Niet alles digitaliseert. Neem het stemmen vanuit het buitenland. Het registratieproces lijkt uit een andere tijd te komen.
Niet alles digitaliseert. Wie gaat stemmen komt bij drie mensen op een rij. De eerste controleert je identiteitsbewijs, de volgende neemt je oproep in en weet dat je stemgerechtigd bent en de laatste geeft je een stembiljet. Als je dat biljet in de stembus gooit ben je geïdentificeerd, maar is je stem niet tot jou te herleiden. De anonimiteit, transparantie en controleerbaarheid voor elke burger, die daarin kan participeren, heeft een zekere elegantie. Maar die combinatie van kwaliteiten kan waarschijnlijk alleen met papier.
De rubriek Digitaal verdwaald toont opzienbarende en frustrerende ervaringen in de digitale wereld. Zelf een ervaring gehad? Mail ons!
Stemmen vanuit het buitenland gaat anders, weet Johan. Hij woont, net als ongeveer een miljoen andere Nederlanders, in het buitenland. Om te mogen stemmen, moest hij zich registreren. En daarbij moest hij een kopie van zijn legitimatiebewijs opsturen. Dat wilde hij eigenlijk niet. “Je maakt jezelf kwetsbaar voor identiteitsfraude door zoiets op te sturen”, vertelt Johan, “en het doel waarvoor het dient, identificeren, gaat niet gebeuren, met een kopie.” Hoewel hij bij registratie die kopie ook had mogen uploaden, heeft hij een punt.
Sinds vorig jaar, na een decennium discussie, hoeven Nederlanders in het buitenland zich niet meer bij elke verkiezing te registreren. Er is nu een permanent kiezersregister. Wie in het permanente kiesregister staat, kan elke verkiezing automatisch een stempas ontvangen. Ook als je verhuist. Dat werkt via een tweede register, het Register Niet-Ingezetenen (RNI). Dat register is eigenlijk ooit bedoeld voor alle mensen die contact hebben met de overheid, maar hier niet wonen. Als je in de RNI je adres wijzigt, wordt dat weer doorgeleverd aan het permanente kiesregister. Zo kun je bij iedere verkiezing je stembescheiden ontvangen.
Maar je stembiljet moet je per post opsturen, mèt een kopie van je legitimatiebewijs. Op het briefstembureau vergelijken ze je handtekening op de stempas met die op de kopie identiteitsbewijs. Niet direct een systeem met dezelfde elegantie. “Dat ik weer een kopie moest opsturen,” zegt Johan, “dat vond ik te gortig. Ik heb dus niet gestemd.” En met hem velen niet. Er zijn ongeveer 63.000 mensen geregistreerd.
Ook deze maand werd de Kieswet gewijzigd om “stemmen vanuit het buitenland eenvoudiger te maken.” Maar de wijzigingen lijken uit een andere tijd te komen. Zo hoef je niet meer de oranje retourenveloppe te gebruiken. Misschien is stemmen in het buitenland een terrein waar digitalisering het verschil kan maken voor de burger in gemak en veiligheid.
Arjan Widlak is directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade, een organisatie die onnodige bureaucratie opspoort en oplost. Arjan publiceert regelmatig over de impact van informatietechnologie op het openbaar bestuur.
Deze bijdrage is eerder (22 december 2018) geplaatst in Het Financieele Dagblad
Er is los van het identificeren nog n ander punt. Er moet volgens de Kieswet met rood gestemd. Maar de buitenlandse kiezer gaat niet naar een stemlokaal waar t rode potlood klaar ligt. De directieven in begeleidende brief, website enz zeggen er niets over