Een belangrijk idee achter de basisregistraties was/is dat burgers niet steeds dezelfde vraag (zouden) krijgen. Toch?
Inmiddels is het meer dan tien jaar geleden dat de eerste basisregistratie landelijk te bevragen was. Een belangrijk idee hierachter was, naar Belgisch voorbeeld, dat burgers niet steeds dezelfde vraag zouden krijgen. Dat burgers niet steeds moesten invullen hoe je heet, waar je woont en hoeveel je verdient.
De rubriek Digitaal verdwaald toont opzienbarende en frustrerende ervaringen in de digitale wereld. Zelf een ervaring gehad? Mail ons!
Hoe zou het zijn als – zeker de overheid – elke vraag nog maar één keer zou stellen en elke andere organisatie het antwoord verplicht zou gebruiken? Zou dat niet veel makkelijker zijn? Dat waren tien jaar geleden belangrijke vragen achter de eerste basisregistratie waarmee dat kon, die met persoonsgegevens.
We zijn inmiddels tien jaar en tien basisregistraties verder, maar Noor ervaart vooralsnog niet dat gemak. ‘Het voelt als een tombola. Het is altijd afwachten welke database van welke organisatie nu wel of niet gekoppeld is. Ik kan de consequenties niet overzien.’
Mensen in bijzondere situaties, geven veel inzicht in de werking van beleidsideeën in de praktijk. Noor is uitzonderlijk, omdat ze transgender is. Dan ontdek je of het systeem ook zo werkt als het ooit werd bedacht. Hier zou dit moeten zijn: één keer je geslacht wijzigen bij de gemeente en vervolgens komt alles altijd goed.
Maar Noor heeft juist geleerd dat je alert moet zijn. ‘Ik moet mijn verhaal bijna overal opnieuw doen. Dat is niet zo’n probleem, mijn verbale conditie is uitstekend. Ik zie het als een sport. Maar je moet goed opletten.’
Dat bleek bijvoorbeeld bij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Haar arts raadde haar aan deel te nemen. In principe worden alle vrouwen van boven de 50 vanzelf opgeroepen. Noor is op haar 58ste maar eens gaan bellen. Het was snel duidelijk: ze stond niet geregistreerd als vrouw.
Sinds tien jaar komen persoonsgegevens, die bij de gemeente worden geregistreerd, landelijk samen en zijn ze centraal beschikbaar. Maar welke organisaties deze gegevens overnemen, is historisch bepaald. Hierin is geen logische, uniforme of juridische lijn. Het is onduidelijk welke organisaties in de praktijk onderdeel zijn van dit systeem.
Bovendien stuurt de gemeente deze gegevens ook zelf door. Of niet. En ontvangers van je gegevens leveren die regelmatig ook weer aan elkaar door, al is dat een slecht idee. Om al deze redenen weet niemand welke organisaties je gegevens zullen gebruiken en waar je er zelf achteraan moet. En dus moet je alert zijn op het verkrijgen van je rechten als burger.
En dat geldt niet alleen voor Noor. Haar bijzondere situatie maakt het probleem alleen duidelijker zichtbaar. Het probleem dat je niet weet of en wanneer je kunt rekenen op verplicht gebruik, geldt voor ons allemaal.
Die onzekerheid was niet het idee. Het moest juist makkelijker worden.
Arjan Widlak is directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade, een organisatie die onnodige bureaucratie opspoort en oplost. Arjan publiceert regelmatig over de impact van informatietechnologie op het openbaar bestuur.
Deze bijdrage is eerder (9 maart 2019) geplaatst in Het Financieele Dagblad