Transparantie in alle stadia van ICT-projecten bij de overheid is geboden, maar hoe gaat dat eigenlijk bij schikkingen?
Op 7 oktober 2017 informeerde toenmalig staatsecretaris Klijnsma van SZW de Tweede Kamer over de uitspraak in een arbitragezaak tussen de SVB en Capgemini. Die betrof het mislukte MRS-project dat 8 jaar had geduurd en opdrachtgever SVB 40 miljoen euro had gekost.
De arbiters oordeelden Capgemini verantwoordelijk en veroordeelden het bedrijf tot betaling van een schadevergoeding van 27 miljoen aan de SVB. Een aanvaardbare afwikkeling ware het niet dat Computable in augustus 2018 berichtte dat partijen alsnog hadden geschikt voor een bedrag van ruim 20 miljoen euro. Die opmerkelijke afloop was ook Tweede Kamerlid Verhoeven niet ontgaan. Hij vroeg minister Ollongren van BZK of zij met het hem eens was dat als een ministerie en een ICT-dienstverlener een schikking treffen naar aanleiding van een groot mislukt ICT-project, transparantie geboden is. Ollongren antwoordde dat zij transparantie in alle stadia van ICT-projecten geboden achtte, maar dat over het delen van schikkingsinformatie met de Kamer geen rijksbrede afspraken bestonden. De CIO-Rijk zou daarom worden gevraagd die alsnog te maken. Ook zou voortaan een overzicht van door departementen gemelde schikkingen met ICT-dienstverleners worden meegenomen in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.
Mooi, maar rest wel de vraag waarom de SVB eigenlijk alsnog met Capgemini had geschikt. Staatssecretaris van SZW Van Ark schreef de Kamer daarover op 21 augustus 2018 het volgende. “Capgemini was tegen de uitspraak van de arbiters in beroep gegaan en dan wordt een zaak opnieuw beoordeeld waarbij het eindoordeel voor beide partijen onzeker is.” Die informatie van Van Ark getuigt weliswaar van inzicht in ons procesrecht maar laat de “waarom vraag” wederom onbeantwoord. Dergelijke procedurele inschattingen pleeg je als partij immers vooraf te maken en, behoudens bijzondere omstandigheden waarvan niet was gebleken, niet pas nadat je een procedure in eerste aanleg hebt gewonnen. De SVB was echter op basis van een analyse van de nog te verwachten proceskosten en een zorgvuldige afweging van de procesrisico’s tot de conclusie gekomen “dat een schikking van deze omvang de voorkeur geniet boven het voortzetten van de beroepsprocedure.” aldus Van Ark.
Nu kan ik mij goed voorstellen dat “een schikking van deze omvang” de voorkeur van Capgemini genoot (die hoefde daardoor immers maar liefst 7 miljoen euro minder af te tikken) maar waarom dat kennelijk ook gold voor de SVB is minder duidelijk.
Vaak gehoorde argumenten voor schikken als “minder stress” en “financieel gunstiger” spelen bij schikkingen voor overheden meestal geen rol. Ook een ander regelmatig gebruikt argument om te schikken namelijk af willen van de onzekerheid ligt in dit geval, gelet op de in eerste aanleg gewonnen procedure, evenmin in de rede. Tenzij vast staat dat ook aan opdrachtgeverszijde grove fouten zijn gemaakt, is schikken bij een mislukt ICT-project sowieso niet een voor de hand liggende keuze. Schadevergoeding eisen en desnoods, zoals de SVB aanvankelijk ook had gedaan, procederen liggen wat mij betreft juridisch meer voor de hand. Het gaat immers ook dan om een zorgvuldige omgang met belastinggelden. Schikken overheden toch dan zijn het meestal politiek bestuurlijke overwegingen die de doorslag geven. Dat kan terecht zijn maar die overwegingen behoren dan wel gekend en vooraf getoetst te kunnen worden door een niet bij de opdrachtverstrekking betrokken instantie. Daar komt bij dat onderhandelen een vak apart is. In een handleiding over schikken staat dat zo: “Als onervaren onderhandelaar een schikking proberen te treffen met iemand die met grote regelmaat onderhandelt, gaat u waarschijnlijk opbreken.” Ik vermoed zomaar dat Capgemini dat volmondig zal kunnen bevestigen.
De door Ollongren toegezegde transparantie over getroffen schikkingen lost daarom weinig op. Die informatie krijgt de Kamer dan immers op z’n best pas achteraf in de Jaarrapportages Bedrijfsvoering. Op z’n best, want de minister heeft het over door departementen “gemelde” schikkingen. Veel schikkingsovereenkomsten bevatten echter geheimhoudingsclausules die aan zo’n melding in de weg staan.
Als Ollongren transparantie van schikkingen echt belangrijk vindt zouden die altijd moeten worden gemeld en vooraf op wenselijkheid en redelijkheid moeten worden getoetst door een onafhankelijke instantie. Zo nodig moeten geheimhoudingsbepalingen in schikkingsovereenkomsten maar worden aangepast. Aan de hoeveelheid extra werk die dat toetsen met zich brengt kan het niet liggen want de afgelopen 5 jaar is, schrijft de minister, bij haar weten alleen het MRS-project tijdens een daarover lopende rechtszaak geschikt. Dat zou trouwens best eens waar kunnen zijn want overheden procederen nu eenmaal zelden tegen ICT-dienstverleners. Maar misschien wordt er wel zo weinig geprocedeerd omdat partijen nu juist schikken om een rechtszaak te voorkomen. Ik kan in ieder geval zomaar een groot mislukt ICT-project uit dezelfde periode noemen waarin zonder rechtszaak werd geschikt.