Wet proactieve dienstverlening SZW: goed idee, maar ook beren op de weg
De consultatieronde van de Wet proactieve dienstverlening is gestart. De kern van dit wetsvoorstel is het terugdringen van het niet-gebruik van uitkeringen en andere sociale zekerheidsvoorzieningen. Op zich ben ik voorstander van deze wet. Maar ik zie ook al wat beren glimlachend over de weg lopen en hun richting kiezen.
De wet moet het voor UWV, SVB en gemeenten mogelijk maken om op een proactieve manier hun dienstverlening aan te bieden. Dit houdt in dat zij kunnen uitzoeken wie vermoedelijk aanspraak maakt op een uitkering of een andere vorm van ondersteuning, maar hier nog geen gebruik van maakt. Het staat deze publieke dienstverleners dan vrij om deze burgers te benaderen en te ondersteunen bij het indienen van een aanvraag voor een uitkering of ondersteunende voorziening. Voor dit doel is het verwerken van persoonsgegevens toegestaan.
Drie beren
Als we langs democratische weg beslissen dat er middelen zijn om problemen op te lossen, dan moeten we (meer) ons best doen dat die middelen op de bedoelde plekken terechtkomen. Prima uitgangspunt, maar ook beren op de weg, laat ik er drie uitlichten.
1. De zogenaamde kan-bepaling
De introductie van discretionaire bevoegdheid geeft – in tegenstelling tot een wettelijke verplichting – publieke dienstverleners meer vrijheid om zelf te beoordelen welke burgers het meest profiteren van zowel gevraagde als ongevraagde informatie. En er hoeft op wetsniveau ook veel minder in detail te worden uitgelegd welke acties en processen hieronder vallen en welke precieze gegevens er nodig zijn, aldus de opstellers. Mijn aarzeling in deze is: hoe voorkomen we dat gelijke gevallen ongelijk behandeld worden? Gaan er grote verschillen tussen gemeenten ontstaan, al dan niet in de perceptie van burgers?
2. De opt-out-bepaling
Er komt een opt-out-mogelijkheid. De Memorie van Toelichting zegt hierover: “In het wetsvoorstel is opgenomen dat UWV, SVB en gemeenten persoonsgegevens niet voor proactieve dienstverlening verwerken als de betrokkene hier desgevraagd of uit eigen beweging niet mee instemt.” (Note-to-self: ik kan hier ook opt-in-bepaling in lezen. Maar het staat er toch echt, bij opt-out-bepaling op pagina 15 van de MvT.)
Zeker in het licht van het doel van deze wet snap ik dat de opstellers een opt-out-bepaling willen. Vooral vanwege meerdere, vermoedelijke (ik heb hier nog geen onderzoek naar gedaan, maar kan het beredeneren op basis van andere onderzoeken) kenmerken van de doelgroepen, waaronder ‘niet op de hoogte zijn’, ‘niet snappen’, ‘niet kunnen’ en ‘uit schaamte niet durven’. Maar ‘opt-out’ geeft in Nederland altijd gedoe, hoe zorgvuldig je het ook aanpakt. Ik verwacht het nu niet anders.
3. Alleen maar uitzoeken, benaderen en ondersteunen
Snappen burgers het verschil tussen enerzijds een advies en ondersteuning van de overheid krijgen en anderzijds het daadwerkelijk zelf nog wel moeten aanvragen en daar de uitkomst van moeten afwachten? De proactieve benadering zou bij burgers bepaalde verwachtingen kunnen wekken over de uitkomst. Gerichte informatie verschaffen zonder concrete toezeggingen te doen, vereist naar mijn mening zeer zorgvuldige communicatie. En zelfs dan is het mogelijk dat burgers de informatie verkeerd interpreteren en het advies als een belofte of garantie interpreteren. Als er dan vervolgens een afwijzing komt, kan dit teleurstelling en frustratie veroorzaken. Wat het draagvlak voor deze wet kan aantasten.
Ik blijf het met interesse volgen
Zomaar drie richtingen waarop beren dwars door mijn gedachten over de weg lopen. Er zullen er vast nog meer zijn. Bijvoorbeeld in de buurt van het hanteren van een gezamenlijk register rond de opt-out-bepaling en dat het voor betrokkene mogelijk moet zijn om daarin te differentiëren.
Hoe dan ook, de beren doen voor mij geen afbreuk aan dat ik wel wat voel voor deze wet. Ik blijf dit traject dan ook met veel interesse volgen.
Wilt u meer weten, ook een mening vormen? Klik HIER
Lees ook: