Dáárom dat we als Nederland scoren in het buitenland: omdat we met dat ‘polderen’ een hele community hebben ontwikkeld waarin de uiteindelijke gebruikers een rol van betekenis vervullen.
Was afgelopen week met een omvangrijke vaderlandse delegatie te gast op de prestigieuze Internationale Automobil-Ausstellung (IAA) in Frankfurt – waar iedereen die iets met auto’s heeft zich op z’n beste manier liet zien. Als Nederland hadden we daar op die beurs een schitterende stand – voorzien van een scala aan oranje tulpen – waar bedrijfsleven en overheid met elkaar de benefits presenteerde van nieuwe sexy smart mobility oplossingen.
En waar we de Smart Mobility Embassy hebben gepresenteerd als gemeenschappelijke paraplu over alle vaderlandse smart mobility initiatieven en aanbieders, publiek én privaat, aangevuld met onze nationale kennis- en onderzoeksinstellingen. Om zo aan de hand van concrete operationele voorbeelden van Be-Mobile, Daimler, Delphi, CGI en RDW de nadruk te leggen op goed ontwikkelde koppelvlakken tussen de verschillende ITS-aanbieders. Want at the end of the day gaat het niet om een product of dienst (een lamp, een hr-ketel, een voertuig), maar om het neerzetten van een geïntegreerde performance (licht, warmte of klimaat, mobiliteit).
Dáárom dat we als Nederland ook zo scoren in het buitenland: omdat we met dat ‘polderen’ een hele community hebben ontwikkeld waarin de uiteindelijke gebruikers ook een rol van betekenis vervullen. Want met alle respect voor techniek, het gaat natuurlijk om de waarde die we met elkaar creëren als we die inventieve technieken gaan gebruiken. Het antwoord op de bekende ‘Why’ vraag uit Simon Sinek’s Golden Circle. Denk daarbij aan ‘veilig, vlot en duurzaam onderweg’, ‘sociale inclusie van groepen/gebieden’ (zoals ouderen, gehandicapten), ‘aantrekkelijke, bereikbare en leefbare steden’, ‘efficiënte en groene logistieke keten’ en ‘economisch topland’.
En je hoeft echt geen profeet te zijn om te voorspellen dat we een duidelijke relatie zit tussen de mate waarin we een inspirerende stip of streep op de horizon weten te creëren – met een duidelijk gemeenschappelijk doel, voorzien van een podium waar voor iedereen plek is – én de onderlinge samenwerking, ieder vanuit eigen rol en verantwoordelijkheid. Gericht op het realiseren van dat gezamenlijke doel – waarbij iedereen z’n eigen share weet te verzilveren.
Qua aanpak niets anders dan Neil Armstrong’s uitspraak toen hij in 1969 voet op de maan zette: ‘this is een small step for a man, but a giant leap for a mankind’. Laten we wel zijn: die prestatie was alleen mogelijk door slim samenwerken van ruim vijfhonderdduizend (!) mensen in een soort van een community: NASA. Professionals met de meest uiteenlopende specialisaties die met elkaar één gemeenschappelijk doel hebben geoperationaliseerd: binnen 10 jaar de mens op de maan zetten en weer veilig terugbrengen.
Las dan ook met rode oren terug in de sneltrein vanuit dat kloppende Duitse financiële centrum – voldaan, maar ietwat uitgewoond – de digitale versie van het NRC en stuitte direct op Tom-Jan Meeus’ column De remedie tegen bange bestuurders. Waarin Meeus terecht een pleidooi houdt voor opheffing van die klassieke barrières tussen beleid en uitvoering – gekscherend de vergelijking makend met wereld van de interim managers (‘ik zeg zoals het hier moet en ben weg zodra jullie beginnen’).
Tsja, als je daar op die indrukwekkende IAA rondhuppelt, dan proef je gewoon dat traditionele grenzen tussen weg, voertuig en verkeer vervagen. Dat dit alles opgaat in één geïntegreerd systeem waarin alle spelers een zodanige onderlinge rolverhouding moeten creëren gericht op het operationaliseren van nieuwe smart mobility technieken – leidend tot vlot, veilig en schoon verkeer. Waarin door aansluiting van regionale of nationale overheidsagenda’s op EU-en andere internationale ontwikkelingen de weg vrij wordt gemaakt voor nieuwe B2B achtige verdienmodellen. Met global players uit de automobiel-, data- en softwarewereld als partners. Wonderlijk om in zo’n wereld dan nog te spreken over die conventionele scheiding tussen ‘beleid’ en ‘uitvoering’ …
Dirk-Jan de Bruijn is directeur Innovatiecentrale – een publiek/privaat samenwerkingsverband waar nieuwe smart mobility applicaties real life worden getest – zowel in een living lab als op de openbare weg.
