Data en ai
Blog

Zuurmonds Zeven Zinnige vragen zijn een verfrissing, maar niet nieuw

Onze traditionele benaderingen van bedrijfsvoering zijn allang verouderd. | beeld: Shutterstock/AI-gegenereerd

Digitale transformatie dwingt het openbaar bestuur om verder te denken dan efficiëntie, maar zich juist te ontwikkelen tot open, samenwerkende en flexibele entiteiten, met het vermogen om informatie te delen, te integreren en snel te kunnen reageren

Elk tijdperk van industriële verandering roept unieke vragen op over technologie en samenleving. Tijdens de Eerste Industriële Revolutie worstelde ons Openbaar Bestuur met de balans tussen menselijke waardigheid en de opkomst van machines. Wat deed de overgang van ‘met de kippen op stok’, naar ‘op tijd bij de prikklok’ met onze traditionele ambachten en lokale leefgemeenschappen?

Vervolgens leidde de Tweede Industriële Revolutie tot vragen over privacy en de sociale impact van urbanisatie. Het Kinderwetje van Van Houten zette onze kids in massa klassen. Massaproductie resulteerde in massaconsumptie.

De Derde Industriële Revolutie bracht ons de automatisering, wat zorgen over werkloosheid en gegevensbescherming teweegbracht. Zeker tot de digitale netwerken doorzetten in de jaren ’90 van de vorige eeuw, vervlochten organisatiegrenzen en kwam daarmee de traditionele ministeriële verantwoordelijkheid onder druk te staan. Waar begon de ene organisatie en eindigde de ander?

Met de Vierde Industriële Revolutie kwamen vragen over controle over genetische informatie en digitale identiteit. Hoe zorgen we dat onze wetgeving de evolutiesnelheid van de maatschappelijke realiteit bij kan blijven benen?

Inmiddels zitten we in de Vijfde Industriële Revolutie en zijn personalisatie en duurzaamheid sleutelkwesties geworden. We worstelen met vragen over de ethische implicaties van gepersonaliseerde technologieën en het inclusieve karakter van duurzaamheidsinitiatieven.

Het draait niet meer om het bezit van de infrastructuur, maar om de toegang tot de data.

Mooi moment dus om Zuurmonds Zeven Zinnige Vragen proactief af te zetten tegen complexe ethische dilemma’s, die we bijvoorbeeld kunnen genereren in Service Design Thinking modellen. (alles kan ook anders)

Laten we eens wat hersenkauwgombubbels blazen.

  • Wat gebeurt er met het Openbaar Bestuur nu technologie volledig kan integreren met het menselijk lichaam en ons bewustzijn?
  • Brengt de integratie van technologie in het menselijk lichaam eigenlijk nieuwe vormen van discriminatie met zich mee en zo ja, hoe definiëren we menselijkheid dan in dit nieuwe tijdperk?
  • Wat zijn de gevolgen voor persoonlijke autonomie, als onze gedachten en gevoelens kunnen worden geïnterpreteerd of beïnvloed door externe apparaten? Gedachtenlezen is allang geen sciencefiction meer.

Ook ons DNA is gewoon data. In Leiden huren farmaceuten nu al synthetische DNA data sets om de evolutie van virussen gesimuleerd te versnellen. Zo hebben zij tijdens de formule voor het vaccin gereed voor die virus mutaties met levensvatbaarheid. Er bestaat nog geen wetgeving die de oorspronkelijke eigenaar van het DNA de rechten laat behouden over zijn overgenomen lichaam. Technisch en juridisch is het mogelijk om het gescande lichaam van een mens als bestand te downloaden of om een AI-cloon in een hele foute context te plaatsen, die niet van echt is te onderscheiden.

  • Moet je er dan als openbaar bestuur voor kiezen om ‘echtheidskenmerken’ op te leggen, of draaien we de boel om en wordt ALLES gewantrouwd, tenzij echtheid met een graad van zekerheid bewezen wordt?
  • Heeft de data van een gescand object eigenlijk dezelfde intrinsieke waarde als het organisch materiaal dat als origineel diende?
  • Van wie is het IP als je een AI opdracht geeft om een muziekstuk te componeren in de stijl van Mozart, gezongen door “Taylor Swift?” op een elektrische doedelzak?
  • Is onze belastingdienst al ingericht op ‘distributed manufacturing’? (Een productieproces waarbij de fabricage van producten wordt gedecentraliseerd en geografisch verspreid over een netwerk van lokale of regionale productie-eenheden.)

Kortom, onze traditionele benaderingen van bedrijfsvoering zijn allang verouderd.

De mogelijkheid om kostenefficiënt perfecte digitale kopieën van alles te maken, heeft de noodzaak voor arbeid verminderd en traditionele bedrijfsstructuren uitgedaagd. Het draait niet meer om het bezit van de infrastructuur, maar om de toegang tot de data. Het gaat niet meer om arbeidsspecialisatie, maar om co-creatie tussen concullega’s die toevallig belang hebben bij verschillende perspectieven op dezelfde data. Isolatie leidt tot achterstand, terwijl samenwerking in netwerken leidt tot een combinatie van nieuwe technologieën en kennis.
Het is daarom noodzakelijker om te investeren in een Information Sharing Framework met Information Sharing Agreements om samenwerking en data zekerheid effectief in te richten, dan om te investeren in het eilandenrijk van de traditionele Governance.

Lees ook:

 

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren