. De overheid zal taken terug moeten leggen bij de samenleving. En die samenleving vraagt om samenwerking.