Digitalisering en democratie
Nieuws

‘Stel je conclusie vaker uit’ en andere tips voor kritische denkers

Beeld: Shutterstock

Kritisch denken over digitalisering is niet vanzelfsprekend. Veel grote (overheids-)IT-projecten hadden er baat bij gehad als er vooraf steviger was geanalyseerd en gereflecteerd. Twee IT-architecten en een docent schreven een boek over hoe het beter kan.

Werkgroep over filosofie

‘Kritisch denken over digitalisering: Het belang van logisch en ethisch redeneren’ is geschreven door Danny Greefhorst, Theo Theunissen en Peter Beijer. Het boek komt voort uit een werkgroep over kritisch denken van de beroepsorganisaties KNVI (Koninklijke Nederlandse Vereniging van Informatieprofessionals) en DANW (Digital Architects NetWork). Onlangs werd het gelanceerd op het jaarcongres van DANW.

Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat in op het redeneren, de basis van kritisch denken, en beschrijft onder meer veelvoorkomende valkuilen in het denken. Het tweede deel zoomt in op het toepassen van deze kennis op de kansen en bedreigingen van digitalisering, zoals de rol van sociale media, het gebruik van smartphones door kinderen en de groeiende afhankelijkheid van techreuzen. Hier en daar heeft het wat overlap met ‘De democratie crasht’ van Kees Verhoeven, dat gaat over denkfouten over digitalisering in de politiek. Maar ‘Kritisch denken over digitalisering’ is meer didactisch van insteek en heeft onder meer als doel om in het hoger onderwijs te worden ingezet. Daarnaast hopen de auteurs zo veel mogelijk vakgenoten te bereiken, zegt co-auteur Danny Greefhorst.

Kritisch denken is niet iets wat mensen zomaar doen.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Vroeg stadium

Denken informatiespecialisten niet per definitie al kritisch na over digitalisering? Greefhorst: ‘Nee, kritisch denken is niet iets wat mensen zomaar doen. Het is op zich een oud onderwerp, maar niet iedereen is er bewust mee bezig. Kritisch denken was altijd al belangrijk, maar digitalisering roept allerlei nieuwe vragen op en creëert allerlei nieuwe bedreigingen. Daar moet je dus over nadenken.’

Volgens hem is kritisch denken vooral essentieel op momenten van vernieuwing, zoals voor de aanvang van grote IT-projecten. ‘In voorfases van dergelijke projecten moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Dat start voor een deel al in een vroeg stadium, namelijk als er wet- en regelgeving wordt bedacht. Denk aan vragen als: wat ik nu voorstel, is dat proportioneel? Is het eerlijk naar mensen toe? Ben ik transparant genoeg?’

In voorfases van IT-projecten moeten fundamentele keuzes worden gemaakt.

Transparantie in de praktijk

Onderwerpen als ethiek, verantwoordelijkheid en eigenaarschap komen nu veel langs in de context van kunstmatige intelligentie, maar zijn relevant voor alle digitale systemen. Greefhorst noemt als voorbeeld de implementatie van een systeem voor het administreren van gegevens over geluid bij het RIVM, waar hij als consultant aan werkte. ‘Bij vliegtuiggeluid zijn allerlei belangen in het spel, van bewonersverenigingen tot luchthavens. Een waarde als ‘transparantie’ wordt opeens concreet: op het moment dat je dingen transparant maakt, laat je ook zien dat de kwaliteit van gegevens misschien niet klopt. Want je publiceert dan ergens een getal, maar ergens anders staat er misschien een ander getal. Transparantie geeft ook inzicht in dingen waar je misschien geen inzicht in wilt geven.’

Praktische handvatten

Het boek belooft praktische handvatten te geven aan informatiespecialisten, zoals technieken en werkvormen om het kritisch denken in de praktijk te brengen. Zo maakt de Socratische Dialoog onderdeel uit van de standaard werkwijze bij digitaliseringsprojecten van de gemeente Amsterdam.

Een kerninzicht dat in het boek wordt behandeld en waar Greefhorst naar eigen zeggen vaak op terugvalt, is het BOB-model, waarbij BOB staat voor beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. ‘Dan zeg ik: ik heb je gewoon nog niet begrepen, dus ik vind er nog niks van.’

BOB staat voor beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming.

Valkuilen

Te snel tot conclusies komen is één van de vele valkuilen die in het boek worden behandeld. In de context van IT-projecten van de overheid grijpen de schrijvers terug op het blog van Wimfred Grashoff over de Omgevingswet. De consultant beschrijft dat IT-projecten vaak misgaan doordat er verkeerde vooronderstellingen aan ten grondslag liggen. Ook vormen mensen zich vooraf vaak een eigen beeld van een informatievoorziening, dat ver afstaat van de realiteit. Ze nemen te makkelijk aan dat het ict-systeem op zich de oplossing is en beseffen niet hoeveel inspanning het kost om te zorgen dat de relevante gegevens beschikbaar zijn, of dat er een heel ecosysteem nodig is om te zorgen dat het werkt. Afhankelijkheden in de keten worden onderschat. Ook wordt nogal eens vergeten dat implementatie en acceptatie van een nieuw ict-systeem cruciaal zijn voor het succes van een systeem.

Gevraagd naar wanneer het boek wat hem betreft een succes is, zoekt Greefhorst het antwoord niet in data, maar in inzicht. ‘Ik hoop natuurlijk dat mensen tot het inzicht komen dat dit iets belangrijks is en dat ze hun gedrag hierop gaan aanpassen. Maar goed, dat is niet meetbaar.’

Lees ook:

ICT projecten bestaan niet (serie) – Bestuur

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren