Blog

Trias politica klopt niet

De wetgevende macht lacht, de rechtelijke macht wacht en de uitvoerende macht smacht. Je kunt uitvoering niet veranderen zonder beleid daarin mee te nemen.

Waarom? Dit model spreekt over een uitvoerende macht. Misschien bestaat zoiets op het Binnenhof, maar de suggestie dat de echte uitvoering macht heeft is onjuist. Misschien kunnen we het als volgt benoemen: De wetgevende macht lacht, de rechtelijke macht wacht en de uitvoerende macht smacht.

Want smachten doen we. Ja, er wordt gefaald in de uitvoering van publieke IT. En er wordt harder gefaald door mensen die denken te weten wat mensen willen, en daar budget voor krijgen. Maar hoe hard wordt er gefaald door beleid, die anno nu wetten en regels bedenkt, vertaalt en interpreteert – met de minste notie van de digitale uitvoerbaarheid? Dat is precies het begin van het einde.

Nederland heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2017 alle dienstverlening aan haar klanten digitaal te laten verlopen. Fantastische ambitie, maar waar is de cultuurverandering die daarvoor nodig is? Dat wil zeggen, waar zit de validatie of nieuw beleid digitaal uitvoerbaar is? En belangrijker nog, waar zit de macht van de validatie? Want ik zie hem niet.

Als het de whitepapers van de Europese Commissie zijn of de overleggen bij het koffieapparaat van een ministerie: dat werkt niet. Als we echt met checks and balances gaan werken dan betekent dat dat ‘ieder orgaan bij de uitoefening van zijn bevoegdheden verantwoording verschuldigd is aan een ander orgaan’. Beginsel democratische rechtstaat. Dat vereist meer dan een cursus klantgericht denken voor beleidsambternaren. Dat vereist geen letter op papier zetten voor je een beeld hebt over de uitvoerbaarheid. En belangrijker nog, de toegevoegde waarde.

Het punt wat ik wil maken, is dat je uitvoering niet kunt veranderen zonder beleid daarin mee te nemen. En vice versa. Maar dat is wel wat er nu gebeurt. En dat is van alle tijden, als ik sommigen om mij heen mag geloven. Want het schijnt nogal een cliché te zijn.

Dus wat hebben we nodig? Een soort Raad van State, een Derde Kamer, die gaat toetsen op digitale uitvoerbaarheid. Niet weer een controle-instantie, zegt u? Eens, maar als de cultuurverandering niet komt is het tijd voor maatregelen. Denk daarbij groter dan het BIT. Denk aan een tijger met tanden, een ombudsman 2.0. Een soort Bas Eenhoorn, die aanschuift bij de ministerraad en Rutte aanstoot: ‘Wat we nu weer hebben verzonnen, je gelooft het niet’. De maakbare samenleving is voorbij, mensen. Het is bottom-up, nu en niet morgen. You can’t fight it, so join it.

  • Seger de Laaf | 2 december 2015, 10:53

    Stukken beter! Ik heb nog wel twijfels bij de registermacht. Die zou wat mij betreft ook tussen de vier andere machten in kunnen worden gezien. Maar dat is meer een semantische discussie.

  • Geert Wester (gem Deventer) | 4 december 2015, 09:26

    De gevraagde toetsing kennen we allang: na het debacle van de Studiefinanciering kreeg de Minister van Onderwijs van de Tweede Kamer de opdracht om voortaan alleen nog maar een wetsvoorstel in te dienen als dat vergezeld ging van een uitvoeringstoets van de beoogde uitvoeringsinstantie (toen Informatiseringsbank, Informatie Beheer Groep, nu DUO). Hetzelfde heb ik bepleit bij de directie van de VNG en ik was heel blij met de impactanalyses die KING maakte op de NUP-onderdelen, waaruit steevast bleek dat ze zonder majeure inspanning van andere partijen voor de gemeenten niet uitvoerbaar waren.
    Of hebben we een volgend (echt?) debacle nodig voordat het tot ons doordringt? Er zijn genoeg voorbeelden in aantocht!

  • Peter Westerhof | 7 december 2015, 17:42

    “Nederland heeft zichzelf ten doel gesteld om in 2017 alle dienstverlening aan haar klanten digitaal te laten verlopen”.

    Voor de duidelijkheid, en tegelijkertijd de zwalkende communicatie van de minister even te corrigeren : de doelstelling van het kabinet is dat bedrijven en burgers in 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen.

    Kúnnen, niet móeten, nog verder gezekerd door lid 1 van artikel 2:13 AWB. Het is het bestuursorgaan niet toegestaan bepaalde zaken uitsluitend langs elektronische weg te doen, tenzij alle betrokken daarmee instemmen (Kamerstukken II 2001102, 28 483, nr.3, p. 8-9).
    Er is gekozen voor het principe van nevenschikking van elektronisch en ‘conventioneel’ berichtenverkeer. Elektronisch verkeer mag de conventionele wijzen van berichtenverkeer (op papier) niet verdringen.

  • Seger de Laaf | 8 december 2015, 12:05

    Dat zijn interessante voorbeelden Peter! Vooral die IAK waaier van V&J laat toch weinig aan het toeval over. Dat tweede, daar ga ik met een jurist naar kijken. Zwalkend is het juiste woord, niet alleen voor de communicatie maar voor de hele governance.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren