Val kabinet heeft weinig consequenties voor digitale wetgeving
De val van het kabinet zorgt voor veel onzekerheden bij overheden, maar zal de meeste wetgevingstrajecten die de ict-sector raken, niet of nauwelijks beïnvloeden. De behandeling van wetsvoorstellen die op de agenda staan betreft veelal de implementatie van EU-wetgeving.
Ook met een demissionair kabinet zal de Europese digitale regeltrein door blijven denderen. De nationale politiek kan hier nauwelijks iets aan veranderen, stellen de brancheorganisaties DINL en NLdigital op Computable.
Veel wetsontwerpen zijn op dit moment in de fase van ambtelijke consultatie. Dat geldt ook voor de nieuwe Europese cybersecurity-wetgeving NIS2 die, ondanks dat er nog veel onduidelijkheden zijn, in Nederland in oktober 2024 van kracht. De consultatie is onlangs over de zomer heen getild.
Volgens Michiel Steltman, directeur DINL, is de komende tijd weinig nieuwe wet- en regelgeving op gebied van digitalisering te verwachten. “Voor proefballonnen is in deze tijd geen ruimte,” meent hij. Het kan natuurlijk wel zo dat vertraging ontstaat bij de implementatie van wetgeving.
Ook René Corbijn (NLdigtal) verwacht geen blokkades van wetgeving die belangrijk is voor de digitale sector. “It-beleid en -wetgeving zijn meestal niet echt controversieel,” zegt hij op Computable. Wel heeft hij zorgen over stilvallende besluitvorming. “Als het nog lang duurt voor er verkiezingen zijn en de formatie op zich laat wachten dan staan we in Europa langere tijd minder sterk.” Juist omdat digitalisering niet controversieel is, zouden we juist vol hierop in kunnen zetten de komende tijd. “Het is immers de basis voor de vele transities waar Nederland nu voor staat. Een sterke digitale basis geeft een volgend kabinet de kans om belangrijke transities aan te pakken.
Uitstel van wetgeving
Uitstel van wetgeving zal vooral dossiers betreffen als de stikstof, klimaat, woningbouw en de asielkwestie. Zondag publiceerden VNG, IPO en Unie van Waterschappen een open brief aan de Eerste en Tweede Kamer, waarin zij schrijven: ‘Stilstand is echt onverantwoord.’ In de brief noemen de drie partijen zeven onderwerpen waarop vooruitgang geboekt moet blijven worden: de woningbouw, de energietransitie, het landelijk gebied, bestaanszekerheid voor burgers, de hervorming van de jeugdzorg, het in behandeling nemen van de spreidingswet, en het openbaar vervoer.
De snelle evolutie van technologie in de 21e eeuw heeft geleid tot nieuwe methoden van denken en probleemoplossing. Zoals elk Kabinet zal ook het nieuwe Kabinet, ongeacht de realiteit van het politieke landschap, hooguit een beetje kunnen proberen te bepalen WAT er moet gebeuren, maar niet HOE. Het HOE is namelijk een functie van de maatschappelijke realiteit en de maatschappelijke realiteit is domweg dat het makkelijker is dan ooit om data relaties te leggen, ook als je de ballen verstand hebt van IT. Het nieuwe kabinet zou er goed aan doen om in dit licht rekenschap te geven dat het kunnen leggen van relaties, dankzij object-relatie-attribuut denken, ook betekent dat je veel makkelijker verbanden legt tussen de fysieke en de virtuele wereld, dankzij logische verbindingen (aan/uit, ja/nee, if this/than that).
Dit vraagt om een andere mindset. Geen traditionele mentaliteit binnen een klassieke functionele hiërarchie, gekenmerkt door lineair en conventioneel denken, waarbij ‘je baas altijd meer weet dan jij en het werk verdeelt. Dat werkte nog prima voor probleemoplossing in traditionele omgevingen, maar een dataficerende samenleving werkt al impliciet in gedeelde gegevensruimten.
Dat bevordert lateraal denken en creativiteit en staat dus per definitie haaks op top down aansturing. Er KAN meer, dus er GEBEURT meer. Wat de bestuurder de baas maakt over een lekke emmer. De mensen waar hij op leunt, werken vaak niet meer bij de eigen organisatie. Data waar de organisatie op vertrouwt, zijn helemaal niet van die organisatie. Stovepipe en mandaatgrenzen worden doorbroken. Wat dus nodig is, is innovatief aanpassingsvermogen.
Je gaat echt geen energie transitie realiseren zonder Virtual Power Plants en energie spotmarkten.
Die zijn onmogelijk te realiseren zonder Data Spaces en algoritmen en die moet je wel eerst snappen.
Wat we dus ook gaan stemmen: de boel is multidisciplinair geworden, terwijl de traditionele bestuurscultuur nog vooral geworteld is in een lineaire benadering van probleemoplossing.
Het is een mentaliteit die zich concentreert op gevestigde procedures en logica.
Het is het je braaf houden aan een stapsgewijs proces om een oplossing te bereiken binnen de heldere mandaten die ambtenaren ‘Governance’ noemen. Governance in de gedataficeerde wereld is veel verfijnder en maakt daarmee creatieve flexibiliteit veel makkelijker. Dubbelzinnigheid is eenvoudiger te realiseren als partijen zich – ieder voor zich – abonneren op de context van data.
Gegevens zijn de nieuwe valuta en dit maakt het cruciaal om te kunnen navigeren tussen die data die je (op dat moment) nodig hebt om überhaupt nog te kunnen besturen. Het is niet voor niets dat http://www.internationaldataspaces.org overal doorbreken. Een frisse politieke mentaliteit is hiervoor cruciaal belang, omdat je zo onconventionele oplossingen kunt verkennen voor de uitdagingen die worden gepresenteerd door de snel veranderende gegevenslandschappen.
Innovatief aanpassingsvermogen vraagt om lateraal/ zijdelings te kunnen denken, om zo te kunnen komen tot de creatie van efficiëntere en effectievere gegevensruimtes, wat iedereen ten goede komt die op deze ruimtes vertrouwen voor hun activiteiten in alle grote maatschappelijke uitdagingen.
Als we duizenden huizen willen bouwen, dan zullen tonnen materialen moeten worden vervoerd.
Dan wil je meteen kunnen meten hoeveel energie dat kost (EU Battery Act), hoeveel CO2 dat bespaart. Je wilt waarden kunnen tokenizen. Je wilt al die elementen als de toepassing van Data Spaces, de Digitale Transport Strategie, de Digitale Infrastructuur Logistiek (DIL) en de Basis Data Infrastructuur (BDI) toe kunnen passen. De asielkwestie vereist het kunnen samenwerken van tientallen instanties op data niveau, om – zonder discriminatie – de juiste mensen om de juiste redenen op de juiste plekken te kunnen krijgen. Bestaanszekerheid vereist hervorming van toegevoegde waarde; investering in materiaal kunde, in remote anything, in kennisdeling. Dit vraagt politieke steun om gegevensruimten te kunnen ontwikkelen die niet alleen functioneel zijn, maar ook esthetisch aangenaam zijn. Wat nodig is, is een nieuwe politieke mentaliteit die bij uitstek nadruk legt op creativiteit, innovatie en aanpassingsvermogen en een premie legt op de ontwikkeling van gegevensruimten. Data Spaces hebben een softe architectuur: afsprakenstelsels, geen infrastructuur. Ons vermogen om buiten de kaders te denken, om ons aan te passen aan veranderende landschappen door functionele gegevensruimtes te creëren is kritieker geworden dan ooit. Als politiek de Gezaghebbende Toedeling van Waarden is, dan is JUIST de proactieve toepassing van EU Data wet- en regelgeving een enorme kans op vitaliteitverbetering.