Het UWV werkt steeds vaker met risicoscans, die moeten helpen bij het opsporen van fraude met uitkeringen. Opmerkelijk, zeker sinds de maatschappelijke onrust in verband met de Toeslagenaffaire. Volgens UWV zijn de risicoscans een goed en effectief middel, 'mits ingezet met voldoende waarborgen'.
Risicoscans worden een steeds belangrijker onderdeel van de toezichts- en handhavingsstrategie van het UWV. | beeld: Shutterstock
UWV is bezig met de ontwikkeling van verschillende risicoscans – systemen die aangeven wanneer iemand een verhoogde kans heeft om uitkeringsfraude te plegen. Zo zijn er risicoscans die controleren op verblijf in het buitenland, de sollicitatieplicht en zogenaamde ‘verwijtbare werkloosheid’. ‘Risicoscans worden een steeds belangrijker onderdeel van onze toezichts- en handhavingsstrategie’, schrijft UWV in een update bij het meest recente jaarverslag.
Goed en effectief
Uit het toeslagenschandaal, waarbij duizenden ontvangers van kinderopvangtoeslag onterecht beschuldigd werden van fraude, is gebleken dat geautomatiseerde fraudeopsporing kan leiden tot vooringenomen beslissingen, soms met schrijnende gevolgen. ‘We zijn ons ervan bewust dat het werken met risicoscans maatschappelijk gezien vragen kan oproepen’, aldus UWV. ‘We zijn er tegelijkertijd van overtuigd dat risicoscans een goed en effectief middel zijn, mits ingezet met voldoende waarborgen.’
Menselijke maat centraal
Voor UWV gaat het werken met risicoscans juist gepaard met handhaving ‘waarin de menselijke maat centraal staat’. ‘We hanteren het uitgangpunt dat de meeste mensen zich aan de regels (willen) houden en handelen vanuit vertrouwen’, schrijft UWV in het Jaarplan 2023. Zo wil de organisatie ervoor zorgen dat kleine foutjes geen grote gevolgen hebben en dat er altijd wordt gekeken naar individuele omstandigheden.
Ministerie SZW ook voorstander risicoscans
Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voorstander van de inzet van risicoscans. Hierdoor hebben ‘goedwillende burgers minder last van onderzoeken of controles’, schrijft het ministerie in de meest recente editie van de Stand van de Uitvoering Stand van de Uitvoering.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij onze collega Binnenlands Bestuur