Het opruimen en opnieuw inrichten van een zolder lijkt in zeker zin op het ontwerpen van een omgevingsplan.
Nadat mijn zolder eindelijk is opgeruimd, is het tijd om de zolder opnieuw in te richten. Al het benodigde materiaal, in de vorm van stellingkasten en dozen, is hiervoor beschikbaar. Nu nog tijd vrijmaken en mijn handen uit de mouwen steken.
Ook in deze fase is de vergelijking met een omgevingsplan nog steeds aanwezig. En ook voor het ontwerpen van een omgevingsplan is veel materiaal beschikbaar. Vanuit het programma Aan de slag met de Omgevingswet was ik in de periode 2017-2018 intensief betrokken bij de ontwikkeling van de eerste tranche van vier staalkaarten. Dit project is door de VNG voortgezet in de vorm van een casco voor het omgevingsplan dat gevuld wordt met voorbeeldregels. Ook zijn ontwerpvragen geformuleerd en in praktijkproeven beproeft. De eerste omgevingsplanschrijvers zijn opgeleid in de leergang omgevingsplan van de VNG Academie. Tijd om aan de slag te gaan.
Gelet op de omvang van het omgevingsplan (geldend voor het gehele grondgebied) is het meestal onmogelijk om in één keer naar het eindbeeld te gaan. Een stapsgewijze omvorming is noodzakelijk. Het startpunt is dat alle gemeenten bij inwerkingtreding van de Omgevingswet beschikken over een omgevingsplan “tijdelijk deel”. Dat bevat de oude bestemmingsplannen en beheersverordeningen, de bruidsschat. Naast dit omgevingsplan staat een aantal autonome verordeningen. Het nieuwe omgevingsplan wordt van daaruit stap voor stap opgebouwd, themagericht en/of gebiedsgericht. De gemeentelijke ambitie voor de invoering van de omgevingswet is van invloed op de aanpak die een gemeente kiest. Om dit traject goed in te kunnen gaan is het belangrijk vooraf een beeld te ontwikkelen hoe het nieuwe omgevingsplan er uiteindelijk uit moet zien.
Gemeenten hebben van 2021 tot 2029 de tijd om vanuit het tijdelijk deel van het omgevingsplan toe te werken naar het omgevingsplan in de geest van de Omgevingswet. Deze periode heet ook wel de transitiefase. Ook voor deze fase biedt de VNG ondersteuning aan gemeenten. Meerdere regimes (oud, nieuw en tussenvormen) staan in deze periode naast elkaar. In deze gehele periode moeten vergunningverlening, toezicht en handhaving en het doorvoeren van wijzigingen in het omgevingsplan naar behoren functioneren: de winkel moet open blijven. In het vormgeven van de transitieaanpak moet de gemeente zelf haar ‘pad’ bepalen vanuit de eigen ambities het eigen tempo en het ontwikkelprincipe van de gemeente: een ‘ontwerpgerichte aanpak’ dan wel een ‘stapsgewijs lerende aanpak’. Wet- en regelgeving, kerninstrumenten, processen, ICT, informatie, dienstverlening, et cetera, moeten in deze fase in samenhang worden bezien. Belangrijk is om voor inwerkingtreding een beeld te ontwikkelen bij het toekomstige omgevingsplan. Zo kan de gemeente voorkomen dat een eerste (kleine) wijziging van het tijdelijk omgevingsplan ongewild trendsettend wordt voor het uiteindelijke totale plan.
Gemeenten hebben dus in de transitieperiode de tijd om naar het omgevingsplan in de geest van de Omgevingswet toe te werken. Er is een aantal zaken die ter voorbereiding op het omgevingsplan geregeld moeten zijn:
• Gemeenten kunnen wijzigingen van het omgevingsplan opstellen, vaststellen, bekendmaken en beschikbaarstellen;
• Gemeenten maken bij het opstellen/bekendmaken en beschikbaarstellen van het omgevingsplan (inclusief voorbeschermingsregels) gebruik van de STOP/TP standaard;
• Gemeenten maken deze besluiten digitaal bekend via de LVBB en stellen deze beschikbaar via het DSO-LV;
• Gemeenten hebben hun raadsleden, bestuurders, managers en medewerkers toegerust op het anders werken onder de Omgevingswet. Gemeenten hebben in dit kader hun werkprocessen aangepast naar de nieuwe wettelijke termijnen en geïncorporeerd, met onder meer aandacht voor interbestuurlijke en integrale afweging, voor participatie en voor goed vooroverleg met initiatiefnemers en belanghebbenden.
Daarnaast is een aantal zaken verstandig om alvast te gaan doen:
• Gemeentelijke inhoud van ruimtelijkeplannen.nl opschonen (concept plannen en verouderde plannen verwijderen).
• Ontwikkelen van een gemeentelijke visie op het omgevingsplan.
• Regelbeheer inrichten c.q. op orde brengen.
• Zorgen dat gemeente in staat is voor elke regel het werkingsgebied digitaal te (laten) duiden en deze mee te geven in het omgevingsplan (op basis van STOP-TP).
Voorgaande tips zijn afkomstig uit de recent door VNG gepubliceerde “minimale actie Omgevingswet”. Genoemde tips zijn direct relevant voor het omgevingsplan. Op de website van de VNG zijn meer tips te vinden.
Jos Dolstra is verbonden aan het programma Invoering Omgevingswet bij VNG als adviseur Wet- en regelgeving en kerninstrumenten.