Data en ai
Podium

Waarom we de AI-boot prima kunnen missen

papieren bootjes op elkaar
Europa springt in een paniekerige AI-race waarbij het geld over de balk wil smijten uit angst om achter te blijven. | Beeld: Shutterstock

President Trump investeert 500 miljard dollar in kunstmatige intelligentie. Gevolg: een paniekerige AI-race waarbij Europa geld over de balk wil smijten uit angst om achter te blijven. Ondertussen lijkt niemand zich af te vragen waar die race ons brengt en of we er daadwerkelijk beter van worden.

Ons doel is dat Europa een van de meest vooraanstaande spelers wordt op het vlak van AI. Dat houdt in dat we een manier van leven moeten omarmen waarin je kunstmatige intelligentie overal terugvindt‘.

Nee, dit is geen advertorial van de AI-industrie. Dit zijn de woorden van Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie. Ze wil 200 miljard euro ophalen om vier grote AI-fabrieken in de EU te bouwen. Of onze samenleving er ook daadwerkelijk beter van wordt doet er niet toe, AI moet en zal – overal –  worden ingezet. Bijvoorbeeld om nieuwe frisdranksmaken uit te vinden of om afbeeldingen te genereren van brood in de vorm van een paard.

De vraag of de inzet van AI überhaupt iets toevoegt wordt stelselmatig overgeslagen. AI is een doel op zich geworden. En dat is precies waar het misgaat: bij de aanname dat alles – van kunst en cultuur tot gezondheidszorg, automatisch beter wordt als we het dataficeren en onderwerpen aan computerlogica.

Cognitieve aftakeling

In de media wordt AI vaak voorgesteld als een vorm van intelligentie die zich “razendsnel” ontwikkelt richting mensachtige intelligentie. In werkelijkheid gebeurt het omgekeerde: hoe meer geld we in AI pompen, hoe meer toepassingen er op de markt komen waarmee we ons denken en doen onderwerpen aan berekeningen en computerlogica. Daarmee schuiven wij op naar AI in plaats van andersom.

We verwarren meer rekenkracht, data en parameters met meer intelligentie.

Zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat naarmate we AI voor meer taken inzetten, onze fysieke capaciteiten en cognitieve vaardigheden, en ons vermogen tot kritisch denken in rap tempo achteruit hobbelen. Dat maakt ons niet alleen robotachtig, maar ook steeds afhankelijker van AI-bedrijven die überhaupt al veel macht hebben.Dat AI steeds krachtiger wordt heeft niet te maken met een toename aan computerintelligentie, maar met onze eigen bereidheid om het te gebruiken en AI-modellen te blijven voeden en trainen met onze teksten, beelden en prompts. We verwarren meer rekenkracht, data en parameters met meer intelligentie.

Neem bijvoorbeeld o3, een model van OpenAI dat zelfstandig zou kunnen “redeneren”. Wat nieuw is aan dit model, is dat het kan laten zien via welke bronnen en informatiestappen het aan zijn antwoorden is gekomen. Dat is handig om te begrijpen hoe de output tot stand is gekomen, maar het model begrijpt en beredeneert nog steeds niets. Het voorspelt slechts het meest waarschijnlijke woord in een zin op basis van kansberekening. Hetzelfde geldt voor DeepSeek; de Chinese open source variant van ChatGPT die nu populair is. Dit model is niet ‘’slimmer’’ dan eerdere AI-modellen, het is slechts goedkoper. Dat heeft invloed op het economische speelveld, maar niet op de onderliggende werking of de vermeende ‘’intelligentie” van het model.

Statistics on steroids

AI-systemen zijn dus uitmuntend goed in rekenen en patroonherkenning, maar dat is slechts een heel klein onderdeel van intelligentie. Aanpassing aan een veranderende omgeving, redenerend vermogen, intentionaliteit, empathie, zintuiglijke waarneming en intuïtie zijn belangrijke aspecten van intelligentie die AI mist.
Omdat AI geen eigen lichaam heeft en alleen informatie kan opnemen die in data past, is de kennis die AI kan verwerken altijd beperkt. Intelligentie zit namelijk niet alleen in hersenen of taal, maar ook in de interactie van ons hele lichaam met onze fysieke omgeving.

Een betere naam voor AI zou dan ook zijn: statistics on steroids. Zodra we begrijpen dat de kracht van AI zich beperkt tot rekenen en patroonherkenning, wordt duidelijk dat we het niet overal kunnen en moeten willen inzetten.

Neem bijvoorbeeld kunst en cultuur. Door generatieve AI ontstaat kwaliteitsverlies en artistieke eenheidsworst. De eentonige beeldcultuur en de zielloze verhalen, boeken en social media posts die geschreven zijn met ChatGPT beginnen steeds meer mensen de keel uit te hangen. Om nog maar te zwijgen over de massale diefstal van het werk van kunstenaars, muzikanten en schrijvers om de AI-modellen te trainen.

En wat te denken van de publieke sector. Daar leidt de inzet van AI vaak tot discriminatie. Bijvoorbeeld bij het voorspellen van fraude en criminaliteit of het selecteren van een geschikte kandidaat voor een vacature. De culturele ongelijkheden die in de fysieke wereld bestaan, zitten ook in de data waarmee AI getraind wordt. Omdat AI niets kan produceren buiten de statistische patronen in haar trainingsdata, houdt het deze ongelijkheden in stand.

Paper,Origami,Robot

Een ander gebied waar de inzet van AI tot discussie leidt is geestelijke gezondheidszorg. Sommige mensen vinden het fijn om hun problemen met een AI-chatbot te bespreken. Maar een chatbot kent geen emoties en heeft geen ervaringen in de fysieke wereld. Hij berekent slechts het meest waarschijnlijke woord in een zin en simuleert empathie. In hulpverleningscontext kan dat gevaarlijk zijn, waarschuwen psychologen in een recent artikel in The New York Times.

Los van de schadelijke adviezen die ze kunnen geven, versterken chatbots blindelings de opvattingen van de gebruiker door met je mee te praten in plaats van tegen je in te gaan. Dat kan leiden tot ongezonde zelfidentificatie en een afnemend vermogen om met tegenspraak om te gaan. De eerste rechtszaken over schadelijke interacties van tieners met AI-therapeuten worden al gevoerd.

Etische AI is geen oplossing

De oplossing lijkt simpel: we moeten op voorhand bepalen welke terreinen wel en niet geschikt zijn om AI in te zetten. Helaas is deze ‘’ethische inzet van AI” een schijnoplossing. Het ware probleem is niet dat we AI op een verkeerde manier of in verkeerde contexten inzetten, maar dat we ons überhaupt laten aanpraten dat computers en mensen hetzelfde zijn waardoor ze geschikt zijn om ons te vervangen. Daardoor lijken alle contexten geschikt voor AI.

Of het nu gaat om psychische hulpverlening, romantische relaties, onderwijs of kunst; we besteden het allemaal uit aan AI. Onze cultuur is dusdanig vercomputeriseerd dat we geen kritische afweging kunnen maken waar we AI wel en niet moeten inzetten.

Het ontworstelen aan Amerikaanse AI-monopolisten ertoe kan leiden dat we stilletjes aan onze eigen Europese monopolistische AI-monsters creëren

Door intelligentie te verschralen tot datgene waar computers goed in zijn, kunnen AI-bedrijven en andere automatiseerders ons voorhouden dat alle taken door hun eigen producten vervangen kunnen worden. Daarom brengen ze de taak van de therapeut terug tot medische beslisboom, de taak van de helpdeskmedewerker tot communicatiescript, en de taak van de kunstenaar tot format-machine. Dat wekt de indruk dat we alle taken – ook als ze betekenisgeving vereisen – uit kunnen besteden aan gedachtenloze computers.

Kunstenaar en AI-expert James Bridle legt uit dat we met deze computationele aanpak de wereld tekort doen:

“We behandelen de wereld als een object dat opgesplitst kan worden in datapunten die we aan computers kunnen voeren. En dat computers ons vervolgens concrete antwoorden kunnen geven die altijd logisch, rationeel en waar zijn. Dit misverstand veroorzaakt verschillende vormen van geweld. Geweld dat de schoonheid van de wereld reduceert tot getallen en de wereld dwingt om zich aan die representatie te conformeren. Objecten, personen en plaatsen worden uitgewist omdat ze niet passen binnen het computationele systeem van representatie.”

The best way to win is not to play

Europa wil met een investering van 200 miljard euro concurreren tegen de VS en China met haar eigen, ethisch verantwoorde AI. Maar er is niets ethisch aan het toedichten van intelligentie aan computers. Los van het gigantische water- en energieverbruik, het cognitieve aftakelingsproces van de mens en het computationele geweld waarmee we steeds meer aspecten van de wereld uitwissen, is het gevaarlijk om AI te benaderen als een race tussen landen.

  • Allereerst omdat regulering daarmee onaantrekkelijker wordt. Zo wordt er nu al voor gepleit dat de EU losser moet worden met wet- en regelgeving omdat we anders achterop komen met landen als Amerika en China die beide minder regels hebben.
  • Ten tweede omdat het ontworstelen aan Amerikaanse AI-monopolisten ertoe kan leiden dat we stilletjes aan onze eigen Europese monopolistische AI-monsters creëren. In een kapitalistisch systeem is het moeilijk om te concurreren met monopolisten zonder zelf te veranderen in een monopolist. Dat geldt zeker voor technologieën die afhankelijk zijn van grote hoeveelheden data.
  • Ten derde omdat de aanname dat als je ergens maar genoeg rekenkracht en patroonherkenning tegenaan gooit er vanzelf “intelligentie” ontstaat, niet klopt. Deze aanname komt voort uit het mechanistische mens- en wereldbeeld dat sinds de industriële revolutie dominant is geworden in Westerse culturen. Het is een achterhaald wereldbeeld dat ertoe leidt dat we mens en natuur optimaliseren voor economische efficiëntie totdat de aarde leeg is.

In plaats van dit wereldbeeld in stand te houden met AI, kunnen we beter investeren in hulpmiddelen die aansluiten bij de ecologische grenzen van de planeet en de mens als betekenisgevend wezen. De AI-race is een race naar de bodem. Of zoals de conclusie luidde in de cultklassieker War Games: “Sometimes, the best way to win is not to play.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op SETUP.nl

Lees ook:

  • Bette Nijboer | 10 april 2025, 15:45

    Een inzichtelijk en stevig stuk dat terug naar de primaire vraagstukken die verbazingwekkend consequent overgeslagen worden in deze golf van hyperkapitalistische ‘vooruitgang’ richting een computationalistische zielloze ‘realiteit’. Bedankt voor dit gedegen tegengeluid!

  • Vincent Hoek | 11 april 2025, 12:27

    Missen? Dat zeiden de Luddieten ook van weef- en spinmachines. Heel goed om de bredere implicaties van AI ontwikkelingen te overwegen, maar het is niet bepaald handig om die boot te missen. AI lijkt slechts de menselijke dimensie van intelligentie te missen die empathie, emotioneel inzicht, en moreel oordeel omvat. Het verschil is allang niet meer te horen bij sommige AI of je met een mens praat of niet en de Turing test is allang gesneuveld. Als je ziet wat political en social bots kunnen, dan gebruiken zij meer subtiele nuances in menselijke relaties dan mensen. Aspecten van intelligentie die inmiddels wel degelijk in algoritmes gevangen worden. Latente agressie in je stem kan gewoon gemeten worden. Of iemand een wapen draagt of niet onder zijn kleding kun je gewoon meten. Het is inderdaad zo dat vertrouwen op AI leidt tot atrofiëren van vaardigheden, zoals intellectueel zelfvertrouwen (hoe doe je nog iets zonder AI?) maar dan is het JUIST zaak om te begrijpen hoe de tool werkt voor je aan de staart van het paard hangt. Er komen alleen maar meer banen bij dankzij AI (wel eens recentelijk op een willekeurige bedrijfsbeurs geweest?), maar er komt wel een gat tussen de mensen die AI weten te gebruiken en de mensen die zich er bewust van afgekeerd hebben. Het is JUIST dankzij AI dat laaggeletterden kunnen praten met de computer en laagopgeleiden geen domme procedure fouten meer kunnen maken, terwijl zij straks co-bots en drone swarms aansturen. Je ziet steeds meer AI modellen die juist superlokaal draaien en fungeren als Narrow AI, dus maar 1 kunstje kunnen. Het missen van de AI boot zou significante negatieve gevolgen hebben op economisch, sociaal en technologisch vlak. AI vangt onze vergrijzing op en zorgt dat juist mensen met ervaring en sociaal netwerk langer en makkelijker kunnen doorwerken en hun inzichten kunnen delen. AI helpt het glocalisme, zodat we minder fysieke middelen hoeven te transporteren, maar wel de data wereldwijd slim kunnen inzetten. Zo worden nieuwe banen en vaardigheden gecreëerd. AI helpt onze gezondheidszorg, door diagnose, behandeling en patiëntenzorg te verbeteren. Ons onderwijs kan enorm worden gepersonaliseerd door AI die honderden talen accentloos kan spreken. Het niet omarmen van AI-capaciteiten maakt Nederland extreem kwetsbaard voor bedreigingen, zoals cyberaanvallen, spionage en geavanceerde oorlogsvoeringstechnieken, zoals desinformatie.
    Hoe anders dan met AI kunnen we Smart Grids inrichten voor spotmarkten voor energie die de juiste hoeveelheid energie tijdig op de juiste plek voor de juiste prijs zal brengen en zo energieverbruik veel efficiënter maakt? Kijk eens naar het Nederlandse https://www.oceanai.eu/ of naar het Nederlandse https://techfundingnews.com/dutch-gradyent-inks-e28m-into-its-ai-driven-digital-twin-for-energy-targets-10-co%E2%82%82-emissions-reduction/ Dat wil je toch niet missen?

  • Erik van Geel | 13 april 2025, 11:30

    Jammer dat de schrijver na een goede typering van de essentie van AI ervoor kiest een duidelijke doelredenering op te zetten met selectieve keuze van voorbeelden, analogieën om deze te onderbouwen. Daarmee schaart de schrijver zich onder het Luddisme, een beweging begin 19de eeuw in Engeland. Ook zij concentreerden zich liever op het blokkeren van innovatie dan nadenken over hoe onze capaciteiten met meer waarde in te zetten dankzij de inzet van moderne technologie.

    Wat we momenteel AI noemen, bestaat inderdaad uit veel rekenkracht inzetten op grote hoeveelheden data. Daaraan kan nog toegevoegd worden dat de gehanteerde kennis bestaat uit statistiek en (vooral) differentiële wiskunde, waar velen sinds de jaren ’50 tijdens hun middelbare schooltijd mee te maken hebben gehad. Door het terug te brengen tot de essentie wordt de sluier van magie van AI afgehaald.

    Om de vraag te beantwoorden of die geplande investeringen dan wel nodig zijn moet gekeken worden naar welke mogelijkheden deze AI-machines dan bieden die we eerst niet hadden. Het antwoord hierop is vooral dat we nu hulpmiddelen hebben om complexe vraagstukken te analyseren. Daar waar we als mens met moeite in staat zijn een matrix van 5 bij 5 waarden goed te analyseren, lukt dat een AI-systeem met een matrix van 1000×1000 in luttele seconden. En juist dit soort hulpmiddelen hebben we nodig om complexe vraagstukken op het vlak van milieu, economie, pensioenen, energietransitie aan te pakken.
    Net zoals we in de jaren ’90 nog niet konden bevroeden wat Internet ons allemaal zou brengen, weten we dat momenteel niet van AI. Het lijkt me wel de moeite dit als een speer te gaan ontdekken, gezien de hoeveelheid complexe vraagstukken waar we mee zitten. En ja, dat kost geld.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren