Posities en structuren blijven het maar winnen. We moeten nu eens niet alleen heldere en concrete doelen stellen, maar ook zeggen: ‘dit staat er straks’.
If you don’t think about the future, you can’t have one
Wonderlijk dat we met z’n allen zo blijven hangen in dat hier en nu. Acterend vanuit instituties en organogrammen. Waarbij we bij het implementeren van transities en vernieuwingen alsmaar een forse onbalans weten te creëren in discussies waarbij posities en structuren (‘wat en hoe’) het steeds lijken te winnen van het scheppen van klantwaarde vanuit nieuwe toepassingen (‘waarom’).
Zoals Digicommissaris Bas Eenhoorn recent in dit medium concludeerde : ‘het is allemaal veel te ingewikkeld, met veel te veel eigen baasjes’. Geplaagd door bestuurlijke drukte, waar micromanagement overuren maakt en het kpi-spook een vertrouwde verschijning is. Je hoeft geen profeet te zijn om te voorspellen dat dit lastig te rijmen is met de bekende uitspraak van duurzaamheidsstrateeg Herman Verhagen: ‘we bevinden ons niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperken’. En dat terwijl dat stemmetje in mijn hoofd die bekende hit van Het Goede Doel uit de jaren tachtig (‘Alles draait om de eenvoud’) alsmaar blijft neuriën …
Tsja. En dat terwijl het toch mogelijk is om te ontsnappen uit die nachtmerrie. Kijk maar naar Tesla’s CEO Elon Musk – de man die ‘n behoorlijk conservatieve bedrijfstak heeft wakkergeschud: mede door het succes van de sexy elektrische wagens van Tesla zijn zo’n beetje alle autobouwers gedwongen om ook volledig elektrische wagens te ontwikkelen. Recent was Musk uitgebreid in het nieuws met zijn masterplan part deux. Huh, part deux? Ja, want precies tien jaar geleden ontvouwde hij z’n eerste masterplan, waarin hij onder meer een elektrische sportwagen aankondigde. Met de winst daarvan wilde hij toen een betaalbare auto bouwen. In beide dingen heeft hij ons niet teleurgesteld. Geen gevalletje dus van overpromise and underdeliver.
En nu masterplan part deux. Waarbij twee dingen opvallen: niet alleen hele heldere en concrete doelen, maar ook een forse ambitie. Waar we in 2026 staan, geen vaag gezwets over inspanningen en zo (‘ik doe geweldig mijn best’), nee, tastbare resultaten (‘dit staat er straks’) zoals:
- Zonnepanelen én accu’s geïntegreerd: Musk wil de Tesla’s binnen tien jaar voorzien van zonnedaken die de auto’s direct opladen en de overtollige energie opslaan in de accu. En die accu zou vervolgens ook weer gebruikt kunnen worden voor energievoorziening in huis.
- Tien keer veiliger dan de mens: in 2026 wil Musk ervoor zorgen dat zijn autopilot-functie tien keer minder ongelukken veroorzaakt dan besturing door een mens. Omdat de autopilot zelflerend is, loont testen (lees: ‘learning by doing’) als geen ander: het systeem leert namelijk iedere kilometer van zijn eigen fouten. Musk onderstreept daarbij het belang van testen op de openbare weg – in de omvang van maar liefst 10 miljard kilometer – om het gewenste niveau te bereiken
- Boost aan sharen: Uber en Lyft kunnen hun borst natmaken, want ook Tesla Motors stapt in het autodelen. De auto’s die Tesla in haar vloot opneemt zullen autonoom moeten gaan rijden. Zo kunnen eigenaren van een Tesla dan hun auto, wanneer die stilstaat, beschikbaar stellen als autonome taxi.
Het mooie is: Elon Musk is ook in staat om het heel simpel te verwoorden. Nijntje-achtig, opdat iedereen het begrijpt: ‘So, in short, Master Plan, Part Deux is to create stunning solar roofs with seamlessly integrated battery storage, expand the electric vehicle product line to address all major segments, develop a self-driving capability that is 10 times safer than manual via massive fleet learning and enable your car to make money for you when you aren’t using it’.
Dat deze techniek van inspirerende stip op de horizon ‘proven’ is blijkt wel hoe geweldig we hebben geprofiteerd van de ‘man on the moon’-speech van John F. Kennedy uit 1961: ‘I believe that this nation should commit itself to achieving the goal, before this decade is out, of landing a man on the moon and returning him safely to the earth. No single space project in this period will be more impressive to mankind, or more important for the long-range exploration of space.’ Niet voor niks dat de Britse auteur John Galsworthy (1867-1933) destijds al schreef: ‘If you don’t think about the future, you can’t have one’.
Natuurlijk ga ik in het kader van ‘eat your own dogfood’ in de komende periode vanuit mijn nieuwe rol bij De Innovatiecentrale nadenken over ons toekomstbeeld – uiteraard in cocreatie mét toekomstige gebruikers. Wat er straks – zeg op kerstavond 2018/zomer 2019 – moet staan als het af is: niet alleen concreet en duidelijk uitlegbaar, maar ook ambitieus qua nieuwe smart mobility-toepassingen. Zodanig inspelend op de behoeften van onze gebruikers dat zij daar ook volop gebruik van gaan maken. Om vandaaruit ook terug te kunnen redeneren welke stappen we nú moeten zetten om straks dáár te komen.
Want laten we wel zijn : in een verandering van tijdperken – gedomineerd door Digitaal Darwinisme – kunnen we ons toch onmogelijk met droge ogen alsmaar laten gijzelen door dat ondoordringbare insanity-gedrag: doing the same thing over and over again and expecting different results.
Dirk-Jan de Bruijn is directeur van De Innovatiecentrale.
Hij heeft zijn eigen veranderervaringen recent verpakt in Vastgeroeste patronen doorbreken (Scriptum 2016).