Samenwerken, samen organiseren; het is een belangrijk credo in gemeenteland. Maar de ervaring leert dat het ook een ingewikkelde manier van werken kan zijn. Het project Modelmatig Waarderen van Woningen laat zien dat ingewikkeld niet onmogelijk is. Integendeel; samenwerking tussen gemeenten, uitvoeringsorganisatie én toezichthouder hebben tot geweldig resultaat geleid.
Beeld: Shutterstock
De Wet WOZ is alweer meer dan een kwart eeuw oud. In die jaren is de uitvoering van de WOZ enorm verbeterd. Een belangrijke efficiencyslag bij de inwerkingtreding van de Wet WOZ was de overgang naar taxeren van onroerende zaken uitsluitend door de gemeenten, in plaats van door waterschappen, Rijk en gemeenten zoals in het verleden. Maar het kan altijd beter; zowel voor de uitvoerders als voor de burger. De uitvoering heeft vooral baat bij harmonisatie en standaarden. Door met standaarden te werken worden de betrouwbaarheid en doelmatigheid verbeterd. In 2017 is een begin gemaakt met het moderniseren van het modelmatig waarderen van woningen. Het project past in het ontwikkelen van een gemeenschappelijke basis binnen de beweging Samen Organiseren en in de agenda van de Gemeenschappelijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU) en het wordt bekostigd door het Fonds GGU.
Afgelopen december is het project tot een afronding gekomen. En de timing kon niet beter. Want de WOZ staat momenteel volop in de aandacht: allerlei commerciële bedrijven, de zogenaamde no cure no pay-bureaus, proberen burgers via reclamespotjes over te halen om bewaar te maken tegen hun aanslag. Niet onsuccesvol, want er is een stijging te zien in het aantal WOZ-bezwaren dat wordt ingediend. “Daar gaat veel tijd en geld in zitten, want als een bezwaar gegrond blijkt moet de gemeente de proceskosten betalen”, vertelt Riccardo de Boef, namens VNG Realisatie projectleider van Modelmatig Waarderen van Woningen. “Met een bezwaarpercentage van 2,4 procent zitten we helemaal niet slecht, maar in concreto betekent het wel dat er in 2020 circa 17 miljoen euro is uitgekeerd naar aanleiding van bezwaren. Genoeg reden om te onderzoeken hoe het beter kan.”
Rust aan de voorkant
Het bijzondere van het project is het gevarieerde palet waarmee het is uitgevoerd. Zowel qua instrumentarium – vele pilots en onderzoeken – als qua partijen in de stuurgroep. Martien van der Kraan, gemeentesecretaris van Delft en VNG-bestuurslid, zat vanaf het begin aan tafel. “We zijn gestart vanuit de 100.000-plus-gemeenten; daar rees al eerder de vraag om harmonisatie. Toen we verder gingen onder de vlag van Samen Organiseren is de stuurgroep verbreed met uitvoeringsorganisaties die belastingheffing verzorgen voor meerdere gemeenten en ook met waterschappen en de Waarderingskamer. De vraag vanuit de gemeenten was simpel: kan het niet beter en efficiënter, zonder te veel afhankelijk te zijn van technologie en van de markt? Doordat we aan de voorkant al bij elkaar zaten met die verschillende gremia hebben we goed kunnen bespreken waar we winst konden boeken. Dat is echt een punt dat ik ter overweging meegeef voor elk project; neem de rust om eerst aan die voorkant met elkaar overeen te komen wat je belangrijk vindt. Niet te snel institutionaliseren, meten en formaliseren. Juist dat ‘informele’ deel levert waardevolle inzichten op. Vooral als je zoals bij dit project met een breed gezelschap bij elkaar bent; dat zorgt voor enorm veel draagvlak. Ik heb het zelden meegemaakt dat zowel beleid, uitvoering én toezicht meteen bij elkaar zaten. En niet om te pogen de eigen belangen erdoor te drukken, maar om te onderzoeken waar we elkaar ontmoeten en hoe we het vervolgens samen beter kunnen doen.”
“Het is aan ons om te onderzoeken waarom mensen bezwaar maken en waarom die no cure no pay-bureaus zo aantrekkelijk zijn.”
Riccardo de Boef is het daar helemaal mee eens: “We hebben samen ideeën ontwikkeld en vooral ook ideeën en onderzoeken uitgewisseld uit al die verschillende netwerken. Dat is een enorm voordeel van een brede groep. Vaak is iets wat iemand bedenkt al voorhanden in het netwerk. We hebben bijvoorbeeld gebruikgemaakt van bestaande VNG-instrumenten. Maar wat ik het meest bijzonder vind is dat de toezichthouder deel uitmaakte van onze stuurgroep. Hoe vaak gebeurt het niet dat je als projectgroep creatieve oplossingen bedenkt die achteraf door de toezichthouder worden afgeblazen? Nu was die toezichthouder geen rem maar een stimulans!”
Sporen en producten
De toezichthouder in kwestie is Ruud Kathmann, mt-lid van de Waarderingskamer. De Waarderingskamer controleert en beoordeelt gemeenten op de uitvoering van de Wet WOZ. “Daarnaast zijn we ook expertisecentrum en geven we advies aan betrokken partijen. Ook wij willen niet stilstaan, maar de WOZ toekomstbestendig maken. Het WOZ-systeem kan alleen draagvlak behouden, als het continu mee-ontwikkelt met technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom vonden we het belangrijk om onze ervaringen en ideeën in te kunnen brengen, want net als de andere partijen onderkenden we dat onder meer door die eerder genoemde stijgende bezwaarprocedures de werkprocessen beter ingericht moesten worden. Uiteraard zonder geweld te doen aan de rechtsbescherming van burgers. We hebben geïdentificeerd wat er beter kon en hebben dat uiteindelijk verdeeld in een aantal sporen waarvoor we producten ontwikkeld hebben (zie kader). Toekomstbestendig en efficiënt zijn daarbij absoluut ijkpunten geweest, maar ik wil ook graag de mensen in de uitvoering noemen en vooral wat voor impact die stijgende bezwaarprocedures op hen hebben. Een formele bezwaarprocedure duurt lang, is kostbaar voor de gemeente als je verliest, en het is vooral geen leuk werk voor de ambtenaren die ermee aan de slag moeten. Zij zouden hun tijd liever besteden aan zaken die echt toegevoegde waarde hebben voor de kwaliteit van de WOZ-taxaties en daarmee voor de samenleving. Dan is het dus aan ons om te onderzoeken waarom mensen bezwaar maken en waarom die no cure no pay-bureaus zo aantrekkelijk zijn. Een belangrijk deel van de oplossing is dat we zelf met de WOZ-taxaties transparanter moeten zijn in de communicatie naar de burger en dat taxatieverslagen veel duidelijker en aansprekender kunnen worden.”
Tot slot benadrukken de drie heren dat ze naast de concrete verbeteringen die behaald zijn, vooral trots zijn op de samenwerking. “Als we ieder voor zich aan de slag waren gegaan had dat nooit dezelfde resultaten opgeleverd. En bedenk wel, het geld waarmee dit project bekostigden is komt uit het Fonds GGU; dat is gemeenschappelijk geld. We kunnen gerust concluderen dat het money well spend is. Samenwerking betaalt zich absoluut uit!
Project Modelmatig Waarderen van Woningen in vier sporen
1. Communicatie
Er bleek geen uniformiteit te zitten in de communicatiemiddelen richting de inwoners. Daar is een handreiking voor ontwikkeld voor de gemeenten. Er is ook nagedacht over het uiterlijk van het aanslagbiljet; het blijkt bijvoorbeeld dat het woord ‘aanslag’ nogal bedreigend overkomt. Maar het belangrijkste in dit spoor zijn de pilots die uitgevoerd zijn om te onderzoeken of het taxatieverslag een ander uiterlijk kan krijgen, met name met minder tekst en meer beeld. Op basis van feedback van gemeenten is daar een taxatieverslag uitgekomen dat wordt beproefd in gemeente Nijmegen om te kijken of het ook in de massaliteit van 8 miljoen taxaties uitvoerbaar is. De Waarderingskamer zal in 2023 met het definitieve taxatieverslag komen wat dan geleidelijk ‘verplicht’ gebruik zal gaan worden. Maar er gaan nu al verschillende partijen enthousiast mee aan de slag. Ook is er met een aantal uitvoeringsorganisaties (gemeenten en Belastingsamenwerkingen) gewerkt aan een verantwoordingsdocument dat op een heel andere manier invulling geeft aan de transparantie van de WOZ-taxaties.
2. Waarderingsmodellen
Er is onderzocht of we nieuwe technologie kunnen inzetten bij de waardering van woningen, bijvoorbeeld artificial intelligence (machine learning). Er is een aantal experimenten uitgevoerd waarin de computer via machine learning mede bepaalt welke factoren nu (het meest) bepalend zijn voor de waarde. Bijvoorbeeld, verhoogt groen in de buurt de waarde of wat is de waarde-invloed van duurzaamheidsinvesteringen? De pilots hebben er inmiddels toe geleid dat al meerdere leveranciers van taxatiesystemen de mogelijkheid bieden om ‘schaduwwaarderingen’ naast de traditionele modellen te leggen om te zien of er verschillen zijn. Het machine learning model vormt dan een soort controle- of validatiemodel. Uiteindelijk wil de Waarderingskamer toe naar een WOZ-taxatie waarbij de taxateur ondersteund wordt door een aantal verschillende (AI-) modellen.
3. Datakwaliteit
De datakwaliteit kan beter en behoeft permanente aandacht. Dat kan onder meer door de WOZ te verbinden met andere basisregistraties. De Samenhangende Objectenregistratie (SOR) is in ontwikkeling; dat is een uniforme registratie met daarin basisgegevens over objecten in de fysieke werkelijkheid. De WOZ speelt daarin al een belangrijke rol en die SOR vraagt ook om meer uniformiteit bij de WOZ-uitvoering. De wensen vanuit de SOR en de wensen vanuit Samen Organiseren omtrent meer uniformiteit bij de WOZ-taxaties komen mooi bij elkaar samen. Het is de bedoeling om tot uniforme soort- en deelobjectcoderingen te komen. Dat zal tot gevolg hebben dat de gemeentelijke taxatie-applicaties en systemen aangepast moeten worden. De Waarderingskamer is daarover in gesprek met softwareleveranciers. Het streven is dat in 2025 alle uitvoeringsorganisaties gebruikmaken van de nieuwe coderingen.
4. Wet- en regelgeving
Er is onderzocht of er aanpassingen moeten komen in de wettelijke regelingen. Dat blijkt vooralsnog niet mogelijk of niet opportuun vanwege de matige politieke aandacht en de lange doorlooptijd voor een eventuele wijziging. Op dat vlak zijn er dus nog geen concrete veranderingen te melden. Maar de huidige wet- en regelgeving blijkt ook niet direct belemmerend om daadwerkelijk aan de slag te gaan met meer uniformiteit in de gegevens, meer transparantie in de taxatieverslagen en de toepassing van de modernste technieken bij het inzetten van taxatiemodellen.
Alle opbrengsten van het project Modelmatig Waarderen van Woningen zijn met de sector gedeeld en gerapporteerd aan Taskforce Samen Organiseren.