Super-Lars en de kracht van de crisis
Alle zaken met de overheid handelen de Denen vanaf 2015 digitaal af. Of ze dat nou fijn vinden of niet. “De tijd is rijp. In 2006 was dit niet gelukt”, zegt de man die de digitalisering leidt en overal ontvangen wordt als een superheld.
Over drie jaar kunnen burgers en bedrijven alleen nog terecht bij het portaal borger.dk, dat toegang verschaft tot zowel hun gemeente en hun regio als de centrale overheid, zo is bij wet bepaald. Papieren communicatie is dan niet meer mogelijk. Lars Frelle-Petersen heeft, in de functie van directeur van het agentschap voor digitalisering, de mooie en zware taak om de operatie te leiden. De Deense powerplay wekt bij bestuurders en ICT’ers overal ter wereld grote bewondering. De directeur wordt dan ook aan de lopende band uitgenodigd om te komen vertellen hoe hij de megaklus gaat klaren. Onlangs was hij op uitnodiging van het ECP, platform voor de informatiesamenleving, te gast in Den Haag. “Als ik niet uitkijk, ben ik almaar op tournee”, zegt Frelle-Petersen lachend. Hij is een kleine, verlegen man met een rolkoffer en een reusachtige verantwoordelijkheid. Geen spoor van sterallures te bekennen. “Ik begrijp al die belangstelling wel”, zegt hij, “Het is ook wel een stoer besluit geweest om in zo korte tijd zo’n rigoureuze verandering teweeg te brengen. En dan ook nog met de dwang van de wet.”
Povere kwaliteit
90 procent van de Denen heeft thuis toegang tot internet, 88 procent is regelmatig online, 78 procent is dagelijks online. Van de burgers heeft 81 procent de afgelopen twaalf maanden digitaal contact gelegd met de overheid, van de bedrijven 91 procent. Nederland scoort op deze punten over het algemeen nog iets beter. Maar in Nederland zou het huis te klein zijn als de overheid verdere digitalisering zou afdwingen, want dwang, daar houden wij niet zo van. Frelle-Petersen zegt daarover: “Het gros van de Deense ondernemers heeft er niks op tegen dat de communicatie met de overheid volledig digitaal wordt. En de burgers kijken vooral uit naar de verbetering van het digitale verkeer met de overheid.” De kwaliteit is nu nog pover, maar die zal ongetwijfeld verbeteren als de overheid alles inzet op digitale communicatie, zo redeneert de gemiddelde Deen volgens Frelle-Petersen. Vier op de vijf Denen is vóór digitalisering.
Crisis
De Deense overheid heeft zich vol vertrouwen aan de digitalisering gezet. “We hebben immers een veelbelovende business case”, aldus Frelle-Petersen. “3,7 miljoen Denen werken nu al met de digitale handtekening, dat is ruim 67 procent van de bevolking.” Ter vergelijking: afgelopen voorjaar had ongeveer 55 procent van de Nederlanders een DigiD. De Deense voorlijkheid is niet louter een kwestie van idealen en moderniteit: de voornaamste drijfveer is even banaal als krachtig: kostenreductie. Het is niet voor niks dat Frelle-Petersens agentschap ressorteert onder het ministerie van Financiën. De directeur laat een staatje zien waarin de kosten van de dienstverlening van een baliemedewerker worden afgezet tegen die van elektronisch verkeer via een verplichte elektronische postbus. Per transactie scheelt dat bijna tien euro (zie kader). In totaal zal de Deense overheid er binnen zeven jaar 670 miljoen euro mee besparen. Omgerekend naar Nederlandse proporties zouden Rutte en Samsom met een soortgelijke stap ruim twee miljard besparen. “Het digitaliseringsbesluit is echt crisisgedreven. Het gevoel van urgentie is nu wijd verbreid. In 2006 was dit nooit gelukt. Ik denk dat de bevolking beseft dat alternatieven voor zo’n forse besparing veel meer pijn zullen doen dan deze plicht.”
Pijn
Overigens doet ook de digitalisering pijn, want de werkgelegenheid bij de overheden zal fors afnemen, om niet te zeggen achteruit hollen. Denemarken beschikt met ruim 800.000 overheidsdienaren over een tamelijk omvangrijke overheid. Ter vergelijking: Nederland, met een drie keer zo grote bevolking, telt er 979.000. Hoeveel fte’s er zullen sneuvelen op weg naar 2015, daarover durft de directeur geen uitspraak te doen. “Als het aantal ambtenaren zou teruglopen tot 600.000, zou dat een aantal politici heel veel plezier doen.” Er is wonderlijk genoeg nog niet berekend wat de digitalisering het bedrijfsleven zal brengen, maar volgens Frelle-Petersen gaat het om enorme besparingen, want het aantal administratieve handelingen dat ondernemers moeten verrichten wordt gedecimeerd. “Ik denk dat het niet berekend is omdat we het bedrijfsleven niet hoeven te overtuigen: ondernemers willen niets liever.”
Achterhoede
De digitalisering zal niet van vandaag op morgen plaatsvinden: het is een proces waarin de Denen stapsgewijs afstevenen op 100 procent digitaal, een proces dat al loopt vanaf 2001, toen de digitale handtekening werd geïntroduceerd. De operatie beperkt zich niet tot de communicatie met de burger en het bedrijfsleven. Ze strekt zich uit over twaalf domeinen die de gehele publieke sector bestrijken: van zorg en onderwijs tot milieumonitoring en wetenschap. Voor elk van die domeinen zijn gefaseerde acties vastgesteld.
Frelle-Petersen is zich ervan bewust dat er altijd een achterhoede zal bestaan van mensen die de digitalisering niet willen of kunnen bijhouden. De oude varkensboer uit Jutland zonder internet kan ontheffing krijgen van de plicht om via de virtuele postbus met de overheid te communiceren. Frelle-Petersen: “Die ontheffing is maar drie jaar geldig. Maar ook dan zal hij toch voor elk formulier dat hij moet invullen naar een servicecenter (bij gemeenten en bibliotheken gevestigd, CvR) moeten komen.”
Banken
Twee wetten kwamen te pas aan het plan: een digitalepostwet die gesigneerde digitale documenten dezelfde rechtsgeldigheid geeft als papieren equivalenten, en een wet die alle Denen verplicht om voortaan te communiceren met de overheid via de hun toebedeelde digitale postbus. De wetgeving brengt niet alleen verplichtingen voor burgers en bedrijven, maar ook voor de overheid zelf. Het belangrijkste gebod: hergebruik data zo veel mogelijk. Frelle-Petersen: “De tijd dat een bedrijf of burger steeds weer dezelfde data moet invullen, is voorbij. Eenmaal gegeven data worden dus uitgewisseld tussen de verschillende lagen en diensten van de overheid.”
De infrastructuur die wordt gebruikt voor digitale identificatie – Nem-ID, de tegenhanger van de Nederlandse DigiD – is sinds 2010 dezelfde als die van de banken. De banken hebben dat gemeenschappelijk gebruik destijds aangegrepen om hun infrastructuur drastisch te vernieuwen. “Let wel: de banken en de overheden delen alleen de infrastructuur, niet de persoonsgegevens”, aldus Frelle-Petersen.
Privacy
De Deense aanpak zou in Nederland ongetwijfeld stuiten op grote bedenkingen in de sfeer van privacy. Een volk dat overgevoelig reageert op een volkstelling, de invoering van postcodes en de Europese legitimatieplicht, lijkt niet voor de Deense aanpak in de wieg gelegd. De Denen zijn misschien anders, meent Frelle-Petersen. “Het is vreemd gesteld met het onderwerp privacy. Neem Groot-Brittannië: dat land hangt vol met camera’s die 24 uur per dag aanstaan, en daar hebben de Britten geen enkel probleem mee. Maar de digitale handtekening komt daar moeilijk van de grond, juist vanwege grote privacybezwaren. In Denemarken is het precies andersom: met de digitale overheid hebben de Denen geen moeite, maar camerabeveiliging is bij ons een zeer gevoelig onderwerp.” Het Deense voorbeeld zal ongetwijfeld navolging krijgen, ook in Nederland, denkt Frelle-Petersen. Nog vóór zich een Deens succes aftekent, zullen de ministeries van financiën het hebben opgepikt. Het is immers crisis.
Kostenvergelijking overheidstransacties
Kanaal Kosten per transactie Baliedienst € 14 Briefpost € 11,70 € 11 Telefoon € 7,80 e-Services/selfservices € 4,20 Bron: Digitaliseringsstyrelsen, 2012 (het Deense agentschap voor digitalisering)