Data en ai
Podium

‘Smart city is geen zelfstandige doelstelling’

Mark Vermeer, CIO bij de gemeente Rotterdam, ziet smart city niet als zelfstandige doelstelling, maar als middel om doelstellingen die zij als overheid hebben te bespoedigen. Ook wil hij voorkomen dat welk bedrijf dan ook het smart city platform domineert. "De publieke sector moet zo’n platform willen regisseren en er standaarden en normen voor ontwikkelen."

Mark Vermeer | Beeld: Mark Vermeer

Vind je dat de oorspronkelijke visie op de smart city valide was, althans in technisch opzicht?
Ik denk dat de visie wel juist is, maar dat men zich heeft vergist in het tempo waarin die visie realiteit zou worden – zoals wel vaker het geval is bij zulke vergezichten. De smart city beweging is lange tijd gedomineerd is door de techniek, maar de uitdaging is in technisch opzicht groot gebleken, met name als het gaat om de integratie van alle data.

Is die technologische benadering in de beginjaren ook aangeslagen in Rotterdam?
Het begrip smart city is zeker aangeslagen, daar is Rotterdam denk ik niet uniek in. Er zijn ontzettend veel puntoplossingen gecreëerd, zoals technische pilots, proefopstellingen, proof of concepts, geef het een naam. Soms kwamen die oplossingen ook tot de operationele fase, maar vaak bleven ze binnen één domein of op één locatie, of waren ze gebonden aan een bepaalde leverancier. Daarom noem ik ze puntoplossingen. En vandaar dat ik stel dat de crux zit in de data-integratie.

Het denken over de smart city was in de beginfase ook utopisch: ‘met behulp van techniek overwinnen we alle uitdagingen’. Werd in Rotterdam ook zo gedacht?
Nou, nee, zo hebben we er voor mijn gevoel nooit naar gekeken. Kijk eens naar het beleid van de G5, de vijf grote steden, dat altijd wel de maatschappelijke opgave centraal heeft proberen te stellen. Daarbij is steeds gepoogd om tot concrete oplossingen te komen, zeker niet om een utopia te realiseren. Voor Rotterdam was het centrale thema hierbij resilience, weerstandvermogen. Den Haag richtte zich op cybersecurity, in het kader van vrede en veiligheid. Ik denk niet dat wij ooit utopisten waren.

Is er op een bepaald moment een beweging ingezet, weg van de beginfase ‘met de puntoplossingen’ van allerlei leveranciers, die je schetst?
Het besef ontstond dat we als overheid de regierol in het smart city domein zouden moeten pakken. In Rotterdam werken we aan een digital twin van de stad. Dat is een platform dat voor leveranciers heel aantrekkelijk en strategisch is. Het vervult immers een spilfunctie. We hebben gezien dat bepaalde platforms, zoals Facebook, in de samenleving heel dominant zijn geworden. Bij ons is het besef wel doorgedrongen dat we zo’n ontwikkeling voor wilden zijn. We willen voorkomen dat welk bedrijf dan ook het smart city platform domineert. De publieke sector moet zo’n platform willen regisseren en er standaarden en normen voor ontwikkelen. Achteraf repareren, zoals nu met social media gebeurt, is een lastige opgave.

“Ons doel is dat publieke waarden gewaarborgd blijven en dat we niet in de valkuilen trappen die we bij social media hebben gezien.”

Voor alle duidelijkheid, we vinden het helemaal niet erg als er aan zo’n platform geld wordt verdiend. Rotterdam vindt niet dat het bedrijfsleven de boze buitenwereld is en is ook niet tegen geld verdienen. Sterker nog, we gaan een aanbesteding doen, waarbij we zelf launching customer zijn, om een partij te zoeken die er brood in ziet het platform te exploiteren. Wij willen daarbij dat het platform open is en aan standaarden voldoet.
In de beginfase zal nog een bepaalde mate van regie vanuit de gemeente nodig zijn, maar dat is geen doel op zich. Ons doel is dat publieke waarden gewaarborgd blijven en dat we niet in de valkuilen trappen die we bij social media hebben gezien.

Het lijkt wel of er steeds meer doelstellingen worden opgehangen aan de smart city. Denk aan duurzaamheid, veiligheid, betere dienstverlening, de groene stad, noem het maar op. Wat is je mening daarover?
Daar kan ik kort over zijn. Wij zien smart city niet als zelfstandige doelstelling, maar als middel om doelstellingen die wij als overheid hebben, te bespoedigen.

Met al die verschillende doelstellingen krijg je te maken met een grote diversiteit aan stakeholders. Hoe ga je met hen om?
In de beginfase van het denken over de smart city werd weleens vergeten dat steden inwoners hebben. Wie zijn de stakeholders als het gaat om die digitalisering van de stad? In feite zijn het geen andere stakeholders dan bij welk infrastructureel project dan ook. Burgers, bedrijven, instellingen, vertegenwoordigd in allerlei publieke gremia, maar zich ook steeds meer roerend op dit onderwerp. Het is niet voor niks dat diverse steden inmiddels een verordening hebben over sensors.
Laat ik het voorbeeld noemen van de kenniswerkplaats Urban Big Data, een samenwerking met onder meer de Erasmus Universiteit. Die werkplaats organiseert onder meer datawandelingen, met als doel het bewustzijn over het gebruik van camera’s, sensoren en data te bevorderen. Dat bewustzijn groeit überhaupt en die ontwikkeling kan een gemeente niet negeren.

Veelgehoorde kritiek op de smart city betreft het gebruik van data, surveillance die zou leiden tot big brother steden. Hoe waakt Rotterdam voor dat soort ontwikkelingen?
In elk geval door burgers als stakeholders te betrekken en ervoor te zorgen dat het platform open is en aan standaarden voldoet, zoals ik al aangaf.
We hebben het in de gemeenteraad ook over algoritmes gehad, die overigens niet alleen in het domein van smart city een rol spelen. De gemeenteraad heeft ons om advies gevraagd. Er is een adviescommissie voor algoritmes ingesteld, waarin diverse geledingen van de stad vertegenwoordigd zijn.

Behalve risico’s zijn er kansen, maar er leven vaak veel wensen op het gebied van smart city, waarbij steden slim moeten omgaan met budgetten. Hoe ga je als CIO met die beperking om?
De doorontwikkeling van de smart city valt meer binnen het domein van de CDO, Bas Boorsma. Daar zijn overigens de nodige ontwikkelingen geweest en er zijn het afgelopen jaar gelden voor vrijgemaakt. Overigens is de digitaliseringsagenda van de gemeentelijke organisatie, waar ik over ga, niet met een schaartje los te knippen van de ontwikkeling van de smart city. Natuurlijk heb je steeds meer wensen dan je budget hebt, dat is logisch. In het domein van de digitaliseringsagenda hebben we een stuurgroep, ingesteld door onze concerndirectie, die beslist over de besteding van het beschikbare budget, op basis van voorstellen van overal uit de organisatie. Die voorstellen worden gerangschikt aan de hand van technische criteria – die van mij komen – en inhoudelijke afwegingen van de strategen van onze organisatie. Zij kijken vooral naar de meerwaarde van voorstellen voor de beleidsdoelstellingen van de gemeente Rotterdam. De gecombineerde rangschikking wordt aan de stuurgroep voorgelegd, die vervolgens besluit hoe de budgetten over de verschillende projecten verdeeld gaan worden.

Een van de beloftes van de smart city was dat digitalisering in sommige opzichten tot kostenreducties zou leiden. Zie je dat in de dienstverlening op jouw terrein, bijvoorbeeld in de dienstverlening aan de burger?
Binnen het domein van de digitaliseringsagenda van de gemeentelijke organisatie zie ik dat wel. Ik zie dan niet zozeer grote winsten op het gebied van efficiëntie als wel een toename van de effectiviteit van de dienstverlening, zeker in het domein van de publieksdienstverlening. Je kunt mensen gewoon beter bedienen en de bureaucratie verminderen.

“Een stad met pakweg 100.000 inwoners is net zo goed in staat met dit dossier aan de slag te gaan als wij.”

Wat kunnen kleinere gemeenten leren van Rotterdam?
Ik denk dat we in zijn algemeenheid hebben geleerd dat smart city een middel is en niet een doel, en dat we het duidelijker moeten inpassen in maatschappelijke belangen. Een geringere omvang van een gemeente hoeft geen handicap te zijn. In een kleinere gemeente kan bijvoorbeeld het vraagstuk van data-integratie minder complex zijn. Het is niet per se zo dat een stad als Rotterdam een veel betere uitgangspositie heeft. Een stad met pakweg 100.000 inwoners is net zo goed in staat met dit dossier aan de slag te gaan als wij.

Hebben de grote steden geen kennisvoorsprong?
Misschien wel, maar die kennis bevindt zich voor mijn gevoel voor een groot deel inmiddels in het publieke domein. En zo niet, zijn wij altijd graag bereid iedereen bij te staan wat dat betreft.

Hoe zie je de toekomst van de smart city? Hoe gaat het verder, wat jou betreft?
Kijk eens naar je mobiele telefoon. Tien jaar geleden spraken over een smartphone. Nu heeft niemand het daar meer over en spreken we gewoon over een telefoon. Zo denk ik dat smart city concepten een aspect gaan worden van het inrichten van de stad. We hebben het over niet meer en niet minder dan de digitale transformatie van steden, zoals alles digitaal transformeert in deze tijd.

Arnoud van Gemeren is hoofdredacteur van iBestuur

Smart city

Werd de smart city ooit afgeserveerd als een onhaalbaar technologie-utopia (of -dystopia), nu lijkt sprake te zijn van een kentering: realisme en pragmatisme winnen terrein. iBestuur sprak met vier ervaringsdeskundigen over de vraag hoe het denken over de smart city in de loop van de jaren is veranderd en hoe lokale gemeenschappen vandaag de dag de principes toepassen.

De term smart city valt voor het eerst in de jaren ’90 van de vorige eeuw en refereert aan de inzet van digitale technologie om de uitdagingen van grote steden het hoofd te bieden. Ze zien zich geconfronteerd met een snelle toename van de bevolking en eindige financiële middelen. IBM en Cisco zijn in die jaren de kampioenen van een een door technologie gedomineerd denken over de smart city. De complexiteit van grote steden, en ook van middelgrote gemeenten, bleek dermate groot dat de centralistische benadering van IBM en zelfs de meer gedistribueerde aanpak van Cisco niet opgewassen bleken tegen de uitdagingen. Bovendien waren de kosten veel hoger dan steden konden dragen. Een kleine ‘bijkomstigheid’ was dat in de oorspronkelijke benadering van de smart city onvoldoende ruimte was voor de stakeholders om wie het zou moeten draaien: de burgers.

We interviewden:

Wie meer wil weten over de geschiedenis van de smart city, leze de uitstekende blog van Herman van den Bosch, hoogleraar aan de Open Universiteit en curator van Amsterdam Smart City. Hierin beschrijft hij hoe na de aanvankelijke teleurstelling over de smart city er nu “een tweede golf van smart cities aankomt. In de eerste golf ontbraken openheid, ethische reflectie en respect voor privacy. In de tweede golf neemt het streven naar het gebruik van ethische overwegingen en de intentie om de privacy te beschermen een belangrijke plaats in.”

Deze interviewreeks is mede mogelijk gemaakt door het Matchingfonds van De Coöperatie.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren