Digitalisering en democratie
Blog

Snelle afhandeling van Wob-verzoeken kan gewoon

In Nederland is het bedroevend gesteld met de afhandeling van Wob-verzoeken. Noorwegen heeft dit goed geregeld. Veel gaat in Noorwegen via eInnsyn, een portaal waar iedereen makkelijk kan zoeken in metadata. De echte documenten blijven bij de verschillende bestuursorganen en zijn direct opvraagbaar. Dat kan Nederland ook. Een Wob-dashboard zou al een goed begin zijn.

In Nederland is het bedroevend gesteld met de afhandeling van Wob-verzoeken. Noorwegen heeft dit goed geregeld. Veel gaat in Noorwegen via eInnsyn, een portaal waar iedereen makkelijk kan zoeken in metadata. De echte documenten blijven bij de verschillende bestuursorganen en zijn direct opvraagbaar. Dat kan Nederland ook. Een Wob-dashboard zou al een goed begin zijn.

Deze dagen staan Nederland en Noorwegen dicht bij elkaar in de medaille-top tien van de Olympische Winterspelen. Zoals eigenlijk altijd. In meerdere opzichten staan onze landen dicht bij elkaar: qua culturele waarden en hoe we onze maatschappij inrichten. Maar op één belangrijk terrein van het openbaar bestuur liggen we meer dan schaatsmijlen ver uit elkaar: het recht van een burger op inzage in overheidsinformatie, internationaal bekend als ‘freedom of information’. In Nederland hebben we het over de Wob – en binnenkort over de Woo. Maar er is meer nodig dan één letter verschil voordat Nederland op dit terrein weer een beetje in de buurt kan komen van Noorwegen.

We zouden wel willen, maar veel sneller kan gewoon niet… Het kan wel, in Noorwegen beantwoordt de overheid binnen enkele uren tot maximaal drie dagen een Wob-verzoek.

Want in Nederland is het bedroevend gesteld met de afhandeling van Wob-verzoeken, terwijl Noorwegen het goed heeft geregeld.
Eind januari kwamen Open State Foundation en Instituut Maatschappelijke Innovatie met een onderzoeksrapport naar beantwoording van Wob-verzoeken door de ministeries: ‘Ondraaglijk Traag’. De conclusies waren schokkend: waar de Wob uitgaat van een beantwoordingstermijn van 28 dagen, blijken ministeries er gemiddeld 161 dagen over te doen. In uitzonderlijke gevallen mag een overheidsorganisatie die termijn met 28 dagen verlengen (onder de Woo 14 dagen), maar dan nog schendt de nationale overheid in ruim 80% van de gevallen de eigen wet. Daarmee lijkt er sprake van een stijgende trend, want in vergelijkbare onderzoeken ging het in 2016 om ruim 60% en in 2019 om ruim 70%. Ook al schokkend was dat ongeveer de helft van de Wob-verzoeken niet wordt gepubliceerd, zodat onderzoek en controle lastig is. En dan hebben we het hier nog niet over de kwaliteit van de beantwoording.
Journalisten en Kamerleden reageerden verbijsterd en noemden dit onaanvaardbaar. De kersverse minister van BZK Hanke Bruins Slot moest in de Kamer toegeven dat “het buiten kijf staat dat we het beter moeten doen” en beloofde de Kamer op de hoogte te houden van de beloofde voortgang middels jaarlijkse rapportages.

Op zich lof voor deze oprechte minister, maar een jaarlijkse rapportage klinkt als iets uit het verleden. De trage afhandeling komt juist door de verouderde informatiehuishouding. Met (papieren) rapportages achteraf gaan we nooit het grote verschil maken dat we moeten maken. Introduceer een dashboard met alle aanvragen, doorlopen en antwoorden; real-time. Zodat niet alleen Kamerleden, maar journalisten, belanghebbenden, iedereen kan meekijken en zelf conclusies trekken.

Ondraaglijk Traag

Maar goed, terug naar de conclusies van het rapport Ondraaglijk Traag. Daarop reageerde vrijwel iedereen geschokt. Toch waren er ook wat tegenwerpingen, die waarschijnlijk bekend voorkomen in bestuurlijk Nederland.
De tien voornaamste, met een kort antwoord:

  • Door de digitalisering is de informatieberg bij de overheid enorm toegenomen… Die toename kan kloppen, maar de digitalisering heeft ook de mogelijkheid gecreëerd daar goed mee om te gaan en beter te zoeken.
  • De Wob-verzoeken zijn zó omvangrijk geworden… Uit ons onderzoek blijkt dat bij slechts 14% van de Wob-verzoeken meer dan 250 pagina’s worden verstrekt.
  • Dat die Scandinavische landen het zoveel beter doen, zegt niet veel want daar verstrekken ze alleen officiële documenten… Dat klopt niet; ook bij onze noorderburen betreffen informatieverzoeken bijvoorbeeld e-mails.
  • Sommige Wob-verzoeken zijn onzinnig… Dat mag iedereen vinden, maar dat is geen reden om een grondrecht van een burger terzijde te schuiven.
  • Die lange doorlooptijden komen door de coronacrisis… In het getal van 161 dagen zijn de corona-informatieverzoeken niet meegerekend. De beantwoording van die verzoeken komen uit op 225 dagen.
  • Ambtenaren hebben het al zo druk… Goede, gestandaardiseerde informatiehuishouding en meer bestuurlijke moed verlichten juist de werkdruk. Bovendien mag het nooit een argument zijn om grondrechten te schenden en de wet te overtreden.
  • De overheid heeft meer tijd nodig om de informatiehuishouding goed in te richten… Nog meer tijd? We hebben al een Wob sinds 1978 en we weten ook al jaren dat de beantwoording van verzoeken vaak de wettelijke termijn overschrijdt.
  • Als ambtenaren met Wob-verzoeken bezig zijn, kunnen ze hun eigenlijke werk niet meer doen… Snelle beantwoording schept tijd voor het overige werk; het delen van informatie met de maatschappij zou bovendien ook onderdeel van het werk moeten zijn.
  • Er zijn zo ontzettend veel Wob-verzoeken in Nederland… Precieze data ontbreken helaas, maar de beschikbare informatie lijkt erop te wijzen dat Nederland in vergelijking met Europese landen juist weinig informatieverzoeken kent.
  • We zouden wel willen, maar veel sneller kan gewoon niet… Het kan wel, in Noorwegen beantwoordt de overheid binnen enkele uren tot maximaal drie dagen een Wob-verzoek.

Veel gaat in Noorwegen via eInnsyn, net als iBestuur een samengesteld woord: elektronisch inzicht. Dit is een portaal waar iedereen makkelijk kan zoeken in metadata. De echte documenten blijven bij de verschillende bestuursorganen en zijn direct opvraagbaar. Standaardisering en goede informatiehuishouding (gericht op gebruik binnen en buiten de organisatie) zijn natuurlijk cruciaal. Behalve digitaal goed georganiseerd, zijn informatieverzoeken in Noorwegen ook geprioriteerd: ambtenaren moeten het andere werk uit handen laten vallen. Ook heeft de Noorse Ministerraad wekelijks de afhandeling van Wob-verzoeken op de agenda staan. Eventuele klachten over overschrijdingen of teveel weglakken komen bij de koning terecht.

Als Noorwegen het kan, dan kan Nederland het ook. En dan heb ik het dus niet over de winterspelen. Er ligt een mooie taak voor de nieuwe minister en de nieuwe informatiecommissaris. Een Wob-dashboard zou al een goed begin zijn.

Serv Wiemers is directeur van Open State Foundation

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren