Een sensor is een zintuig voor een elektrisch of mechanisch apparaat. Ze kunnen als het ware ruiken, horen, zien en voelen. Wat ze aan stoffelijke zaken waarnemen en hoe ze daar elektronisch op reageren, hangt af van het type sensor en hoe ze zijn geprogrammeerd. Een ding hebben ze allemaal gemeen: ze houden ons in de gaten.
Beeld: Shutterstock/FitBit
De mogelijkheid om alles te kunnen meten leidt ertoe dat ook in de openbare ruimte steeds meer sensoren worden geplaatst; door publieke en private partijen. Om een idee te krijgen van de data die worden verzameld, volgen wij Carl Smeeding op een doodnormale doordeweekse dag. Carl is een fictieve ambtenaar van een zekere leeftijd. Hij werkt bij een ministerie in de stad en woont in de provincie met zijn partner, twee kinderen en de kat. Carl reist naar het werk met openbaar vervoer en leent soms een auto voor slecht bereikbare afspraken in den lande. Hij heeft een laptop voor het werk, een tablet voor thuis, een smartwatch voor de lol en een digitale assistent voor het gemak. Hij vindt gadgets aardig, maar zijn echte hobby is muziek. Qua gezondheid is er niets bijzonders, Carl vindt het vooral belangrijk dat hij een beetje fit en op gewicht blijft.
Goedemorgen
Carl begint de dag in de badkamer, waar zijn weegschaal de nieuwste gegevens synchroniseert met zijn smartwatch via het thuisnetwerk. De sensoren in zijn ‘slimme horloge’ houden zijn hartslag bij en zijn bewegingen. Zo weet Carl hoeveel stappen hij op een dag zet, maar ook of hij rustig heeft geslapen. In de keuken zet hij voer klaar voor de poes, die dankzij haar slimme halsband en communicerend kattenluik kan komen en gaan wanneer zij wenst. Voor Carl de fiets naar het station pakt, dumpt hij de vuilniszak in een van de ondergrondse containers. Sinds deze zijn uitgerust met een sensor haalt de gemeente ze altijd op tijd leeg. Het zijn de kleine dingen in het leven waar Carl blij van wordt. Zoals korter wachten voor het fietsstoplicht wanneer het regent, dankzij verkeerslichten met regensensoren.
Met de trein: de OV-pas
Carl houdt zijn OV-chip voor de uitlezer op een poortje op het station. Dit activeert het poortje, het gaat open en sluit pas wanneer de sensor geen beweging meer waarneemt. Alle poortjes van de NS worden bewaakt door camera’s. Het beeldmateriaal wordt 28 dagen bewaard en (als er geen incidenten zijn geweest) daarna gewist.
De NFC-chip in Carl’s OV-pas opent niet alleen poortjes, het slaat de volgende gegevens op voor OV-bedrijven: reisfrequentie, tijdsduur die is verstreken na de laatste reis, binnen/buiten spits reizen, voorkeurstrajecten en voorkeursstations.
Op het station: maatwerkadverteren
Het is technisch mogelijk om digitale advertenties in de openbare ruimte realtime aan te passen. Een jongere man krijgt een andere advertentie te zien dan een oudere vrouw. Het scherm dat de advertentie toont moet dan uitgerust zijn met een camera en software die kenmerken van een persoon kunnen inschatten, zoals gender, brildragendheid, leeftijdsgroep. Wanneer mensen herkenbaar in beeld komen, is er sprake van een verwerking van persoonsgegevens en is de AVG van toepassing. Bedrijven die ‘digitale signage’ maken en/of verkopen, maken daarom eigenlijk geen gebruik van de technische mogelijkheden. Dit tot teleurstelling van onder andere Marvin Droogsma, eigenaar van Eye-Box en digital signage specialist. “Adverteerders zouden graag precies weten wie naar hun advertenties kijken. Ik ben meer dan bereid om mijn software te laten beoordelen en aan te tonen dat ik geen persoonsgegevens bewaar. Ik hoop nog steeds op een keurmerk voor bedrijven die privacyvriendelijk werken, zodat ik de technologie die is ontwikkeld ook kan inzetten voor mijn klanten.”
Meldplicht Amsterdam
Het college van Amsterdam wil als eerste gemeente in Nederland een sensorregister aanleggen, met bijbehorende meldplicht. Het plan is dat vanaf 1 oktober 2021 alle professionele partijen die data verzamelen, bij de gemeente melden hoe, waar en wat zij verzamelen over de mensen in de stad. De meldingsplicht hoort bij de Amsterdamse Datastrategie die als uitgangspunt heeft dat data alleen verzameld worden als dat nodig is. De gemeente zegt op haar website: ‘Amsterdam staat op het standpunt dat Amsterdammers zich zoveel mogelijk onbespied in de stad moeten kunnen begeven.’
Staat op de kaart
De gemeente Amsterdam werkt aan een kaart met daarop de ‘slimme apparaten’ die persoonsgegevens verzamelen in de openbare ruimte. Dit zijn bijvoorbeeld camera’s (CCTV), en sensoren die verkeersbewegingen waarnemen. Op de kaart op www.amsterdam.nl/privacy kan per apparaat worden doorgeklikt naar de bijbehorende privacyverklaring. Via de kaart op www.slimmeapparaten.amsterdam.nl kan iedereen direct contact opnemen met de eigenaar van een apparaat.
Alleskunner: de lantaarnpaal
Toen internet nog jong was, werd de zelfbestellende koelkast overal genoemd als hét technologische hoogtepunt. De koelkast kan met pensioen, want het populairste kind in de klas nu is de slimme lantaarnpaal. Hij geeft licht en is potentieel laadpaal, wifi- en 5G-antenne, luchtmeter, personenteller, parkeerbeheerder (hij spot lege parkeerplekken en geeft die door aan je navigatie- of parkeerapp) en afluisterapparatuur ineen.
Gecontroleerd stappen
In Eindhoven is een complete straat waar het uitgaanspubliek wordt gemeten en gemonitord. Via camera’s en sensoren verzamelt Living lab Stratumseind 2.0 data over het weer, geluidsniveau, het aantal bezoekers. De herkomst van cafégangers is te herleiden met behulp van data die providers als Vodafone afstaan. Ook berichten op Twitter en Facebook en de bezettingsgraad van parkeergarages worden verzameld en geanalyseerd. Philips en TU Eindhoven onderzoeken de invloed van kleur- en lichtintensiteit op sfeer en gedrag via led-verlichting op lantaarnpalen. Het project loopt al sinds 2012.
Datawandelen
Urban Big Data organiseert datawandelingen om mensen meer bewust te maken van datapunten in hun wijk of woonplaats. Denk aan camera’s of meetkastjes. Op de website staat een instructievideo voor wie zelf op pad wil en graag discussieert over data.
Gedreven door bedrijven
Veel gemeenteprojecten op het gebied van sensoren worden eigenlijk gedreven door commerciële partijen. Technologiebedrijven investeren in samenwerking met de (lokale) overheid, maar het is niet altijd klip en klaar wie uiteindelijk het meeste voordeel behaalt. Gemeenten doen er goed aan duidelijke afspraken te (1).
Dit artikel is gepubliceerd in iBestuur magazine #38.
(1) Trouw, ‘Moeten we wel zo blij zijn met de slimme stad?’ van Kristel van Teeffelen en Saskia Naafs